Uit onderzoek van de twee journalisten blijkt dat deze belofte een vorm van window dressing was. Ze tonen aan dat ITA de afgelopen jaren twee eerdere onderzoeken naar grensoverschrijdend gedrag in de doofpot had gestopt. Voor de beschuldigden – artistiek directeur Ivo van Hove, diens partner Jan Versweyveld, en steracteurs van het gezelschap – waren er geen consequenties, de Raad van Toezicht greep niet in, in de jaarverslagen werd niets onwelgevalligs vermeld.
Bovendien was Ivo van Hove ten tijde van de publicatie nog steeds voor een directiesalaris in dienst en de van wangedrag beschuldigde stelacteurs was verzekerd dat ze nog gewoon aan konden blijven.
Dit onderzoek duurde een jaar en is gebaseerd is op interne documenten, gesprekken met meer dan 30 betrokkenen, interne geluidsopnames en e-mails. Binnen ITA hadden de auteurs veelvuldig contact met vijftien bronnen, die werkzaam waren (geweest) in verschillende functies (techniek, dramaturgie, publiciteit, marketing, oud-directie en regie). Elke bron werd gekaderd in een dossier met steunbewijs. Zij zorgden voor een ruime ondersteuning van de beweringen van twee klokkenluiders.
Een week na verschijning van het onderzoeksverhaal kondigde ITA aan nu echt de banden met Van Hove te verbreken. Ook trad de voltallige Raad van Toezicht af.