Jaarboek

De stoorzender die uit moest

De Gelderlander, 20 december 2003

Door Martijn van Beek en Henk van Gelder

Nijmegen, dinsdagochtend 18 november, 2003, 9.38 uur. Bij autowasserette ANAC in Nijmegen wassen drie jongens een witte Daihatsu Cuore grondig van binnen en van buiten. Het zijn Ferdi Ö., Goran M. en een klasgenoot van Ferdi. De laatste kan niet vermoeden dat dit de auto is waarin de avond ervoor de zestienjarige Maja Bradaric is gewurgd. Niemand weet dat immers nog, zelfs de politie niet. Daarna lopen de drie naar de overkant, het schoolplein van het Dominicus College. Maja zat er in 4vwo. Haar hartsvriendin Nina K., vriendin van Goran, zit in de derde klas. Het is net ochtendpauze. Goran wenkt zijn vriendin. Onder vier ogen vertelt hij Nina het vreselijke geheim. Geschokt, maar uiterlijk onbewogen, gaat Nina de les weer in. Even later wordt ze gevraagd uit de klas te komen. De ouders van Maja zijn op school. Na een nacht zoeken wordt hun dochter nog steeds vermist. Ongerust vragen ze of Nina hen kan helpen.

Een groep jongeren zoekt tussen bomen en struiken achter de school. Het zijn vrienden van Maja. Goran, Ferdi en Nina zoeken driftig mee. De dinsdag verstrijkt, woensdag aan het eind van de middag is Maja nog steeds niet gevonden. Terwijl aan het begin van de avond de politie de rector van het Dominicus College meedeelt dat zijn vermiste vwo-leerlinge zeer waarschijnlijk dood is gevonden, heerst onder de jongeren nog verwarring over de vermissing.

Als de ouders van Maja tegen zeven uur verschillende mensen bellen om te vertellen dat hun dochter dood is, sijpelt het trieste nieuws langzaam naar buiten. In jongerencentrum De Boerderij in Nijmegen-Dukenburg komen Maja’s vrienden geschokt samen. Sinds haar verdwijning wordt druk gechat, gebeld, ge-smst. Wie heeft Maja voor het laatst gesproken?

Donderdag. Maja is dood. Maja’s directe vrienden zijn verbijsterd. Goran M., Ferdi Ö. en haar beste vriendin Nina K. tonen hun afschuw. Goran en Ferdi bezoeken Maja’s ouders om hen te condoleren. Voor hun huis aan de Voorstenkamp ontstaat spontaan een bloemenzee. In zijn verdriet denkt de vader van Maja eraan Ferdi Ö. twintig euro terug te geven, die zijn dochter had geleend. Op vrijdagochtend bezoekt dezelfde Ferdi De Boerderij. Normaliter komt hij er nooit. Hij betuigt voor het altaartje dat voor Maja is opgebouwd zijn medeleven.

Vrijdag. Bij een bushalte aan de Hatertseweg voelen Goran P. en zijn vriendin Sanne R. om 19.30 uur een hand op hun schouder. Politie. Of ze mee willen gaan. Sannes tweelingzus wordt dan vrijgelaten. De twee meisjes uit Winssen lijken als twee druppels water op elkaar. Bij vergissing heeft de politie het verkeerde meisje aangehouden.

Eerste verhoren

Goran M. wordt thuis in Beuningen opgehaald. Verbijsterd ziet ook de vader van Ferdi hoe zijn zoon geboeid het familiebedrijf in Bemmel verlaat. Diezelfde avond nog hebben de eerste verhoren plaats. Sanne, Ferdi en Goran P. vertellen direct hun verhaal. Goran M. zegt niets van de dood van Maja te weten. Pas als hij geconfronteerd wordt met de belastende verklaringen van de anderen, geeft hij zaterdagmiddag toe. Bedremmeld heeft Goran P. op woensdag zijn vriendin opgebiecht dat hij bij de moord op Maja aanwezig is geweest. Goran had Sanne gevraagd hierover voorzichtig te zijn tijdens telefoongesprekken. Zelf is hij dat donderdagavond niet meer. Hij kan niet langer met de spanning leven. ‘Mijn leven is toch al verneukt. Ik ga misschien voor tien jaar de bak in, man’, zegt hij. Agenten tappen het gesprek af. ‘Dan ben ik jou kwijt. Ik kan niet eten en slapen.’ Ga hardlopen en drink daarna warme melk, adviseert Sanne. ‘Want ik wil je niet kwijt, schatje.’ Ze worstelt met het verhaal. Op de kaasafdeling van supermarkt Loeffen in Winssen, waar beide meisjes werken, heeft haar tweelingzus woensdagavond al direct gemerkt dat Sanne iets mankeert. Als haar zus in tranen uitbarst en vertelt waarom, zegt haar zus dat ze naar de politie moet gaan. Sanne weigert: dan is ze Goran kwijt. Negen maanden en drie weken hebben ze al verkering.

Sanne heeft een hekel aan Maja, vertelt zij de politie, want ook zij wil Goran hebben. Goran P. baalt zelf ook van Maja, die hem wekenlang op de huid zit ondanks zijn afwijzing. Tegenover Sanne heeft hij wijselijk zijn mond gehouden dat hij met Maja heeft gezoend. Drie dagen was het ‘aan’. Maja was in de zevende hemel. Maja heeft Goran P. leren kennen via Goran M. Andersom leert Goran M. via Maja haar beste vriendin Nina kennen. En terwijl het Maja niet lukt om Goran P. te krijgen, ontstaat tussen Goran M. en Nina wel een relatie. Maar ook Goran M. gaat vreemd, heeft Maja aan Sanne verteld. M. belt Sanne woedend op en dreigt dat ze Nina moet vertellen dat Maja leugens heeft rondgestrooid. M. bedreigt Maja met de dood. Maja is niet onder de indruk: ‘Dat is niet erg, je voelt dan altijd in je hart dat je ‘je kleine zus’ hebt omgebracht.’

Vriendschap verbreken

De twee Gorans zijn dikke vrienden. Maar Goran P. is ook bang voor Goran M. Een maand voor de moord hebben ze ruzie. Zijn broer heeft Goran P. gewaarschuwd voor de ander. Ook Sanne wil dat haar vriend de omgang met de Beuningse Goran verbreekt. Zij wil niet dat hij haar vriend in zijn problemen meetrekt. Goran M. is naar eigen zeggen inderdaad een vechtersbaas. Als er ruzie dreigt, deelt hij vaak de eerste klap uit. Uit veiligheid en omdat hij zich snel geraakt voelt in zijn eer en status.

Maandag 17 november, Beuningen. De dag van de moord. Goran M. staat om zes uur op, ontbijt haastig en kachelt op zijn rammelende fiets naar het industrieterrein langs de A73. Sinds twee jaar volgt hij een praktijkopleiding bij het ROC Nijmegen. Eén dag in de week zit hij op school. De overige vier dagen werkt hij voor een Beunings installatiebedrijf. Met twee collega’s rijdt hij deze ochtend in een bedrijfsbusje naar Gemert, waar ze een oud politiebureau verbouwen. Goran M. doet het goed op school. Hij is geen hoogvlieger, maar haalt voldoendes en spijbelt niet.

Als hij om kwart over vijf thuiskomt, rent hij direct naar zijn kamer om met vrienden te chatten. Hij eet achter het beeldscherm. Internet is belangrijk in de vriendengroep. Via chatsites worden alle nieuwtjes uitgewisseld en wordt rondgevraagd wie waar gaat stappen. Sinds Goran P. verkering heeft met Sanne, trekt Goran M. steeds meer op met Ferdi Ö. Ook Ferdi zit op het ROC. Om een zakcentje te verdienen werkt hij daarnaast in de horecazaak van zijn broer in Bemmel. Hij staat bekend als een rustige, vriendelijke jongen. Nadat Ferdi in juli zijn rijbewijs heeft gehaald, kan hij beschikken over de witte Daihatsu Cuore van zijn moeder. Op verzoek van Goran M. heeft hij zondagavond bij een Bemmels tankstation een jerrycan gekocht. Ruim een week daarvoor had M. besloten dat Maja dood moest. Sinds die tijd bedreigt hij Ferdi: ‘Ik maak je af als je niet meewerkt. Jij hebt een auto.’Als Ferdi deze avond Goran M. ophaalt in Beuningen, weet hij: nu wordt het serieus. Ik wil geen bloed in de wagen, zegt hij nog half-grappend als Goran instapt.

Ongelode benzine

Bij benzinestation Easy Fill in de Schoolstraat van Beuningen gaan de twee tanken. Een vriend van Goran staat er ook. Terwijl hij met Goran een gesprek aanknoopt, tankt Ferdi de auto vol met diesel. In de rode jerrycan gaat bijna vijf liter ongelode benzine. Met ‘je hebt ons hier niet gezien’, neemt Goran afscheid van zijn vriend. Het is kwart over zeven als de jongens koers zetten naar Nijmegen-Lindenholt, waar Nina woont. Daar wacht Maja op hen. Nina gaat niet mee. De drie rijden naar de flat in de wijk Hatert waar Goran P. met zijn moeder woont. Het regent een beetje. De muziek staat hard. Maja verkeert in de veronderstelling dat ze de jonge Goran oppikken om zoals vaker wat rond te rijden en om hem aan te spreken op zijn blowgedrag. De sfeer in de auto is goed. Als Maja bij de bushalte in de Couwenbergstraat een vriendin ziet staan, zwaait ze naar haar en roept ze haar nog wat toe door het autoraam.

Ferdi wil op dat moment het plan eigenlijk afblazen. Hij is bang dat het meisje bij de halte later een te belangrijke getuige wordt. Toch rijdt hij door naar het huis van Goran P., die achter in de auto gaat zitten. M. zegt later dat hij P. kort tevoren heeft ingeseind: wat betreft Maja, vanavond kun je je kans grijpen. P. neemt die mededeling niet al te serieus, zegt M. erbij.

Als ze Nijmegen-Dukenburg binnenrijden, legt Goran M. zijn handen om de nek van Maja. Het meisje schrikt niet. Zij en Goran knuffelen immers wel vaker. De regen zet door. Het is stil op straat. De matte straatverlichting maakt het donker. Dan klemt Goran M. opeens zijn beide armen om de keel van het meisje. Voor het gevoel van Goran M. duurt de wurging zo’n tien minuten. Hij wordt steeds kwader. Beelden van de oorlog in zijn geboortestad Tuzla in Bosnië schieten aan zijn ogen voorbij. Al blijft hij beseffen wat hij doet. ‘Het is net als in een film, waarin je naar jezelf kijkt. Ik voelde er niets bij.’ Dan gaan zijn armen zeer doen. Ik hou het niet, roept hij uit. Ferdi draait een straatje in en stopt. Met zijn linkerhand knijpt hij Maja’s neus en mond dicht. Het meisje verzet zich. Pak het touw, schreeuwt Goran M. naar Goran P. Die weigert. Hij wil uitstappen, maar kan dat niet omdat achter in de auto geen deuren zitten. Dan raapt M. zelf het touw van de bodem dat Ferdi’s moeder normaal gesproken gebruikt in haar moestuin. Ferdi helpt Goran M. om het touw rond de hals van het slachtoffer te krijgen. Beide jongens trekken aan een uiteinde, totdat Ferdi zegt: ‘Nu is ze wel dood hoor.’

Op de achterbank

Met de dode Maja op de voorbank rijden de jongens naar recreatieplas De Beerendonck. Goran M. houdt het touw vast. Hij vreest dat het lichaam van Maja anders voorover valt en dat ze worden aangehouden door de politie. Bij de zwemplas leggen Goran M. en Ferdi het meisje op de achterbank. Goran M. stapt zelf ook achterin. Goran P. verhuist naar voren. Hij wil naar huis, maar Ferdi zet koers richting Bemmel. Hij weet ‘een plasje’ waar ze Maja kunnen verbranden. De auto rijdt via de brug bij Ewijk over de A50 om dan via de A15 naar Bemmel te rijden. Ferdi rijdt met de auto vanaf de dijk bij Bemmel de uiterwaarden in tot de weg te smal wordt. Goran M. en hij slepen Maja uit de auto en tillen haar naar de waterkant enkele meters verderop. Goran P. blijft achter bij de auto. De twee anderen vegen wat bladeren opzij en leggen haar neer. Ferdi besprenkelt het lichaam met benzine. Met moeite steken ze het lichaam in brand.

Met gedoofde lichten rijden de jongens weg, terug naar Nijmegen. Onderweg bespreken ze wat ze tegen de politie moeten zeggen. Tussen Nijmegen en Malden wordt een plastic Gammatas met papierproppen en plastic handschoenen gedumpt in een prullenbak naast de weg. Ferdi haalt de simkaart uit Maja’s Motorola. De simkaart verdwijnt in een container, de telefoon gaat naar zijn twaalfjarig broertje.
Maandag 17 november 22.15 uur. Een automobilist op de dijk ziet een vuur in de polder, stopt even, maar blijft op afstand. Drie kwartier later nadert opnieuw een auto met een vermoeide en ongeruste man en vrouw. Ze zoeken al dik een uur naar de vermiste broer van de man.

De twee zien de brand. Baldadige jeugd, vermoeden ze als ze eropaf lopen. Met zijn voet probeert de man het brandende voorwerp te draaien. Een etalagepop, constateren ze en rijden weg. Een onbestemd gevoel zorgt dat ze een half uur later terugkeren. De koplampen van de auto op de smeulende resten gericht. Hier ligt een mens. Ontdaan belt de man 112. Het is 0.19 uur. De politie arriveert binnen enkele minuten, met in het kielzog de brandweer. Uren later wordt Maja herkend aan haar horloge.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk