Jaarboek

Rechter verbiedt krant publicatie over Benedik

Jaarboek 2006

*Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad, voorjaar en zomer 2006*


cover2006MAASTRICHT, 8 april – De kort-gedingrechter in Maastricht heeft een voorgenomen publicatie over het failliet verklaarde Landgraafse vleesverwerkende bedrijf Benedik vandaag in Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad verboden. De rechter vindt het bewaken van de eer en goede naam van de gebroeders Benedik belangrijker dan het algemeen belang dat de kranten zeggen te dienen. Het komt zelden voor dat een rechter kranten een publicatieverbod oplegt. Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad hebben dit nog nooit meegemaakt. Waar de gewraakte Benedik-artikelen precies over gaan, mag in dit stadium niet bekend worden gemaakt. Er zijn beperkingen opgelegd aan de verslaglegging van de behandeling van het kortgeding dat tegen de Limburgse kranten (met één gefuseerde redactie) is aangespannen. Op straffe van een dwangsom van 50.000 euro mag over de inhoud van de artikelen niets worden gezegd. Rechter J. Laumen vindt dat de kranten onvoldoende hebben aangetoond dat het noodzakelijk is de verhalen over Benedik nú te publiceren.

Door Bjorn Oostra

(…)

De rechter stelt zich op het standpunt dat gewacht moet worden op de uitkomst van het onderzoek van de curatoren en dat van de Financiële Inlichtingen- en Opsporingsdienst (FIOD) naar mogelijk strafbare feiten. Volgens Laumen zijn curatoren en opsporingsambtenaren van de FIOD, veel meer dan journalisten, in staat te onderzoeken wat er rond het faillissement van Benedik allemaal is gebeurd. ‘Niemand heeft mij duidelijk kunnen maken dat de krant in dit geval een waakhondfunctie heeft,’ aldus de Maastrichtse rechter. Laumen legde de kranten niet alleen een publicatieverbod op, maar vormde zich ook een oordeel over de kwaliteit van de verslaglegging. Volgens de rechter moeten er vraagtekens geplaatst worden bij de competenties van de betreffende journalist. ‘Ik betwijfel of de specifieke kennis aanwezig is om de gepresenteerde feiten juist te interpreteren.’ Overigens liet Laumen doorschemeren zijn handen niet voor de gebroeders Benedik in het vuur te durven steken. Ook zei hij ‘dat aan deze zaak een reuk zit, maar dat het ook anders kan zijn.’ Hij vond de te verwachten schade voor de gebroeders Benedik nu te groot.

Advocaat A. van Beurden van de gebroeders Benedik zei verheugd te zijn met de uitspraak van de Maastrichtse rechtbank. De voorgenomen publicatie over Benedik is in zijn ogen ‘onredelijk, onjuist, onvolledig, onduidelijk en niet verifieerbaar’. Dagblad De Limburger/ Limburgs Dagblad hebben hun onderzoeksplicht in ernstige mate geschonden, zei hij. De artikelen vinden volgens hem geen steun in bewijsmateriaal. Van Beurden sprak over ‘een stuiverroman met volstrekt onjuiste gegevens’. Advocaat J. Koster van de beide Limburgse kranten heeft grote moeite met de uitspraak van de Maastrichtse rechtbank. Hij vindt het vreemd dat de rechter bepaalt wat het algemeen belang is. ‘Dat is niet aan hem, maar aan de pers,’ aldus Koster. Volgens de raadsman hebben Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad langdurig en zorgvuldig onderzoek gedaan alvorens tot publicatie te willen overgaan. ‘Elk feit in de artikelen wordt gestaafd met verklaringen van direct betrokkenen en erkenningen van de gebroeders Benedik.’ De kranten gaan tegen de uitspraak in beroep.


Onderzoek fraude bij Benedik

LANDGRAAF, 11 juli – De bestuurders van het failliete vleesverwerkend bedrijf Benedik uit Landgraaf hebben zich mogelijk schuldig gemaakt aan frauduleuze handelingen, selectieve betalingen, onbehoorlijk bestuur en ‘paulianeuze’ transacties (het bevoordelen van bepaalde schuldeisers).

Door Rob Cox

Dat schrijven de curatoren die het faillissement afhandelen in hun tussenrapportage. Ze hebben de zaken in onderzoek. Verder blijkt dat het gat in de pensioenbetalingen veel groter is dan eerder bekend werd via deze krant. Ook de Belastingdienst is nog bezig met een onderzoek. Ex-directeur J. Benedik wilde gisteren niet reageren.

Het vleesverwerkend bedrijf Benedik ging precies een jaar geleden failliet. Daardoor verloren circa 500 mensen hun baan. Later bleek dat Benedik voor een deel van die mensen geen pensioenpremies had afgedragen, terwijl die wel waren ingehouden. Een publicatie hierover in deze krant werd eerder door een Maastrichtse rechter verboden. In april van dit jaar gaf ex-directeur J. Benedik tegenover deze krant toe dat in 2005 geen premie was betaald en in een klein deel van 2004 ook niet. Uit het verslag van de curator blijkt dat Benedik niet alleen in 2004 én 2005 te weinig premie heeft afgedragen. Ook in 2003 werd veel te weinig betaald. Pensioenverzekeraar Aegon vordert 907.891,13 euro achterstallige pensioenpremie. Tijdens het onderzoek naar de administratie vonden de curatoren bij het opentrekken van een lade veel ongeopende brieven van Aegon over de pensioenenproblematiek.

J. Benedik zei eind april dat er geen probleem was voor het personeel. Uitkeringsinstantie UWV betaalt immers de niet gestorte pensioenpremie. Maar dat geldt maar voor een jaar. Benedik heeft gedurende drie jaar slechts een heel klein deel van de premies afgedragen, stellen de curatoren. Daardoor heeft een gedeelte van het personeel een gat in de pensioenopbouw van een jaar of meer. Volgens de directeuren van Benedik is de premiebetaling gestaakt omdat de vleesverwerker nog geld tegoed had van Aegon. Klopt dat verhaal, ‘dan kan dit voornoemde bedragen verklaren’, schrijven de curatoren. Maar ze hebben daarvoor nog geen enkele aanwijzing gevonden in de boekhouding, vervolgen ze.

De curatoren laten zich niet in detail uit over de mogelijke frauduleuze handelingen van Benedik. Curatoren A. van Bergen en F. Udo waren gisteren niet bereikbaar voor een toelichting.

Paulianeuze handelingen slaan in het algemeen op betalingen die hebben plaatsgevonden op het moment dat de directie weet dat een bedrijf over de kop zal gaan. Die betalingen bevoordelen bepaalde schuldeisers boven andere.

Verder onderzoeken de curatoren of de directeuren verwijtbaar tekortgeschoten zijn in hun functie. Dat betekent dat ze mogelijk hoofdelijk aansprakelijk gesteld kunnen worden voor het faillissement ‘uit hoofde van onrechtmatige daad’. Dat maakt het mogelijk om de bedrijfsschulden te verhalen op het privé-vermogen van de twee directeuren.

De schuldenlast van de Benedik Holding bedroeg ten tijde van het faillissement ruim vijftig miljoen euro. De verkoop van voorraden en de panden van het bedrijf leverde zes miljoen op. Het gat bij het faillissement bedraagt nu nog steeds tussen de 40 en 44 miljoen euro.

Zwaarst getroffen is de Commerzbank. De huisbankier van de Benedik Holding gaat volgens de curator voor tussen de 10 en 20 miljoen euro het schip in.

TOELICHTING
Onthullen? Wacht maar op de curator!

De FIOD trekt het verhaal na dat een minister uit de staatskas zou roven. Of, wat realistischer, Justitie trekt de gangen na van een gevierde vastgoedondernemer, over wie wordt gefluisterd dat hij crimineel is. U zult er – mocht het bewijs niet rondkomen – nooit over lezen in de Nederlandse pers. Dit worden de journalistieke mores als het vonnis van een Maastrichtse rechter tegen Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad standhoudt.

Door Henk Driessen

Het lijkt absurd. Maar het bovenstaande is niet eens overdreven. Op 7 april 2006 verbood de Maastrichtse voorzieningenrechter, mr. Jo Laumen (ooit officier van justitie in het ABP-fraudeproces), Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad onthullingen te publiceren over vleesverwerker Benedik uit het Zuid-Limburgse Landgraaf. Driekwart jaar eerder was Benedik failliet verklaard. Wacht maar op de rapportage van de curatoren, luidde de overweging van de rechter. Die zijn veel deskundiger dan de journalist.

Niet alleen twee artikelen werden naar de plank verwezen, Laumen gebood verslaggever en hoofdredactie ook hun mond te houden over de inhoud van de gewraakte publicaties. En dat op straffe van een dwangsom van vijftigduizend euro per overtreding. Ik ben dus gewaarschuwd…

Aanloop naar het vonnis
Toen het doek in juli 2005 viel voor vleesverwerker Benedik, was dit geen donderslag bij heldere hemel. Het bedrijf, dat voorverpakt vlees leverde aan supermarkten en exporteerde naar onder meer Azië, had al langere tijd geen goede pers. Vakbondsbestuurders repten gedurende jaren over gerommel met personeel; afnemers (bijvoorbeeld Albert Heijn) dreigden met contractontbinding vanwege beroerde kwaliteit. Niettemin was de klap groot. Circa vijfhonderd mensen verloren hun baan. Het financiële gat werd becijferd op meer dan veertig miljoen euro. Nooit eerder vertoond in de vaderlandse vleesverwerkersbranche.

Vrijwel onmiddellijk bereikten de krant geluiden als zouden de directeuren van Benedik, Jack en Geert, dingen gedaan hebben die het daglicht niet konden verdragen. Economieverslaggever Rob Cox mocht aan de slag. Zijn maandenlange speurtocht naar het verhaal achter de teloorgang resulteerde in twee conceptpublicaties: ‘Pensioenpremies Benedik weg’ (nieuwsverhaal) en ‘De beerput van Benedik’ (voor de zaterdagbijlage). Twee andere artikelen die hier qua lijn op aansloten, stonden grotendeels in de steigers.

Tot de dag van vandaag hebben deze stukken de drukpers niet gezien.

Grondig onderzoek
Leverde Cox broddelwerk? Verwarde hij feiten met fictie? Gooide hij appels en peren in één mand? Om de dooie dood niet. In de aanloop naar de publicaties sprak Cox met tientallen mensen. Oud-werknemers, veelal ooit op sleutelposities bij Benedik, die alleen anoniem opgevoerd wilden worden in de krant. Daarnaast raadpleegde Cox alle betrokken instanties, onder meer uitkeringsinstantie UWV en pensioenverzekeraar Aegon. Hij bouwde in maanden een meter dossier. Waar nodig consulteerde hij externe deskundigen. Om vervolgens zijn bevindingen on the record bevestigd te zien door woordvoerders van UWV en Aegon. En daarna van de FIOD – wederom on the record – te horen dat deze opsporingsdienst een vooronderzoek naar het reilen en zeilen van Benedik was gestart.

Was Dagblad De Limburger/Limburgs Dagblad dan te gretig? Was het materiaal (nog) niet rijp voor publicatie? Wederom tegen het vonnis in: ook dat niet. Voorloper De Limburger sleepte in 1993 de Prijs voor de Nederlandse Dagbladjournalistiek in de wacht met onthullingen van Joep Dohmen en Henk Langenberg over te nauwe banden tussen politiek en wegenbouw. Wethouders en een burgemeester sneuvelden. Diverse juridische aanvallen op de krant werden gepareerd, onder aanvoering van mr. Joep Koster, advocaat in Maastricht. Koster, tot de dag van vandaag raadsman van de krant, Cox en ondergetekende hebben – vooraf – vele uren gestoken in het dossier Benedik. Waarbij Koster en ondergetekende met de eerste concepten op tafel de geliefde rol van advocaat van de duivel speelden. In kruisverhoor: ‘Rob, welke bronnen heb je hiervoor?’ ‘Dit maak je niet hard. Schrappen.’ ‘Op grond waarvan concludeer je dit en wat staat er letterlijk? Alles wat uitsluitend op anonieme bronnen stoelt, hoe waar ook, eruit.’ Cox werd er soms horendol van, de conceptartikelen steeds beter.

Wederhoor
Gezien de breedte van Cox’ speurwerk verbaasde het niet dat de gebroeders Benedik lucht kregen van de journalistieke aandacht. Eind maart meldde zich namens de broers een ‘communicatieadviseur’. Zeg maar een variant op ‘don’t call us, we call you’. Dat kwam goed uit. Het Benedik-beraad had net geconcludeerd dat het tijd was om de bevindingen aan de twee (ex-)directeuren voor te leggen. De afspraak had nog even wat voeten in de aarde. Van Benedik-zijde was men van plan met een vijfkoppige delegatie te komen: de broers, hun advocaat, hun boekhouder en de communicatieadviseur. Om discussies achteraf over al dan niet gedane uitlatingen voor te blijven, nam Cox zijn collega Harry Coerver mee. Het gezelschap bleek minder omvangrijk. De Benedik-broers lieten zich uitsluitend door hun communicatieadviseur vergezellen.

Het gesprek bleef vriendelijk. De broers spraken de aantijgingen – ter inzage in de conceptartikelen –in grote lijnen tegen, hielden gerichte vragen af en vulden de tijd met een lange verhandeling over keihard werken en de glorieuze opbouw van een familiebedrijf. De suggestie, later voor de Maastrichtse rechtbank, dat de broers Benedik misschien wel geen kans op wederhoor hebben gekregen als zij niet zelf aan de bel hadden getrokken…?

Laat ik er maar over zwijgen.

Dagvaarding
Twee dagen nadat de aangepaste conceptartikelen ter controle op feitelijke onjuistheden waren aangeboden, volgde het antwoord. In de vorm van een 43 pagina’s tellende dagvaarding (inclusief bijlagen) in kort geding op vrijdagmiddag 7 april. Inzet en eis: voorkomen van de ‘onrechtmatige voorgenomen publicaties’ en daarnaast – vrij vertaald – pas publiceren na het fiat van de broers Benedik. Kortom, het recht op vrijheid van meningsuiting versus het recht op bescherming van de goede naam. Waarbij de jurisprudentie, behalve in enkele zaken uit de roddelbladsfeer, al jaren in het voordeel van de waakhond/journalist uitpakt.

De sfeer in de rechtszaal was beleefd-grimmig. Mr. Adriaan van Beurden uit Eindhoven hakte namens de broers Benedik in op het voor de artikelen aangeleverde bewijsmateriaal. Hij plaatste keer op keer twijfels bij de deskundigheid van verslaggever Cox en de krant. Publicatie zou niet alleen ruim baan geven aan ‘riooljournalistiek’, maar ook grote schade toebrengen aan de reputatie van zijn cliënten. Dat laatste werd niet betwist, het eerste in alle toonaarden. Namens de krant beriep Koster zich op de grondwet en jurisprudentie van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens en de Hoge Raad. Hij hamerde op de waakhondfunctie van de journalistiek, betoogde dat het belang van de gebroeders ondergeschikt zou moeten zijn aan het algemeen belang (aantonen van misstanden; ex-werknemers met een flink gat in hun pensioenopbouw) en wees op het deugdelijke journalistieke werk.

Reputatieschade
Bijna drie uur duurde het kort geding. In die tijd stelde rechter Laumen vele vragen en wilde bij herhaling van de krant weten waarom we juist nú zouden moeten publiceren. Wat zou de journalistieke relevantie daarvan zijn? Na drie kwartier beraad vonniste Laumen. Mede omdat de broers Benedik ten tijde van het geding geen actieve rol meer speelden (hun bedrijf was immers failliet), achtte de rechter de waakhondfunctie van de krant ondergeschikt aan de reputatieschade voor de broers. Daarbij plaatste hij openlijk vraagtekens bij de juistheid van de verhalen en de deskundigheid van de verslaggever. Laumen: ‘Feiten zeggen me niet zoveel. Feiten moeten geïnterpreteerd worden en daar heb ik hier twijfels over.’ De rechter wees de krant fijntjes op de deskundigheid van de curatoren en – zo had hij in de concepten gelezen – de FIOD. Wacht daar maar op, luidde de boodschap.

We waren verbijsterd, dat moge duidelijk zijn. De journalistieke wereld op zijn kop en de rechter op de stoel van de hoofdredacteur. De laatste bepaalt wat journalistiek relevant is, en wil dat graag zo houden. Met het burgerlijk wetboek (artikel 6:62, onrechtmatige daad) als corrigerend mechanisme. Inderdaad, achteraf.

En waarom een algeheel publicatieverbod? De krant mocht als gevolg van dit vonnis zelfs niet publiceren dat de FIOD (nota bene on the record bevestigd) een vooronderzoek naar het faillissement was gestart. Alsof de scheidsrechter geen rode kaart trekt maar meteen het hele elftal naar de kleedkamer stuurt. Of terug naar de minister en de vastgoedhandelaar: niemand zal het simpele nieuwsfeit vernemen dat gerespecteerde en door ons allen betaalde opsporingsdiensten onderzoek hebben ingesteld.

Nieuw feiten
De lessen van het vonnis? Geen enkele zaak is gewonnen voordat de rechter uitspraak heeft gedaan. En daarnaast een grondige bezinning op de vraag of we bij wederhoor een conceptartikel ter inzage geven. Enerzijds moet een verhaal ‘staan’ en inzage dus kunnen verdragen. Anderzijds wordt belanghebbenden – zoals is gebleken – een depot vol munitie aangereikt voor een juridische procedure. Wat is wijsheid? Wegen per geval,vrees ik.

Democratie is niet voor bange mensen. Journalistiek ook niet.

De Maastrichtse rechter verbood publicatie maar stelde geen beroepsverbod in. Dus is Rob Cox blijven graven. Hij heeft nieuwe bronnen aangeboord en oude bronnen overgehaald hun anonieme status op te geven. Dit heeft inmiddels geresulteerd in nieuwe feiten en enkele publicaties over Benedik. Het laatste artikel (juli 2006) kopte: ‘Onderzoek fraude bij Benedik’. Dit keer niet als resultaat van een gedegen stuk onderzoeksjournalistiek. Nee, als geciteerde aanbeveling in de – openbare – tussenrapportage van de curatoren…

Naschrift
Het laatste woord wordt, het zal u niet verbazen, door de krant geclaimd. Momenteel dient het appel bij het gerechtshof in Den Bosch. Met nieuwe onthullingen in het verschiet, is het Benedik-beraad weer gereactiveerd.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk