Een freelance journalist gaat undercover als bewaker van bolletjesslikkers.
Door Zvezdana Vukojevic
In de zomer van 2002 ging ik voor Nieuwe Revu anderhalve week undercover als bewaker in het bolletjesslikkerscentrum in Zeist. Er waren twee aanleidingen voor het maken van deze productie. De eerste was een bericht in de Spits over opstanden in de tijdelijke bolletjeslikkersgevangenis en de slechte werkomstandigheden onder het – ongeschoolde – personeel. De tweede was dat mijn partners broer, rechtenstudent, me tipte over een bijbaantje dat hem was aangeboden: bewaker in een bolletjesslikkerscentrum. Je zou er na drie dagen cursus al aan de slag kunnen. Mijn nieuwsgierigheid was gewekt.
Ik belde Randstad, het uitzendbureau dat voor Securicor mensen wierf. Ze bevestigden dat ze, in verband met de ingestelde noodwet, per direct mensen zochten. Als freelancer stelde ik voor bij de redactie van Nieuwe Revu om tijdelijk in dienst te gaan als bewaker. Ze zagen het maatschappelijk belang en zeiden meteen: ‘Doen!’
De vragen waar ik een antwoord op wilde vinden waren: ‘Is het waar dat ongeschoolde arbeidskrachten worden ingezet die geen ervaring hebben in het omgaan met gevangenen?’ ‘Wat houdt die cursus van drie dagen in?’ ‘Hoe word je als bewaker voorbereid op je werk?’ ‘Wat is er waar van de geruchten over misstanden?’ Van te voren oriënteerde ik me via de kranten op de noodwet en las alle bolletjesslikkersdossiers.
Vervolgens heb ik me aangemeld bij Randstad waar ik werd doorverwezen naar een speciale ‘projectcoördinatrice’. In een kort gesprek moest ik aan haar uitleggen waarom ik dit werk wilde doen. Ik heb iets gezegd over dat ik ‘graag met mensen werkte’ en ik liet mijn Havo-diploma zien. Ik werd niet getest of ik überhaupt wel geschikt was voor dit werk. Mij werd meegedeeld dat ik nog door justitie gescreend zou worden (dat wil zeggen dat mijn naam bij justitie door computer gehaald zou worden). Toen kon ik op sollicitatiegesprek bij Securicor. Het was een gezamenlijk sollicitatiegesprek met drie kandidaten tegelijkertijd. Toen ik deze vreemde gang van zaken meldde bij het uitzendbureau beaamde de coördinatrice dat het niet helemaal klopte, maar ja, er was haast en een tekort aan personeel en daardoor kon een en ander soms onprofessioneel overkomen. De week daarna kon ik beginnen. Het Securicorformulier dat ik moest ondertekenen, waarin stond dat ik geen informatie over het centrum naar buiten zou brengen, heb ik mee naar huis genomen en nooit ingeleverd. Securicor vergat het. Toen ze me er later op aanspraken dat ik een zwijgplicht had kon ik zeggen dat ik daar nooit voor getekend had.
Tijdens de cursus van drie dagen kregen mijn negen medecursisten en ik een enorm dikke map overhandigd met onder meer de noodwet waar wij onder vielen. Er werd meteen bij gezegd: in principe heb je hier niets mee te maken, het enige wat telt is dat je nooit verantwoordelijk mag zijn voor ontsnappingen; jou mag nooit iets te verwijten te zijn op dat punt. De cursusleidster benadrukte dat je altijd alles met zijn tweeën moest doen. Verder kregen we les in fouilleren en boeien. Maar geen zelfverdediging, we leerden niet hoe om te gaan met conflicten, niets over de achtergronden van de gedetineerden.
Meteen na de cursus kregen we meteen ons rooster; men was er blijkbaar vanuit gegaan dat iedereen de cursus zou halen (ik haalde een 9,8!). De week daarna gingen we aan het werk, in totaal heb ik er anderhalve week als bewaker rondgelopen. Ik was voortdurend in contact met leiding, medebewakers en gedetineerden. Regelmatig trok ik me terug op de wc om snel aantekeningen te maken.
Gedurende mijn werk op het centrum kwamen steeds meer berichten in de media, onder meer van de FNV. Via andere uitzendkrachten sijpelde al informatie naar buiten dat de scholing onvoldoende was. Justitie reageerde hierop met de mededeling dat de uitzendkrachten alleen werden ingezet voor het uitdelen van voedsel. In mijn artikel dat kort daarna verscheen kon ik dat onmiddellijk tegenspreken.
Meteen na het verschijnen van het verhaal in de Nieuwe Revu werd ik gebeld door een advocaat die een proces voerde tegen de staat voor een versoepeld regime voor de bolletjesslikkers. Ik heb niet getuigd, maar de advocaat heeft wel de informatie uit mijn artikel gebruikt. Overigens heeft hij het proces verloren.
Naar aanleiding van het artikel heeft de FNV bij de poort van het centrum flyers uitgedeeld aan uitzendkrachten met informatie over hun rechten.
Op 21 augustus berichtte de krant dat in het vervolg geen uitzendkrachten gebruikt zouden worden, dat alleen mensen in ‘vaste dienst’ bewaker konden worden. Er kwam geen verandering in de opleiding, de cursus bleef wat hij was. Bij navraag twee maanden later bleek overigens dat het nog steeds mogelijk was om als bewaker in tijdelijke dienst te komen. Tot slot werd ik benaderd door onderzoeksbureau ES&E dat in opdracht van de overheid, advies uitbracht over de verlenging van de noodwet – die voor een jaar gold. De eerder genoemde advocaat die een proces voerde voor het versoepelde regime vertelde me later dat het gerucht ging dat het rapport van ES&E schokkend was geweest. Justitie zou hebben geëist dat het aangepast werd. De leidster van het onderzoek zou – om die reden? – zijn weggegaan bij ES&E. Helaas heb ik deze vrouw nooit meer te pakken kunnen krijgen. De noodwet werd uiteindelijk met twee jaar verlengd.
De steun van de redactie tijdens het proces was heel belangrijk. We hebben vooraf alles goed doorgesproken. Ik zou dagelijks – ‘s avonds – ruggespraak houden met de redactie. Aan het eind van de eerste week spraken we door wat we konden gebruiken zodat ik niet verdronk in de informatie/verhalen, ikzelf vond bijna alles belangrijk en schokkend wat ik tegenkwam. Het wederhoor hadden we zo gepland: op vrijdag belde ik justitie om te zeggen dat ik in het weekend een artikel zou opsturen voor commentaar. Maandag kwamen ze meteen met een officiële reactie, dat ‘ze zich niet konden herkennen in de beschreven situatie.’
Ik vond dit project heel boeiend om te doen want criminaliteit intrigeert me enorm. Normaal krijg je alleen een voorlichter van justitie te spreken maar nu had ik direct contact met de medewerkers, de bolletjeslikkers en het landelijk bijstandsteam dat opstanden in gevangenissen moet neerslaan. Toch was het wel moeilijk om een balans te vinden tussen afstand en betrokkenheid. Ik had toch vaak het gevoel dat ik mijn collega’s verraadde. We zaten samen op cursus, we werkten samen, we praatten over persoonlijk dingen en ik stelde steeds vragen zonder dat ik mijn beweegredenen bekend maakte. Later heb ik ze allemaal kunnen vragen of het goed was dat ik hun informatie gebruikte voor het artikel, en dat vonden ze gelukkig juist prima. Een volgende keer zou ik ook graag langer dan anderhalve week undercover gaan. Ik had dan vast nog veel meer boven tafel kunnen krijgen.