Jaarboek

Het scholenrapport

Overzicht Jaarboek 2007

cover2007Waarin is een school goed? En wat kan ze beter? Het doordachte antwoord op deze vragen vindt u vandaag in De Standaard . In deze provinciale bijlage geven we voor elke school het oordeel van de onderwijsinspectie, met telkens een reactie van de school.

De Standaard, 22 januari 2007

Door Pieter Lesaffer

De kwaliteit van onderwijs is een cruciale zorg van ouders en leerlingen. Maar hoe achterhalen zij de sterke en zwakke punten van de scholen? Meestal door met kennissen en familieleden te praten. Ze horen anekdotes van vroeger en nu.

Hoe objectief zijn die gesprekken bij de bakker of de slager? En waarop zijn ze gebaseerd? Op de ervaring van één leerling? Op de reputatie van een school? Niet onbelangrijk, maar een doordacht oordeel is dat niet.

Nochtans bestaan de doorlichtingsverslagen. Ze zijn het resultaat van de professionele beoordeling door een team inspecteurs. Het is de eerste keer dat de conclusies daaruit worden gepubliceerd. De verslagen zijn wel al langer beschikbaar op het departement, maar ze verlieten tot nog toe alleen het archief wanneer iemand ze per e-mail of per post opvroeg. In tegenstelling tot bijvoorbeeld Nederland heeft de Vlaamse onderwijsinspectie de doorlichtingsverslagen zelfs niet op haar website gezet.

Dat publicatie zolang op zich heeft laten wachten – de eerste doorlichtingen dateren van 1994 – komt door de koudwatervrees in de onderwijsmiddens. Velen vreesden dat dit tot ,,Engelse toestanden” zou leiden. In Groot-Brittannië publiceren de media lijstjes van de honderd beste en de honderd slechtste scholen van het land.

Dergelijke ,,rankings” zijn op dit moment niet mogelijk in ons land, omdat we niet over vergelijkbare cijfers van alle scholen beschikken – onze buurlanden baseren zich daarvoor voornamelijk op centrale toetsen, die bij ons niet bestaan.

Wel zijn er de doorlichtingsverslagen. Een meer omvattende beoordeling van de onderwijskwaliteit bestaat op dit moment in Vlaanderen niet. Van de onderwijsinspectie hebben we de verslagen ontvangen die de laatste zes jaar zijn gemaakt. De doorlichtingen van voor september 2000 worden als niet meer relevant beschouwd. Alle doorlichtingsverslagen van daarna kunnen voor ouders een handig instrument in de schoolkeuze zijn.

Voor de scholen hebben die verslagen een heel andere betekenis. Een slechte doorlichting kan voor een school de doodsteek betekenen. De onderwijsinspectie baseert zich voor haar advies aan de minister precies op die verslagen. En die minister beslist over de erkenning, en dus ook de subsidies, van een school.

Per schooljaar zijn er één of twee Vlaamse secundaire scholen die zo een ongunstig advies krijgen voor een deel van de opleidingen. Omdat de gevolgen daarvan zo zwaarwichtig zijn, wordt dat steeds rechtgetrokken, of worden deze opleidingen opgedoekt.

Zo’n driekwart van de middelbare scholen krijgt van de inspectie een ,,gunstig advies beperkt in de tijd”. Daaraan is huiswerk gekoppeld, namelijk de dringende actiepunten (punt 3). De scholen die in de bijlage alleen punt 1 en punt 2 hebben, kregen met andere woorden een onvoorwaardelijk gunstig advies.

De dringende actiepunten worden na elke doorlichting door diezelfde inspectie gecontroleerd. Dat gebeurt in een ,,opvolgingsverslag”. Veel schooldirecteuren verwijzen in hun reactie (punt 4), die wij hen gevraagd hebben, naar dat document. Uiteraard zijn er ook veel aandachtspunten waar de scholen zelf geen vat op hebben, bijvoorbeeld het geldgebrek in de scholenbouw.

De inspectie beoordeelt in de doorlichtingen niet alleen de onderwijsinhoud, vanuit de specifieke context van de school. Ook controleert ze of de scholen alle onderwijsregels naleven. Daardoor duikt in deze bijlage hier en daar jargon op. De meest voorkomende onderwijstermen staan op de laatste pagina kort uitgelegd.

De scholen waar we geen doorlichtingsverslag van hebben ontvangen, staan achteraan vermeld. De middelbare scholen in de andere provincies staan niet in deze bijlage, maar zijn wel allemaal te raadplegen via de website.

