Jaarboek

Smeerpijp in Groningen ‘tijdbom’

Overzicht Jaarboek 2006

cover2006GRONINGEN – Een oude persleiding tussen Groningen en de Eems-Dollard bevat slib dat sterk met kwik en arseen is vervuild. Delen van de pijp verkeren in slechte staat. ‘Een tijdbom,’ zegt milieukundige Lucas Reijnders, hoogleraar aan de Universiteit van Amsterdam.

*Dagblad van het Noorden, 5 februari 2005*

Door Frank von Hebel en Bram Hulzebos

Begin jaren negentig is het in de persleiding aanwezige slijm en slib onderzocht op de aanwezigheid van kwik en arseen. Hoogleraar Reijnders schrikt van de hoeveelheden die in het slib zitten. ‘Deze waarden zijn in Nederland niet eerder aangetroffen,’ zegt hij. ‘Deze hoeveelheden kwik tref je wel eens aan in de buurt van kwikmijnen in bijvoorbeeld Alaska. Op zich is deze smeerpijp een tijdbom.’

Volgens de professor vormen het extreem giftige kwik en arseen een groot risico voor het milieu als ze uit de buis lekken. De 28 kilometer lange persleiding met vervuild slib is van gietijzer en ligt sinds 1926 in een sloot, evenwijdig aan het Eemskanaal. De pijp loopt vlak langs woonwijken in Appingedam, Delfzijl en Groningen. Het provinciebestuur ontving gedurende de jaren negentig verscheidene rapporten van Iwaco, adviesbureau voor water en milieu, waarin onder meer stond dat de smeerpijp ‘plaatselijk in slechte staat verkeert en dat naar alle waarschijnlijkheid ook in het verleden lekkage heeft opgetreden’. Volgens de Groninger milieugedeputeerde Tonnes Musschenga (CDA) is er echter niets aan de hand. ‘Er zijn geen aanwijzingen dat er iets mis is met die buis.’ Zijn woordvoerster noemt het verslag van het onderzoek naar de smeerpijp ‘tendentieus’.

De smeerpijp voerde tot 1979 afvalwater af van Groningen naar de Eems-Dollard. Ook de voormalige Groningse landbouwgiffabriek Aagrunol loosde op deze pijp. Daarmee is de enorme hoeveelheid kwik in het slib verklaard. Aagrunol was tot eind jaren tachtig de enige kwikproducent van Europa. Het bedrijventerrein aan de Meeuwen was één van de meest vervuilde locaties van Nederland. Sanering kostte destijds honderd miljoen gulden.

*Dagblad van het Noorden, 27 september 2006*

Reportage start sanering
Smeerpijp voor altijd schoon in de grond

Staatssecretaris Pieter van Geel van het ministerie van VROM kwam gisteren helemaal vanuit Den Haag om in Delfzijl op een knop te drukken. Hij startte met deze handeling officieel het schoonmaken van de zwaar verontreinigde persleiding tussen Groningen en Delfzijl.

Door Frank von Hebel

DELFZIJL – ‘Die pijp moet schoon.’ Milieugedeputeerde Henk Bleker spreekt krachtig in de microfoon. Hij staat op een klein podium in een witte tent die op de Ubbenslaan in Delfzijl is opgesteld. Een miezerig regenbuitje begeleidt zijn woorden. Het publiek telt veel mannen in pakken. Staatssecretaris Pieter van Geel start vandaag de officiële sanering van de smeerpijp tussen Groningen en Delfzijl. Bleker belooft zijn toehoorders een goed gereinigde persleiding.

‘Het schoonmaken is niet een beetje Sorbo hier en Sorbo daar,’ zegt hij. ‘Die pijp wordt zodanig gereinigd dat hij voor eeuwig aan de aarde kan worden toevertrouwd.’ Daarna betreedt Van Geel het podium. Hij is populair onder zijn toehoorders. Niet zonder reden. Het ministerie van VROM betaalt de helft van de schoonmaakkosten tot een maximum van 9 miljoen euro. Het resterende bedrag wordt door de provincie, het Waterschap Noorderzijlvest en de gemeente Groningen opgehoest. De staatssecretaris spreekt van een goede oplossing.

‘Niet alleen vanwege de maatschappelijke onrust. De rekenmeesters in Den Haag vertelden mij dat als de buis nu niet wordt schoongemaakt, de kosten over een aantal jaren veel hoger zijn.’ Van Geel krijgt vervolgens een afstandbediening in handen gedrukt. Hij drukt op een knop en stelt daarmee een zogeheten reinigingskop in werking die in de gietijzeren buis is bevestigd. Waterstralen worden met grote kracht tegen de wanden gespoten. De sanering is begonnen.

KADER
Dossier smeerpijp
5 februari 2005: Dagblad van het Noorden bericht over de gebrekkige controle op de zwaar verontreinigde persleiding Groningen – Delfzijl.
9 februari 2005: De provincie Groningen gelast een onafhankelijk onderzoek naar de manier waarop de smeerpijp in de gaten is gehouden.
9 maart 2005: Uit eigen onderzoek van de bewoners van de Groninger wijk Ruischerbrug blijkt dat de sloot waarin de persleiding ligt, met kwik is vervuild.
21 maart 2005: De provincie en het Waterschap Noorderzijlvest starten met de informatieronden in Groningen, Garmerwolde Woltersum, Appingedam en Delfzijl om de bevolking te informeren.
1 juli 2005: Advies- en ingenieursbureau Grontmij adviseert dat de smeerpijp en de verontreinigde grond worden schoongemaakt. Tevens stelt zij vast dat de provincie Groningen in de monitoring van de persleiding te kort is geschoten.
19 september 2006: Het ministerie van VROM betaalt de helft van de schoonmaakkosten tot een maximum van 9 miljoen euro.
26 september 2006: Staatssecretaris Van Geel geeft het startsein voor de sanering van de smeerpijp.

Hierboven zijn het eerste en meest recente artikel van Dossier Smeerpijp afgedrukt. Wat zich daarvóór en in de tijd daartussen heeft afgespeeld is te lezen in de hierna volgende toelichting.

Het dossier is in zijn geheel te vinden op de website van Dagblad van het Noorden.

TOELICHTING
Dossier Smeerpijp
Een kwestie van volhouden en doorspitten

Dossier Smeerpijp zag het levenslicht tijdens een bijeenkomst eind 2004 van de groep onderzoeksjournalistiek van <I>Dagblad van het Noorden. Stadsverslaggever Bram Hulzebos maakte bekend dat hij bezig was met een verhaal over een veehouder in Garmerwolde die zijn veestapel om onverklaarbare redenen onder zijn ogen zag sterven. Ondanks talloze onderzoeken van veeartsen en milieubureaus bleef de oorzaak van de ziekte onbekend.

Door Frank von Hebel en Bram Hulzebos

Verslaggever Frank von Hebel van de editie Noord/Midden Groningen keek verrast op. Garmerwolde bevond zich in zijn aandachtsgebied. De verslaggevers besloten hun krachten te bundelen. De opdracht die tijdens de bijeenkomst werd verstrekt was simpel: kijk maar hoe ver je komt.

Het onderzoek begon bij de veehouder. Hij vertelde over de mogelijke oorzaken die tot de dood van zijn vee konden hebben geleid. Bijna terloops noemde hij de aanwezigheid van een oude persleiding die in een sloot langs zijn land lag. Daar moest nogal wat troep in zitten. Ook sprak hij bitter over de rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) van Waterschap Noorderzijlvest die aan zijn land grensde. Het waterschap had de rwzi van de provincie Groningen overgenomen.

De verslaggevers startten vervolgens met het doorspitten van tientallen onderzoeksrapporten die in het bezit waren van de veehouder. Ook brachten ze uren door op het provinciehuis in Groningen, omringd door tientallen dozen uit het archief. Ze praatten de volgende maanden onder meer met veehouders, dorpsbewoners, veeartsen, biologen en ambtenaren van het waterschap en de provincie. Vanzelfsprekend zaten de verslaggevers ook menig uurtje te ’googlen’ op internet.

Langzaam maar zeker kreeg de persleiding, die in veel rapporten en gesprekken opdook, een prominente rol in het onderzoek. Het bleek om een gietijzeren leiding tussen Groningen en Delfzijl te gaan, die van 1926 tot 1979 werd gebruikt om het afvalwater van Groningen naar de Eems Dollard af te voeren. De pijp was ooit eigendom van de gemeente Groningen. De leiding kwam daarna in handen van de provincie en vervolgens van het waterschap. De provincie bleef verantwoordelijk voor de controle.

De verslaggevers kwamen erachter dat de veehouder gelijk had. In oude rapporten stond dat zich in de persleiding nog steeds slib bevond, dat onder meer grote hoeveelheden kwik en arseen bevatte. Ze krabden zich eens goed achter de oren. Kwik en arseen in een tachtig jaar oude buis van gietijzer? Was dat een normale manier om levensgevaarlijke stoffen te bewaren?

Tijdbom
De overheden lachten hun vragen weg. Gedeputeerden, ingenieurs en waterschapsbestuurders bezwoeren dat er geen reden tot opwinding was. Die persleiding bevatte weliswaar ’gevaarlijk spul’, maar de buis werd goed in de gaten gehouden. Uit de rapporten van het bureau dat de buis in de gaten hield, bleek duidelijk dat er niets noemenswaardigs aan de hand was. Dus waar maakten de heren journalisten zich nou zo druk over?

De verslaggevers kregen zonder problemen de controlerapporten mee. Zij kwamen na lezing echter tot een andere conclusie dan de deskundigen van het waterschap en de provincie.
Het bureau maakte melding van bodemverontreiniging. Dit bleek uit metingen van peilbuizen die bij de persleiding waren geplaatst. Maar de verslaggevers ontdekten nog iets anders: de 28 kilometer lange persleiding, die dwars door dichtbevolkte woonwijken liep, werd niet goed in de gaten gehouden. Een groot aantal peilbuizen was verdwenen en het bureau zette zelf vraagtekens bij de controlemethode.

De verslaggevers zochten vervolgens contact met hoogleraar milieukunde Lucas Reijnders. Hij las de rapporten en kwam tot de volgende conclusie: die persleiding was een tijdbom, die niet goed werd gecontroleerd.

De centrale vraag ’hoe wordt de pijp in de gaten gehouden?’ was nu beantwoord. De verslaggevers bespraken hun bevindingen met adjunct hoofdredacteur Henk Blanken, die het onderzoeksproject begeleidde. Zij kwamen tot de conclusie dat ze genoeg informatie en aanknopingspunten hadden om een serie artikelen over de persleiding te publiceren. Dossier Smeerpijp was geboren.

De eerste publicatie in februari sloeg in als een bom. Landelijke media stortten zich op het onderwerp en statenleden van de provincie vroegen in een spoedvergadering om opheldering aan de verantwoordelijk gedeputeerde. Hij beloofde een onafhankelijk onderzoek. Kort daarna meldde hij zich ziek. Pas na de uitkomst van het onderzoeksrapport was hij hersteld.
Ingenieurs en adviesbureau Grontmij kreeg de opdracht. Het rapport werd in juni verwacht. De provincie en het waterschap hielden informatiebijeenkomsten in Groningen, Appingedam, Delfzijl en dorpen die langs het tracé van de persleiding lagen. Tijdens deze drukbezochte bijeenkomsten ging het er vaak emotioneel aan toe.

Breuken en lekkages
Inwoners vreesden voor de volksgezondheid en de waarde van hun huizen. Ook waren ze boos dat hun nooit iets over de aanwezigheid van de persleiding was verteld.

De verslaggevers wachtten het rapport niet af. Ze wilden weten wat er al die jaren met de buis was gebeurd. Maar opeens bleek het een stuk moeilijker informatie te krijgen. De gemeente beweerde dat in haar archieven geen stuk meer over de leiding te vinden was. De verslaggevers doken vervolgens de archieven van het Groninger Archieven Regionaal Historisch Centrum in. Een gouden greep. In de periode dat de persleiding in gebruik was, hebben zich menig maal breuken en lekkages voorgedaan, zo bleek in de Groninger Archieven.

Ook spraken ze met oud ambtenaren die zich off the record nog het een en ander wisten te herinneren. Verder kregen ze telefonische ’colleges’ van metallurgen, biologen en scheikundigen over gietijzer en kwik.

De krant had inmiddels een apart e-mailadres over de smeerpijp geopend. Hierop werd veel gereageerd. Ook de artikelen die op de website werden geplaatst zorgden altijd voor een hoop reacties. Een flink aantal leverde interessante aanknopingspunten op. Zo vertelde iemand dat hij vroeger langs een sloot woonde, die plotseling leegliep, omdat er ’een gat in een oude buis zou zitten’.

De verslaggevers, maar ook hun collega’s en chefs bevonden zich nu in een voor hen niet alledaagse situatie: ze hielden zich bezig met een verhaal dat niet onmiddellijk de krant in moest. De betrokken redacties, maar ook de verslaggevers, moesten eraan wennen dat ze gedurende een half jaar niet fulltime voor de dagelijkse productie inzetbaar waren. Ook werd er via de publieke opinie druk op hun uitgeoefend. Zo haalde een wethouder van Groningen via zijn weblog hard uit naar de krant. Hij eiste dat het Dagblad van het Noorden zich zou verantwoorden als uit het onderzoek van de Grontmij bleek dat er niets aan de hand was. Een hoogleraar media bestempelde de berichtgeving als ’sensatiejournalistiek’.

Verder lieten politici en deskundigen, zoals bijvoorbeeld ingenieurs in dienst van de provincie, veel verbaal geweld op hen los. Ze wezen onder meer op de kwaliteit van de buis en de bodemgesteldheid van de kleilaag waarin de buis lag. De journalisten beseften dat ze moesten vasthouden aan hun stelling ’de controle op de smeerpijp rammelt’ als ze ondanks alle bomen nog het bos wilden zien.

De verslaggevers en de krant spitten dus gewoon door. Nog voordat het onderzoek werd gepresenteerd, brachten zij artikelen waaruit onder meer bleek dat het potje dat het waterschap voor de sanering van de persleiding tot zijn beschikking had, ontoereikend was. Ook meldde zich een voorzitter van dorpsbelangen die wist te vertellen dat je op een bepaalde plek met het grootste gemak via een oude inspectieput bij de persleiding kon.

Schoonmaken en saneren
Dossier Smeerpijp vereiste dat met enige regelmaat over de persleiding werd gepubliceerd. Soms was een groot verhaal gepland voor een bijlage, maar dan hadden de verslaggevers meer tijd nodig om iets uit te zoeken. Dit zorgde een enkele keer voor enige wrevel, omdat collega’s veel tijd in de planning hadden gestopt.

In juni was het zover. De Grontmij presenteerde in het provinciehuis haar rapport. Dat loog er niet om. De Grontmij uitte forse kritiek op de manier waarop de persleiding de afgelopen vijftien jaar in de gaten is gehouden. Gedeputeerde Henk Bleker beloofde dat de smeerpijp en de verontreinigingen werden gesaneerd. Deze maatregel kost tussen de 16 en 20 miljoen euro. Bleker zei ook dat de controle van zogeheten milieugevaarlijke objecten opnieuw tegen het licht wordt gehouden. Maandag 29 mei is een begin gemaakt met het opruimen van de bodemverontreiniging. In het najaar van 2006 begint de sanering van de pijp. Delen van de pijp worden verwijderd, andere delen worden schoongemaakt en opgevuld met schuimbeton.

De journalisten kijken terug op een journalistieke productie, zoals ze die zelden of nooit hebben meegemaakt. Ze leerden dat ze ongekende resultaten konden bereiken door ondanks alle kritiek koppig vol te houden en door te spitten.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk