Hoe kon een wetenschapper die tien jaar lang politicus was binnen een half jaar in zijn eentje een innovatief patent ontwikkelen? Al gauw bleek dat er een mede-uitvinder was: Jan Koster, in dienst van het Amsterdamse UMC. Koster heeft een unieke werkwijze met databases ontwikkeld om in grote hoeveelheden biologische gegevens verbanden te ontdekken. Een gesprek met Koster bevestigde het vermoeden van de journalisten dat Plasterk buiten medeweten van AUMC en Koster had gehandeld en dat het AUMC van niks wist.
Door gesprekken met veel experts wordt bevestigd dat Koster als mede-uitvinder erkend had moeten worden en dus de universiteit als mede-eigenaar. Het AUMC blijft aanvankelijk achter Plasterk staan maar dat verandert na publicatie van het eerste artikel. Het AUMC had zelf nooit onderzoek gedaan, vertrouwde op de lezing van Plasterk dat het ‘conceptuele idee’ van hem was. Na publicatie van het eerste artikel verandert het AUMC van mening. Het tweede artikel analyseert mailuitwisseling tussen oncologen van UAMC en Plasterk waaruit blijkt dat dit idee niet nieuw is, maar dat de samenwerking met Koster het onderzoek naar kanker uniek maakt. Dat maakt de octrooi-aanvraag discutabel.
Er loopt nu een bodemprocedure van het AUMC tegen Plasterk en CureVac.