Samen geeft dit overzicht een goede dwarsdoorsnede van het onderwijs in uw provincie tussen 2000 en 2006. Niet om te vergelijken, wel om te oordelen.

www.standaard.be/scholenrapport

Hoofdredactioneel commentaar:
Verslagen houden school spiegel voor

Door Peter Vandermeersch

“Wij zijn bijzonder ongelukkig met jullie initiatief om de doorlichtingsverslagen te publiceren”. Zo reageerden, in essentie, het onderwijs en de politieke wereld op de beslissing van De Standaard om vandaag het besluit van alle inspectieverslagen van alle Vlaamse secundaire scholen te publiceren.

Noch het ministerie van Onderwijs, noch de onderwijskoepels, noch de directies en lerarenkorpsen waren blij met het idee. Aanvankelijk heerste er niet enkel behoorlijk wat verzet van de bevoegde autoriteiten om alle verslagen over te maken aan de krant, en leefde vooral de vrees dat we deze verslagen op een onoordeelkundige manier zouden publiek maken.

Gelukkig hoefden we niet zover te gaan om, op basis van de wetgeving van de openbaarheid van bestuur, de publicatie ervan echt af te dwingen. We kwamen met de overheid tot een akkoord over de ,,serene” omstandigheden waarin we dat zouden doen.

,,De verslagen geven een onvolmaakt beeld, sommige zijn verschillende jaren oud en ze zijn onderling niet vergelijkbaar”, zijn de meest gehoorde kritieken op dit initiatief. ,,De verslagen geven de toestand weer op een bepaald moment en zijn niet geschreven om de ouders te informeren”, is een andere opmerking die de bazen van de koepels verder in de krant neerschrijven.

Opmerkelijk is wel dat de koepelverantwoordelijken in datzelfde artikel zonder verpinken toegeven dat de door hen gewraakte doorlichtingsverslagen ,,vooral een belangrijke informatiebron zijn voor de school om te werken aan haar eigen kwaliteit”.

De verslagen, zo schrijven de hoofden van de vijf onderwijskoepels, ,,houden de school een spiegel voor en dat is goed”. Overigens: off the record geven verantwoordelijken toe dat de verslagen een goed beeld ophangen van de werkelijkheid op het ogenblik van de inspectie.

Binnen de schoot van de redactie van De Standaard is aan de publicatie een grondig debat voorafgegaan. Ja, we zien dat sommige verslagen vijf jaar oud zijn. Ja, we beseffen dat de ene inspecteur de andere niet is. Ja, we weten dat er jargon gebruikt wordt. Neen, we willen geen top-100 van de scholen publiceren. En jazeker, we willen elke school een kort wederwoord bieden om het plaatje te nuanceren.

Maar we willen vooral dat ook de ouders – en de leraars die in vele gevallen zelfs niet geïnformeerd worden over de inhoud ervan – op de hoogte zijn van wat de inspectie in haar rapport neerschrijft over de scholen waar we onze kinderen aan toevertrouwen. Het doorlichtingsverslag is een verslag met verdiensten én met gebreken. Maar het is wél het verslag dat het ministerie van Onderwijs zicht geeft op de werking van de scholen die door de overheid, door ons dus, worden gesubsidieerd.

In een recent rapport stellen gezaghebbende onderwijskundigen van de Universiteit Antwerpen (Kwaliteit van scholen (openbaar) vergelijken? Het zwart-witdenken voorbij) dat ,,de gemeenschapsinspectie verplicht moet worden om een samenvatting te schrijven van het verslag van een schooldoorlichting” en dat ,,de ouders daarbij als doelgroep centraal moeten staan”.

Een dergelijke samenvatting bestaat nog niet. Maar we zouden ouders schromelijk onderschatten als we denken dat we ze dan maar niet moeten informeren over dit cruciale document.

De twee hierop volgende weken publiceerde de Standaard dagelijks een artikel gebaseerd op Het Scholenrapport:

Het Vlaamse onderwijs is zeer goed
(ma 22/01)

Leraars geven nog te veel traditioneel les
(di 23/01)

Prestigescholen zijn ook maar scholen
(wo 24/01)

De schoolgebouwen zijn verouderd
(do 25/01)

De evaluatie van leerlingen moet beter
(vr 26/01)

De klassen zijn niet te groot
(ma 29/01)

Er is een goed schoolklimaat dankzij de sterke inzet van de leraars
(di 30/01)

In West-Vlaamse en Antwerpse scholen wordt te veel dialect gesproken
(wo 31/01)

De schooladministratie werkt goed
(do 01/02)

Leraars kunnen niet goed met de computer overweg
(vr 02/02)

Toelichting

Vlaamse scholen doorgelicht

In januari 2007 publiceerde De Standaard voor het eerst alle onderwijsinspectieverslagen van middelbare scholen in Vlaanderen. Onderwijs en politiek waren niet blij met de openbaarmaking. Toch hoefde de redactie niet te dreigen met juridische stappen om de verslagen in handen te krijgen. De afspraak was dat er geen top-100 werd opgesteld en de publicatie moest ‘sereen’ gebeuren. De Standaard-journalist Pieter Lesaffer coördineerde het huzarenwerk.

Door Pieter Lesaffer

Van elke Vlaamse school, zowel lager als middelbaar onderwijs, wordt om de zes jaar een doorlichtingsverslag gemaakt. Iedereen kan die opvragen bij het departement Onderwijs. Over de openbaarheid daarvan is al langer debat bezig. De verslagen (die gemiddeld een dertigtal bladzijden tellen) integraal op een website zetten, heeft het departement nooit gedurfd. Maar

helemaal geheim zijn ze ook niet gebleven. De tussenoplossing was dat iedereen ze kan opvragen. De aanvrager hoeft geen belang aan te tonen. Het departement Onderwijs vond dat niet nodig, want ‘er zou toch niemand zijn die ze allemaal opvroeg’.

Tot in het voorjaar 2006 de vraag er wel kwam. Voordien had ik al wat verslagen opgevraagd om te zien of die redactioneel bruikbaar konden zijn, onder meer van alle middelbare scholen in Mechelen en Hasselt. Dat was niet het geval. De discussies over die verslagen eindigden met ‘laten we ze allemaal opvragen’. Op dat moment was dat eerder als statement bedoeld. De publicatie daarvan leek op dat moment niet realistisch. Tot de hoofdredactie zich vierkant achter het idee zette alle verslagen van alle secundaire scholen van heel Vlaanderen te publiceren. De samenvattende conclusies van elk verslag leenden zich daar uitstekend voor.

Ik deed de aanvraag daarvoor op het e-mailadres dat op de website van de onderwijsinspectie staat. De vraag belandde bij een hogere bevoegde ambtenaar, die daarover intern overleg pleegde. Ik belde de man heel vaak, en hij stelde een antwoord voortdurend uit. Hij zei dat er door de

gevoeligheid van het thema veel overleg voor nodig was. Op de dag dat deze ambtenaar telefonisch zijn fiat gaf, kwam deze kwestie de minister van Onderwijs, Frank Vandenbroucke, ter ore. Die was in alle staten, en voelde zich gepasseerd. Onze aanvraag was niet doorgestroomd tot in het kantoor van de minister.

Onderhandelingen
Vandenbroucke blokkeerde alles. Op de redactie was de vraag of we het hard zouden spelen en onze vraag juridisch opnieuw stellen, op basis van de wet op de openbaarheid van bestuur (zoals de Nederlandse collega’s van Trouw met succes hebben gedaan). De andere optie was beginnen met onderhandelen. De hoofdredactie koos dat laatste. De onderhandelingen startten begin juli en eindigden in november met een positief antwoord, mits we een convenant ondertekenden. Daarin stond onder meer dat we geen rangschikking zouden maken (wat ook niet mogelijk was op basis van de verslagen) en dat we de publicatie ‘sereen’moesten aanpakken. Zo beloofden we de rapporten van de scholen integraal te publiceren, dus geen selectie te maken van elementen waardoor het spectaculairder zou lijken en erbij te vermelden dat de rapporten een tijdsgebonden karakter hebben.

De grootste praktische last was dat elke school de kans moest krijgen te reageren. Elke schooldirecteur kreeg van ons een brief, met daarbij een wachtwoord om via een persoonlijke website te reageren op de conclusies van het verslag. Het gevolg was dat de redactie overstelpt werd met boze schooldirecteuren. De rode draad was dat de doorlichtingsverslagen niet bestemd zijn voor een groot publiek (voor de scholen hebben ze inderdaad in de eerste plaats een kwaliteitsbewakende functie) en dat sommige punten verouderd waren. Die laatste opmerking was vaak terecht, omdat de oudste verslagen dateerden van 2000. Precies om daaraan tegemoet te komen, kregen de scholen die kans te reageren. Sommige directeuren hadden het over ‘riooljournalistiek’ en we zouden de doodgravers van het onderwijs zijn. De publicatie was zo gevoelig omdat in Het Scholenrapport ook negatieve punten over elke school stonden. Bovendien vreesden velen een rangschikking van scholen, zoals in Groot-Brittannië gebeurt.

Op 22 januari 2007 werd Het Scholenrapport gepubliceerd. De twee daaropvolgende weken publiceerden we ook dagelijks anderhalve pagina die was gebaseerd op Het Scholenrapport. Dagelijks diepten we zo één van de tien conclusies uit die we uit de lezing van de conclusies van alle verslagen hadden getrokken.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk