Kenniscentrum

‘Empathie bepalend voor programma’

Hoe ervaren Nederlandse militairen de internationele vredesmissies? Wim Schepens, programmamaker bij de VPRO, zocht het uit en maakte er een thema-avond over. Op 28 juni 2009 wordt deze voor de tweede keer uitgezonden. Typerend voor de VPRO thema-avond is de tijd: dit keer hoeft het onderzoek niet in 30 of 50 minuten te worden samengeperst, maar wordt er een hele avond aan besteed. Dat biedt de onderzoeksjournalist andere mogelijkheden.

Tekst: Rachel Levy

‘De VPRO thema-avond wil diep en medelevend met mensen omgaan, ook nadat een uitzending is geweest. ‘Wat ons onderscheidt van de meeste programma’s, is de precisie en de tijd die we aan de mensen besteden’, vertelt Schepens.

Het maken van Voor de Vrede kostte in totaal vier maanden; de montage alleen al duurde zes weken.

Zijn eerste VPRO Thema-avond ging over het onderwijs, een thema dat regelmatig de televisie haalt.

Succesvol recept

‘Maar meestal gaat dat over politieke kant. Uitgezonderd wanneer er demonstraties zijn, komen de onderwijzers zelf niet aan het woord. Bij de thema-avond doen we dat juist wel. Vaak denken mensen: dat thema kennen we al. Maar wanneer je de tijd neemt en het vertrouwen wint van de mensen, merk je dat het iets bijzonders oplevert.’

Na het onderwijs volgden er thema-avonden over de zorg en het juridische apparaat. Het recept – de tijd nemen en oog voor de mens hebben – bleek steeds opnieuw succesvol.

Ook bij Voor de Vrede, waarin de programmamakers spraken met Nederlandse militairen die de afgelopen dertig jaar deelnamen aan verschillende soorten vredesoperaties.

‘Wij vragen niet naar de politiek, maar naar hun persoonlijke ervaringen. Dat is een kant die vaak wordt weggemoffeld, of wordt onderbelicht.’

Via de persoonlijke ervaringen van de militairen, door de generaties heen, laat Voor de Vrede ook de historische ontwikkeling zien van de internationale vredesoperaties.

Menselijke facetten

Zo zie je ook hoe in de loopt der tijd de ietwat naïeve gedachte van de maakbaarheid van de wereld plaats maakt voor een realistischere kijk op oorlog en conflictsituaties.

Het is vooral het menselijke gezicht van de militairen dat indruk maakt tijdens het programma. Het imago van de stoere macho militair valt weg en de mens met al zijn zwakheden komt naar voren.

Voor de Vrede laat daarmee zien dat onderzoeksjournalistiek niet altijd gaat over het opdiepen, ordenen en interpreteren van feiten, maar evengoed over het neerzetten van de mens in al zijn facetten.

Hoe moeilijk is het om als programmamaker zoveel vertrouwen te winnen van de mensen die je interviewt?

‘Je moet er heel veel aandacht aan besteden. Het vergt tijd. De vraag is altijd: wie kies je uit een grote groep? Je wil een representatief beeld geven, dus je moet streven naar diversiteit. Bij dit programma betekent dat diversiteit van militaire rang en van soorten militaire operaties. Je wil mensen hebben die wel en niet beschadigd zijn door hun ervaringen, die wel en niet meer in dienst van Defensie zijn.’

Dramatisch verhaal

Schepens werd bij het selecteren van de mensen geholpen door Defensie, maar nam ook contact op met veteranenclubs en inloophuizen voor (oud)militairen.

Om uit de honderden namen die hij toen kreeg een kleinere groep te selecteren, werd iedereen opgebeld of persoonlijk bezocht. Wat volgden waren honderden uren aan voorgesprekken, met twee mensen.

‘Daarvan maakten we korte verslagen waarin we meldden welke punten we wel en niet sterk vonden. Mensen met een dramatisch verhaal zijn het makkelijkst.

Maar wat doe je met hen die een minder dramatisch relaas hebben? Pas als je langer met mensen praten ontdek je welk facet je uit zo’n gesprek moet lichten.’

Stamregel was dat degene die het interview zou doen, niet het voorgesprek deed.

Schepens: ‘Die sprak dan weer met een ander. Bij sommige mensen zijn we verschillende keren langs gegaan. Het kwam wel voor dat mensen zich bedachten, of dat, als de één over de brug was, de partner bezwaar maakte. Dus dan ga je opnieuw praten.’

Groot voordeel was dat de VPRO Thema avond al een bestaand programma was.

‘Zo konden we mensen laten zien wat onze toon en vorm was,’ vertelt Schepens.

Amateurbeelden

De makers besteedden ook talloze uren aan het doorwerken van amateurvideobeelden van de militairen zelf, in de hoop goed materiaal te selecteren voor het programma. Dat lukte, maar eenvoudig was het niet.

‘Amateurmateriaal is toch heel iets anders dan professioneel materiaal. Dat we er toch tijd aan besteedden, was omdat we meenden dat de video’s veelzeggend waren voor de ervaringen van de militairen: sommigen hadden echte vakantiefilms, terwijl anderen serieuze oorlogsbeelden hadden opgenomen. Die blik op de wereld stond vaak model voor de manier waarop zij de militaire missie ervaren hadden.’

Hoewel de samenwerking met Defensie goed verliep, was het aanvankelijk moeilijk om het ministerie ervan te overtuigen dat de interviews met de militairen niet op de kazerne, maar thuis moesten plaatsvinden.

‘Thuis praten mensen makkelijker, persoonlijker. Wij moesten Defensie echt uitleggen dat sfeer heel belangrijk was voor de toonzetting van een gesprek.’

Uitgangspunt voor een goed onderzoek blijft volgens Schepens het nemen van tijd: voor het onderzoek, voor de mensen, en de afwerking. ‘Ik geloof niet dat er een programma bestaat dat met zo veel empathie omgaat met mensen die in het programma voorkomen. Dat is, denk ik, wat ons van andere programma’s onderscheidt.’

Voor de Vrede, 28 juni 2009 om 12:10 uur op Nederland 1. Kijk voor meer informatie op de Thema-avond website van de VPRO.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk