Jaarboek

De vette jaren zijn voorbij

het Onderwijsblad, 20 maart 2004

Door Yvonne van de Meent

Het beroepsonderwijs heeft vijf vette jaren achter de rug waarin de instellingen jaarlijks miljoenen overhielden en hun reserves flink konden spekken. Maar in 2002 keerde het tij: de helft van de roc’s sloot dat boekjaar af met een tekort. Dat blijkt uit onderzoek dat het Onderwijsblad heeft uitgevoerd naar de financiële positie van de 42 regionale opleidingencentra. Om uit de rode cijfers te komen, snijden kwakkelende roc’s in hun personeelsbestand.

Leo Lenssen, collegevoorzitter van roc Asa, zorgde afgelopen najaar voor flink wat opschudding in het onderwijs. Vlak voor Prinsjesdag beweerde hij in Buitenhof dat scholen voor voortgezet onderwijs, regionale opleidingencentra, hogescholen en universiteiten samen twee miljard euro ongebruikt op de bank hebben staan. Het geld blijft op de plank liggen omdat het bestuurders in het onderwijs ontbreekt aan moed en innoverend vermogen, aldus Lenssen. De grootste oppotters zijn volgens hem te vinden in het voortgezet onderwijs, maar ook zijn eigen sector, het beroepsonderwijs en de volwasseneneducatie (bve) zit er warmpjes bij. Deze ontboezemingen werden Lenssen niet in dank afgenomen. Ze kostten hem zijn zetel in het bestuur van de Bve-raad, de brancheorganisatie van het beroepsonderwijs.

De observaties van Lenssen lijken lijnrecht in tegenspraak met de berichten die de afgelopen maanden uit de bve-sector komen. Vier instellingen moeten afslanken omdat ze al jaren kampen met tekorten en interen op hun reserves. Deze zijn echter niet representatief voor de sector, want de financiële positie van de gezamenlijke bve-instellingen is goed. De roc’s beschikken over flinke reserves en tot en met 2001 hield de sector als geheel elk jaar miljoenen over. De roc’s danken deze stevige vermogenspositie aan minister Ritzen die in 1997 de onderwijsgebouwen gratis en voor niets aan de instellingen gaf. Dat deed hij niet zonder reden. In 1996 onderzocht Moret Ernst & Young de financiële positie van de bve-sector. Daaruit bleek dat dertig procent van de instellingen die zouden fuseren tot roc’s, niet aan de minimale vermogensnorm van de onderzoekers voldeed. Door de overdracht van de panden kreeg de sector een vermogen van ongeveer 1 miljard gulden in de schoot geworpen en was het vermogenstekort in een klap opgelost.

Daling aantal leerlingen

(…) De jaren na de overdracht van de gebouwen, waren vette jaren voor de roc’s. Begin jaren negentig kampte het mbo met een gestage daling van het aantal leerlingen, maar sinds 1998 groeit de deelname weer met zo’n 2,5 procent per jaar. De subsidie die roc’s per deelnemer ontvangen is ook gestegen. Ze krijgen daardoor elk jaar meer geld van het ministerie van Onderwijs: tussen 1998 en 2002 is de rijksbijdrage met bijna dertig procent gestegen. De educatiegelden die roc’s via gemeenten ontvangen, groeiden zelfs met zestig procent. De instellingen hoefden niet te beknibbelen en dat is te zien aan de ontwikkeling van de werkgelegenheid. Tussen 1998 en 2002 groeide het personeelsbestand met bijna zeventien procent naar 37.500 fte. Maar de situatie verslechtert. In 2002 sloot bijna de helft van de 42 roc’s het boekjaar af met een tekort.

Geld vrijmaken voor rente en afschrijvingen zal niet voor alle roc’s even makkelijk zijn. Veel instellingen hebben, ondanks de groeiende inkomsten, moeite hun huishoudboekje op orde te krijgen en het aantal instellingen dat met tekorten kampt neemt toe. Tussen 1998 en 2001 boekten twaalf tot zestien roc’s jaarlijks een tekort, in 2002 belandden twintig van de 42 roc’s in de rode cijfers. Tien roc’s hebben de afgelopen jaren drie of vier keer een boekjaar met een tekort afgesloten. De tekorten worden bovendien groter. In 2001 hielden de roc’s samen nog 63 miljoen euro over, een jaar later kwamen ze gezamenlijk tien miljoen euro te kort. De vette jaren zijn definitief voorbij. Het beroepsonderwijs groeit nog steeds en zal naar verwachting de komende jaren blijven groeien, maar sinds 2002 daalt het bedrag dat roc’s per mbo-leerling ontvangen. Dat is te wijten aan de bevriezing van de huisvestingsvergoeding. In het verleden compenseerde het ministerie de prijsstijgingen, maar de laatste drie jaar moeten de roc’s zelf geld zien te vinden voor de hogere verwarmingskosten, elektriciteitsrekeningen en gemeentelijke heffingen. In totaal gaat het om een korting van dertig miljoen euro per jaar. Bovendien vrezen de instellingen de marktwerking die in de sector educatie wordt ingevoerd. De gemeenten moeten de educatiegelden die ze van het rijk krijgen besteden bij de roc’s. Vanaf volgend jaar vervalt die ‘gedwongen winkelnering’ en kunnen gemeenten inburgeringstrajecten en taalcursussen ook bij andere (commerciële) instellingen inkopen. Roc’s zijn bang dat ze een flink deel van het educatiebudget kwijtraken aan instellingen die met goedkopere docenten kunnen werken.

Roc’s houden jaarcijfers onder de pet

De afgelopen drie jaar ontvingen de roc’s gezamenlijk ruim elf miljoen euro om de publieke verantwoording te verbeteren. De instellingen hebben sinds 1996 meer beleidsvrijheid gekregen. De overheid bemoeit zich niet meer met de gang van zaken binnen de instellingen, maar wil wel graag weten of ze waar voor hun geld bieden. Bij zelfstandigheid hoort een heldere rapportage over de besteding van de middelen die de overheid beschikbaar stelt. Omdat het daaraan schortte, kregen de instellingen extra geld. Maar het afleggen van publieke verantwoording zit de bve-instellingen, ondanks de stimuleringsgelden, nog niet helemaal in het bloed. Eind 2003 vroeg het Onderwijsblad alle roc’s de jaarrekeningen over 2001 en 2002 op te sturen. Slechts veertien van de 42 roc’s (35 procent), voldeden zonder morren aan dit verzoek. Twee roc’s stuurden een jaarverslag met summiere financiële gegevens. Van zeventien instellingen heeft de redactie tot op heden niets gehoord: geen briefje, geen telefoontje, geen e-mailtje, niets. Negen instellingen hebben beleefd laten weten dat ze hun jaarcijfers niet uit handen geven. ‘Het lezen en juist interpreteren van jaarrekeningen is een ingewikkelde zaak en daarmee specialistenwerk. Op basis van ‘toevallige’ groepering van cijfers is bijna elke conclusie te onderbouwen’, schrijft het college van bestuur van het Da Vincicollege in Dordrecht. Net als andere weigeraars verwijst het Da Vincicollege naar het Cfi, het bedrijfsonderdeel van het ministerie van Onderwijs dat de bekostiging uitvoert en de (financiële) gegevens verzamelt die daarvoor nodig zijn. Maar ook het Cfi is niet al te scheutig met het verstrekken van cijfers.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk