Kenniscentrum

Van vermoeden tot publicatie

Journalisten ontwikkelen gaandeweg hun eigen systeem als ze onderzoek doen, meestal door vallen en opstaan. Die hobbels in de weg zijn belangrijk, ze helpen je om bewust te worden van je eigen werkwijze. Systematisch te werk gaan is vaak de beste manier om ervoor te zorgen dat er resultaten worden geboekt.

door Anjuli Veltman

Luuk Sengers heeft samen met Mark Lee Hunt een manual geschreven: Story Based Inquiry.

Deze gids is het resultaat van talloze interviews met onderzoeksjournalisten over hun methodiek. Dit is nog nooit eerder gedaan. Alle verschillende methodes zijn door de heren samen gebracht tot een soort algemeen systeem waarbij de hypothese centraal staat.

Voordat je je op een onderwerp stort, moet je één ding bedenken: waarom zou je dieper willen graven?

Sengers geeft er verschillende redenen voor.

Vooral op regionaal en lokaal niveau is er weinig tijd en geld voor onderzoeksjournalistiek. Door er wel aandacht aan te besteden, kun je je als medium profileren.

Het kan ook zijn dat er vraag naar is door je publiek of dat het belang van een ander meespeelt.

Maar bovenal moet het onderwerp aansluiten op jezelf, jouw eigen betrokkenheid zorgt ervoor dat het verhaal er uiteindelijk komt. Dit kan echter ook een valkuil zijn. Als je te dicht op een onderwerp zit, kan je eigen boosheid tegen je werken omdat je tunnelvisie krijgen.

Sengers benoemde vanochtend in zijn optiek de essentie van journalistiek: het gaat niet over feiten of dé waarheid maar om het verhaal. Journalisten brengen de nuances aan, laten de verschillende kanten zien. Maar hoe kom je aan een onderwerp? Alert blijven, luidt het advies.

Je moet gebruik maken van al je zintuigen. Wij houden als vanzelfsprekend onze oren en ogen open, maar wellicht is er een plek in de buurt waar het altijd een beetje vreemd ruikt. Zie hier: een potentieel nieuw onderzoek.

Story based inquiry wordt door Sengers uitgelegd in drie stappen.

De hypothese is het DNA van je verhaal. Ze zet aan tot kritisch denken.

Als gouden regel geldt: houdt het simpel (‘iemand doet iets’). En wees zo concreet mogelijk.

Een hypothese heeft meestal een centraal figuur: niet wat maar wie doet het. En dat hoeft niet altijd negatief te zijn, iemand kan ook een held of een voorbeeld zijn.

Aan het begin van je onderzoek maak je een factsheet en stel je een bronnenkaart op om zo alle ‘spelers’ en documenten te verzamelen. Vervolgens kies je een invalshoek en gebruik je de bijgehorende informatie.

Daarna kijk je naar de chronologie. Hoe kon dit gebeuren? Om tot een antwoord te komen op je hoofdhypothese moet je een aantal stappen terugdenken. Wat moet er zijn gebeurd?

Dit zijn zogenaamde voorwaarden voor je verhaal, die je met deelhypotheses kunt onderzoeken.

Stap drie is de vorm van het verhaal. De naam story-based inquiry zegt het al. Om je verhaal spannend en boeiend te maken, moet je denken in scènes. De voorwaarden zijn nu de turning points in je verhaal.

Wanneer je verhaal af is, wil je natuurlijk dat het aanslaat bij het publiek. Het kan gebeuren dat dat niet direct het geval is. Bij de presentie van het eindproduct komt het vaak aan op ‘recall’, herhaling.

Het verhaal vanuit verschillende invalshoeken brengen, op meerdere plekken of momenten of op verschillende kanalen en wellicht in samenwerking met een ander medium.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk