Jaarboek

Winning the soldiers’ hearts and minds

Via allerlei omwegen slaagde Geert van Kesteren erin om geruchten over Amerikaanse mishandeling van Irakese gevangenen fotografisch te bevestigen.

Scene 1: Bagdad Mei/Juni 2003.

Kort na het officiële einde van de oorlog werd ik in het voormalige paleis van Saddam Hussein aangesproken door een CIA-agent. Onmiddellijk had ik het gevoel iets ‘beet’ te hebben. De man was bloednerveus. Ik vertelde hem dat ik Nederlander was in Duitse dienst: het weekblad Stern. Hij gaf me geheime informatie over mishandeling van gevangenen, met name Tarik Aziz (ex-minister van Buitenlandse Zaken) en Amir Al Saadi (top-raketingenieur en ex-adviseur van Saddam).

Hij had beiden dagenlang ondervraagd, maar wilde geen vervolgafspraak maken, hoogstens mij helpen om in de (hermetisch afgesloten) gevangenis te fotograferen – als ik er binnen kon komen. Helaas, wat ik ook geprobeerd heb, binnenkomen is me nooit gelukt. Zelfs mijn vriendschap met enkele hooggeplaatste mariniers en mijn reputatie als de ‘world famous photographer who photographed Uday Hussein’ hielpen niet. Een kolonel suggereerde dat ik betere kansen maakte als een unit me zou inlijven.

Scene2: Tikrit, Augustus 2003.

Terug in Irak, in opdracht voor Newsweek. De jacht op Saddam was in volle gang. Ditmaal zou ik ’embedded’ zijn bij de 4de Infantry Division. Maar door ruzie met een vorig Newsweek-team heerste daar groot wantrouwen. Mij werd onmiddellijk toegebeten dat ik mijn bek moest houden. Ik ging op zoek naar bondgenoten binnen het kamp. Zo zorgde ik vliegensvlug dat ik de publiciteitsgeile kolonel Hickey te spreken kreeg. Toen ik me aan hem voorstelde als ‘de fotograaf die Uday heeft ontmoet’, was het ijs gebroken. Sindsdien konden ik en mijn collega van Newsweek geregeld mee op huiszoekingstochten.

Eén ervan werd uitgevoerd door een genie-eenheid, die 15 km verderop gelegerd was. Ik vroeg de kapitein waar hij gevangenen opsloot en hoe de omstandigheden daar waren. ‘Erbarmelijk’, zei hij, ‘maar nog altijd vele malen beter dan op de basis waar ik ze aflever voor verhoor’. Omdat hij niet ongenegen leek om mij in de gevangenis te laten fotograferen, liet ik mij naar deze unit overplaatsen. Op onze eigen basis was men blij dat ik vertrok.

De genie nam me mee op een raid. Ik vertelde de jongens dat ze wereldberoemd zouden worden als ze Saddam zouden vinden en ik dat fotografeerde. Toen uiteindelijk zes arrestanten geblinddoekt en met handboeien om bij 60 graden Celsius werden ingeladen op een open truck, ben ik mee ingestapt. De truck reed direct naar de gevangenis. Al fotograferend liep ik, als vanzelf, mee naar binnen. Niemand hield me tegen, mede omdat de kapitein pas later arriveerde. Toen had ik mijn foto’s al gemaakt en mijn eerste bewijzen in handen.

Scene 3: Samarra. Eind november 2003.

BBC World Radio meldde dat 58 opstandelingen waren gedood door het Amerikaanse leger in de stad Samarra. Ik erheen, samen met een Arabisch sprekende Stern journalist. Toen we de taal machtig bleken en onze niet-Amerikaanse paspoorten lieten zien, bracht een meute van 50 man ons naar alle betreffende plekken. Iemand leende zijn zoon uit om iedereen uit te leggen dat we ‘goed volk’ waren.

De bevolking vertelde dat niet 58 verzetsstrijders, maar acht gewone burgers gedood waren. Mensen zouden boos geworden zijn toen een tank over een privé-auto reed. Toen er een schot viel, zouden de Amerikanen in het wilde weg zijn gaan schieten. In het mortuarium zagen we een oude man en vrouw met schotwonden, op de begraafplaats slechts vijf nieuwe graven. Kortom, een vreemd verhaal. Maar dat de plaatselijke Amerikaanse eenheid keihard optrad, was zonneklaar.

Scene 4: Samarra. Begin januari 2004.

Ik moest voor Newsweek een repo maken over ‘combat stress’. De unit in Samarra leek me ideaal. Ik belde het hoofdkwartier in Tikrit, waar ik de mensen inmiddels kende, en een dag later was alles geregeld. Het is deze eenheid die in M beschreven staat. Ik mocht alles fotograferen. De militairen geloofden werkelijk dat dit de enige juiste manier van optreden was. Hun vertrouwen had ik al snel, ik denk mede omdat ik aldoor beklemtoonde dat ik ook wilde laten zien hoe het is om onder erbarmelijk omstandigheden in Irak gelegerd te zijn.

Bedrijf ik onderzoeksjournalistiek? Ik doe zeker veel onderzoek, deels omdat ik ook schrijf. De fotografie zelf vraagt om een ander soort research, omdat een foto ter plekke gemaakt wordt. Het moet zich voor mijn ogen afspelen. Feiten en getuigenissen zijn aardig, maar leveren geen beelden op.

In zekere zin kun je als schrijver met minder toe: je hoeft iets niet met eigen ogen te zien. De keerzijde is, dat je geïnterviewde bronnen moet checken. Een foto is onmiddellijk het ultieme bewijs. Voor fotografen draait het vooronderzoek vooral om de vragen: wat wil ik precies in beeld brengen en hoe kom ik op de juiste plaats op het juiste moment?

Het aardige van de combi foto-schrijven is, dat ik opschrijf wat ‘geen foto is’ en fotografeer wat in geschreven vorm moeilijk valt te geloven (1 foto = 1000 woorden). Precies dat maakt van mij misschien een meer allround en meer gedegen (foto)journalist. Want doordat ik als schrijver nauwkeuriger notities moet maken, meer interesse toon en vaker feiten check, weet ik meer af van hetgeen ik fotografeer en win ik sneller vertrouwen, waardoor foto’s beter kunnen worden.

Dat ik voor Newsweek werk, is uiteraard een luxepositie. Een embed regelen voor Stern is lastig, voor het NRC bijna onmogelijk, maar met Newsweek, CNN en Time maak je een goede kans. De legerleiding heeft nog nooit iets over mijn foto’s gezegd. Ze vinden dat een embedded journalist moet beschrijven wat er ter plekke gebeurt, en gaan ervan uit dat daarbij vanzelf een overwegend positief beeld ontstaat.

Meestal is dat ook zo. Sometimes you win, sometimes you loose… Hoe dan ook, de legerleiding weet: mijn beelden zijn ECHT, werkelijk gebeurd. Bovendien is beleid om de Irakezen angst aan te jagen, en schokkende foto’s helpen daarbij. Een soldaat die op de foto zijn laars in de nek van een Irakees drukt, reageerde achteraf slechts trots: ‘My boot was in Newsweek!

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk