Jaarboek

Hoe eerlijk is de politie?

Panorama, 23 juli 2003

Door Marco van Barneveld

Ontluisterend! Panorama brengt tien ‘gevonden’ mobiele telefoons naar de politie. Als we ons twee weken later melden blijkt 50% van de telefoons niet gevonden. Hoe veilig zijn uw spullen bij de politie?

‘Uw telefoon kwijt? Nee hoor, we hebben niets gevonden.’

Vijf jaar geleden deed Panorama een test om te kijken hoe zorgvuldig de politie omgaat met gevonden goederen. We brachten toentertijd 10 portemonnees met ƒ 200,-erin naar 10 verschillende politiebureaus. In 50% van de gevallen waren ze, volgens de politie, niet gevonden. Er werd zelfs een agent betrapt op diefstal. Dit keer deden we de test nog eens dunnetjes over; met mobiele telefoons. Het resultaat was wederom bedroevend.

Vijf jaar geleden – om precies te zijn in Panorama nr. 49 uit 1998 – deed ik een test waarbij ik tien portemonnees als ‘gevonden’ afdroeg aan de zorg van de politie. In eerste instantie bleken vijf daarvan niet ‘gevonden’. Vier kwamen er onder de druk van publicatie in Panorama dankzij vereend zoeken in de diverse bureaus weer boven water. Uiteindelijk bleek in Gouda één van de dienstdoende agenten zijn handjes niet thuis hebben kunnen houden. Daar is destijds op gepaste wijze mee afgerekend.

Nu onderwerp ik de politie wederom aan hetzelfde onderzoek, dit keer niet met geld maar met mobiele telefoons. Heeft de Sterke Arm een les getrokken uit de vorige test? Krijg ik mijn GSMs ooit terug? Ik koop tien prepaid modelletjes, haal de pincode eraf en doen ze, samen met de laders en een Panorama of ander tijdschrift, in een oranje Albert Heijn-tas.

Vervolgens breng ik de telefoons naar dezelfde tien plaatsen die, geheel onvrijwillig, ook aan de vorige test hebben meegedaan: Utrecht, Den Haag, Amsterdam, Rotterdam, Culemborg, Tilburg, Nijmegen, Woerden, Gouda en Den Bosch. Daar waar er om gevraagd wordt, geef ik ze af onder een valse naam en verzin dat ik hem in de buurt van het bureau gevonden heb.

Na twee weken meld ik me – zonder te zeggen dat ik voor Panorama werk – weer bij de diverse bureaus om navraag te doen naar de spullen die ik zogenaamd verloren ben. Ik kan de verloren goederen gedetailleerd omschrijven. Zijn mijn eigendommen soms gevonden? Is er iemand zo eerlijk geweest? Het antwoord lijkt voor de hand liggend. Ik wéét tenslotte dat ik de telefoons en toebehoren heb afgegeven. Maar het blijkt wederom niet zo eenvoudig voor de politie. Nadat ik me hoopvol bij de diverse bureaus heb gemeld en navraag heb gedaan naar onze verloren eigendommen, blijft de test op een teleurstellende score steken. Niet alleen word ik als gedupeerde burger regelmatig onverschillig te woord gestaan; in slechts 5 van de 10 gevallen blijkt de telefoon en toebehoren direct boven water te komen. Pas als ik me later meld als verslaggever en bekend maak dat ik bezig ben met een test, gonzen de bureaus ineens als bedrijvige bijenkorven op een zomerse dag. De blauwe werklieden gaan graven in de stapels goederen om mijn eigendom terug te vinden en pas na heel lang doorvragen weten ze de spullen boven water te krijgen. Iets dat u als gedupeerde uiteraard nooit zult doen. M.a.w. volgens onze test krijgt u slechts in 50% van de gevallen uw eigendom terug van de politie. Zèlfs wanneer uw spullen wèl door een eerlijke vinder zijn afgegeven.

Amsterdam, bureau Nieuwezijds Voorburgwal
Afgifte: De juffrouw in blauw die achter de balie zit, kijkt enigszins verbaasd op over zoveel eerlijkheid. Haar blik is een mengsel van verwarring en bewondering. Dat zoiets nog gebeurt in deze tijd. Verder geen bijzonderheden
Wel of niet teruggekregen: Helaas. De spullen zijn niet gevonden.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: ‘Een Motorola T190 in een oranje Albert Heijn tas? Met lader? Even zoeken. Nee, die is niet gevonden. Sorry.’
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Tja, u moet wel weten wanneer u de telefoon heeft ingeleverd anders komen we er niet achter wat er gebeurd is. Het kan ook nog zo zijn dat we de telefoon uit de tas hebben gehaald.’ Een paar uur later blijken de spullen toch terecht.
Zorgvuldigheid: Slecht. Het is mooi dat de telefoon uiteindelijk boven water is, maar als gewone burger had u niet getwijfeld aan de eerste reactie van de politie – want wie brengt tegenwoordig gevonden spullen nog terug – en had u waarschijnlijk gefloten naar uw eigendom.

Den Haag, bureau Jan Hendrikstraat
Afgifte: Of ik mijn naam achter wil laten, is de vraag van de dienstdoende agent. Misschien krijg ik nog wel een beloning, zegt hij.
Wel of niet teruggekregen: Nee hoor, niets gevonden.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: De dame aan de andere kant van de telefoon is iets te snel met nee zeggen. Zo van: ‘Ik zal even kijken. Ik draai mijn hoofd van links naar rechts. Eeuuh, nee, ik zie geen telefoon. Ik denk dat je weinig kans hebt.’ En dat was dat.
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: Oeps, foutje; het blauwe radarwerk gaat op volle kracht draaien. Een paar uur later krijg ik alsnog een telefoontje: ‘Het blijft niet zo mooi. Maar hij is er wel. Die telefoniste heeft ook geen gelijk. Er worden regelmatig spullen teruggevonden. Dat ze zo snel je afwimpelde is niet goed. Wij willen namelijk ook graag van al die gevonden spullen af. Wat moeten we ermee?’
Zorgvuldigheid: Slecht. Maar wellicht verbetert dat sterk als ze in Den Haag een nieuwe telefoniste aanstellen.

Gouda, Houtmansgracht
Afgifte: De afgifte verloopt keurig. De inhoud van de tas wordt op een bon geschreven. Mijn ‘valse’ naam wordt genoteerd en ik word hartelijk bedankt voor mijn moeite.
Wel of niet teruggekregen: Ja, de spullen zijn terecht. Althans zo lijkt het.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: Ik laat in Gouda de telefoon ophalen door mijn zwager om de kans dat men mij bij de balie herkent te verkleinen. Ze hebben de tas gevonden! Er wordt getekend voor ontvangst van de lader en de telefoon. Later blijkt de lader niet in de tas te zitten. Maar ja, we hebben getekend voor ontvangst dus is de procedure in Gouda correct. Onze fout!
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Sinds jullie vorige test hebben we onze procedures enorm aangescherpt. Dat heeft duidelijk gewerkt.’
Zorgvuldigheid: De telefoon is terug. De procedures zijn aangescherpt. Gouda heeft geleerd van onze laatste test. Toch jammer van die lader!

Tilburg, bureau Centrum
Afgifte: Geen bijzonderheden. Een vriendelijke diender pakt de tas aan, noteert mijn valse naam en dat was dat.
Wel of niet teruggekregen: Ja. Alles terecht.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: Na het invullen van een teruggave formulier krijg ik het hele zaakje weer terug inclusief het briefje met mijn eigen valse naam. ‘Bel die meneer eens op om hem te bedanken,’ wordt me op het hart gedrukt door de vrouwelijke agente. ‘Je hebt echt geluk gehad met zo’n eerlijke vinder.’ En met zo’n goed geolied politiebureau. Waarvoor dank.
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Fijn dat je je eigendom terug hebt. Soms gaat het wel eens niet goed. Dat zie je bij de andere bureaus. Intern proberen we te werken aan een integriteitcode. Hoe ga je met mensen en hun spullen om. Wellicht heeft dat bijgedragen aan het resultaat van deze test.’
Zorgvuldigheid: Uitstekend

Den Bosch, hoofdbureau
Afgifte: ‘Nou, dat is aardig,’ zegt de vriendelijke baliemedewerker. ‘Geef je naam maar even. We zullen er goed voor zorgen.’ Waarop de tas netjes dicht geniet wordt. ‘Kan er ook niets uitvallen.’
Wel of niet teruggekregen: Ja. En er is goed voor gezorgd. We zijn weer trotse eigenaar van alle verloren voorwerpen.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: ‘Ik zal eens zoeken. Ja hoor, u hebt erg veel geluk. Hij ligt hier, kom hem maar ophalen.’ Als ik hem op ging halen, heb ik gelukkig een fotografe bij me want diezelfde agente zit wederom achter de balie. Ze is zelfs bezorgd of er misschien nog nietjes in de tas zitten. ‘Ik kijk wel even of er nog nietjes in zitten. Straks doe je je nog pijn.’ Wat een schatje!
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Het is prettig om te merken dat ons systeem werkt. Wij voeren het in, bergen het op en als een eigenaar zich meldt met een beschrijving, zou het moeten matchen. Vreemd dat het op andere bureaus soms misgaat.’
Zorgvuldigheid: Hulde. Wij denken erover om naar Den Bosch te verhuizen.

Woerden, hoofdbureau
Afgifte: ‘Waren er maar meer mensen die zo eerlijk zijn als jou,’ complimenteert de agente.
Wel of niet teruggekregen: Alles terecht.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: Na drie dagen word ik gebeld. Ik heb in de telefoon mijn eigen nummer achtergelaten en één van de Woerdense agenten heeft het gevonden voorwerp eens aan een nader onderzoek onderworpen. Hij belt mijn nummer: ‘Herkent u dit nummer?’ ‘Euh, ja. Dat is de telefoon die ik verloren ben een paar dagen geleden.’ ‘Mooi, ik bel u even terug met een gewone telefoon, dan kost het u geen beltegoed.’ In Woerden is de politie nog steeds je beste vriend.
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Het is mooi dat we zo goed gescoord hebben. We zijn behoorlijk druk bezig de goederenstroom in te bedden in het project Opsporing. We moeten terug naar onze kerntaken en dat is boeven pakken. Ook bij verloren goederen kijken we of er aanwijzingen zijn van een misdrijf of overtreding. In de hoop daarmee meer misdadigers op te sporen. Vandaar dat we ieder voorwerp goed bestuderen.’
Zorgvuldigheid: Goed. Èn goed speurwerk. Chapeau!

Rotterdam, dependance bij het Centraal Station
Afgifte: Een deur gaat open. Een wat nors kijkende politieagente vraagt wat er is. Ik zeg dat ik een telefoon heb gevonden. En met een kort ‘dank je’ pakt ze de tas aan en verdwijnt weer naar binnen.
Wel of niet teruggekregen: De telefoon is verdwenen.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: De telefoniste bij gevonden voorwerpen is wel vriendelijk. Maar ze kan niets vinden: ‘Wat is het voor telefoon. Nou, ik geef je weinig kans. Zeker als het een prepaid is. Weg is weg denk ik. Maar ik zal nog even doorgeven dat ze je moeten bellen als ze iets gevonden hebben. Maar nogmaals, het komt zelden voor. Sorry.’
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: Bij het nabellen, zegt de woordvoerder triomfantelijk: ‘Oh, dependance bij het Centraal Station. Daar zitten wijkagenten maar ook Spoorwegpolitie. Als je hem aan een wijkagent hebt gegeven, zal die hem wel afgegeven hebben aan de Spoorwegpolitie. Bel die maar.’ Maar ook de Spoorwegpolitie weet van niets. Daar melden ze dat ze de telefoon, als ze hem gehad hebben, afgegeven hebben aan gevonden voorwerpen van de NS. Die heeft bij navraag echter ook geen tas met telefoon en toebehoren gevonden.
Zorgvuldigheid: Zeer slecht. Ook als verslaggever van Panorama krijg ik mijn telefoon niet terug. Met vereende krachten hebben de spoorweg- en de gemeentepolitie de grote verdwijntruc gedaan met mijn telefoon.

Utrecht, bureau Kroonstraat
Afgifte: Geen bijzonderheden. De tas wordt zonder veel omhaal geaccepteerd.
Wel of niet teruggekregen: Niet als burger.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: Ik bel drie keer. Twee keer ligt het computersysteem op zijn gat. De derde keer wordt er gezocht, kan men niets vinden maar moet ik het later nog een keer proberen. Ik krijg wel te horen dat ik heel erg weinig kans heb. Gedesillusioneerd geef ik het op. Iets dat u waarschijnlijk al veer eerder had gedaan.
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Heb je wel aangifte gedaan? Als je geen aangifte doet, kunnen we niets vinden voor je. Hoe bewijs je dan dat hij van jou is?’ Ik wijs hem erop dat enkele jaren geleden bij de vorige test met de portemonnees, toen Utrecht overigens uitstekend uit de test kwam, ik ook geen aangifte had gedaan. Is er wat veranderd? ‘Oh, nou, nee. Goed ik ga voor je informeren.’ De volgende dag krijg ik een telefoontje dat ik het toestel alsnog op kan komen halen en dat er, vreemd genoeg, wel een aantekening in het systeem staat dat de eigenaar zich gemeld heeft.
Zorgvuldigheid: Slecht. Wellicht is het een tip voor de Utrechts politie om een ander computersysteem aan te schaffen of gewoon weer met de hand kostbare spulletjes te gaan beheren.

Culemborg, hoofdbureau
Afgifte: Geen bijzonderheden.
Wel of niet teruggekregen: Ja, keurig terug.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: Wanneer ik in het bureau sta om de telefoon in ontvangst te nemen, komt de agent waar ik de telefoon bij ingeleverd heb, binnenlopen. Ik draai me een kwart slag en strijk snel mijn haar in een gladde scheiding. Hij kijkt me heel even aan maar herkent me niet. Bijna was de reportage in het honderd gelopen.
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: ‘Het is niet meer dan normaal dat het goed is gegaan. Dat is ons werk. En dat moeten we zo goed mogelijk zien te doen.’
Zorgvuldigheid: Prima

Nijmegen, hoofdbureau
Afgifte: ‘Ja, joh geef maar hier,’ zegt oom agent. ‘Dat gebeurt echt bijna nooit dat mensen dit soort dingen bij de gevonden voorwerpen af komen geven.’ ‘Misschien is het goed voor mijn karma,’ zeg ik terug.
Wel of niet teruggekregen: Nee. Niets gevonden.
Reactie van de politie naar mij als gedupeerde: De dame kijkt heel even in het computersysteem om daarna tot de conclusie te komen dat de door mij ‘gevonden’ en afgegeven telefoon door niemand afgegeven is.
Reactie van de politie naar mij als verslaggever: Weer wordt er gevraagd naar de datum van afgeven. Die u, als gedupeerde, overigens nooit kunt weten. Daarna meldt de woordvoerder: ‘U hebt om een telefoon gevraagd met een lader? Dan is het daar waarschijnlijk fout gegaan. We hebben hem wel maar hij staat in ons systeem onder tas met meerdere voorwerpen en niet als telefoon.’ Tuurlijk. Zo’n plastic Albert Heijn tas is veel belangrijker dan de inhoud! Goed systeem daar in Nijmegen.
Zorgvuldigheid: Waardeloos. Om uw eigendom terug te krijgen moet u bij de politie Nijmegen precies weten hoe de eerlijke vinder uw spullen heeft afgegeven en ook hoe de politie dit vervolgens in haar computersysteem heeft gezet. Zelfs Jomanda zou hier nog een klus aan hebben!

Conclusie

Misschien hebt u in het verleden wel eens hoopvol bij de balie van een bureau staan wachten maar kreeg u te horen dat uw verloren spullen niet gevonden waren. Een desillusie rijker keerde u huiswaarts. Na twee tests kunnen wij met zekerheid zeggen dat het helemaal niet zeker is of uw eigendom wel echt verdwenen was. Wellicht lagen ze gewoon op het bureau en zijn ze later overgedragen aan de domeinen om vernietigd of verkocht te worden.

Helaas kunt u nooit bewijzen of uw eigendommen gevonden zijn door iemand die normen en waarden nog hoog in het vaandel heeft staan. Om de kans op het terugkrijgen van uw eigendommen te vergroten dient u bij het navragen naar verloren voorwerpen zeer goed door te vragen. Wanneer u in eerste instantie nul op het rekwest krijgt, wil dit nog niet zeggen dat uw voorwerpen niet gevonden zijn. In veel gevallen kan men de eerlijk gevonden spullen domweg niet vinden in de computersystemen of neemt men niet de tijd om zorgvuldig te zoeken. Maar of zelfs dat doorvragen werkt wanneer er geen dreiging van publicatie achter staat? We helpen het u hopen.

U bent een eerlijke vinder?

Wanneer u bijvoorbeeld een mobiel telefoon vindt, en u hecht aan normen en waarden, heeft u twee opties. U kunt de telefoon afgeven op het bureau of u kunt het gevonden voorwerp zelf bewaren. U doet dan wel aangifte van de vondst maar bewaart het als een goed huisvader zelf thuis. Dit laatste is slimmer. ‘Volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek wordt, wanneer het verloren object een waarde heeft onder de € 500,-, de politie bij afgifte na een jaar automatisch eigenaar van het voorwerp,’ zegt Vivianne Viguurs, voorlichter van de politie Brabant Noord. U kunt er dus geen aanspraak meer op doen wanneer de eigenaar zich na een jaar nog niet gemeld heeft. Geef gevonden voorwerpen dus aan, wacht een jaar af of de eigenaar zich meldt, is dit niet het geval bent ù de eigenaar. En u kunt het vast harder gebruiken dan de politie. Die hebben er al genoeg.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk