Jaarboek

De verwrongen werkelijkheid van Vos

Algemeen Dagblad, 3 maart 2000

Door Milja de Zwart

‘Deze foto is niét nep.’ Nikolaj Pimkin, directeur van een buitensportzaak, kampioen rotsklimmen en skiën in Rusland, laat een foto zien waarop hij samen met de Hollandse bergbeklimmer Bart Vos is vereeuwigd in Kamp 2, op 6600 meter hoogte op de noordoostelijke graat van de Dhaulagiri. Lachend kijken ze de lens in. Op de foto staat de datum 13 oktober 1996.

In zijn boek Hoger dan de Dhaulagiri is Bart Vos diezelfde dag een kilometer oostelijker in de weer. In de steile, nooit eerder beklommen ijshelling van de Himalayareus hakt hij een richel uit voor zijn tentje. Hangend aan pickel en ijshamer, slechts gezekerd door een touw, schopt hij zichzelf met stijgijzers een weg naar de top. Het is zwaar en eenzaam werk. ‘Meer dan twee weken heb ik alleen gedacht en tegen mezelf gepraat en het kost moeite om te spreken’, noteert Vos als hij op 19 oktober terugkeert in het basiskamp. Maar zijn gedurig ploeteren wordt beloond. Op 17 oktober 1996, ‘s avonds om half acht, staat hij op de top van de Dhaulagiri. Nikolaj Sjoestrov lacht, maar eigenlijk is hij pijnlijk getroffen. Keurend bekijkt de commerciële directeur van Top Sport Travel het boek waarin Vos verslag doet van zijn ontberingen in de Himalaya. Dan wijst Sjoestrov naar het beduimelde schriftje waarin hij zelf zijn wederwaardigheden noteerde en vraagt: ‘Hoe kun je ook zo’n mooi boek vergelijken met mijn dagboek?’

Zojuist is tot Nikolaj en zijn broer en collega-directeur Aleksej doorgedrongen dat de lange, toffe Hollander die zij op een hoge berg in Nepal ontmoetten fabeltjes verkoopt over zijn prestaties. ‘Dat is grappig’, kan Nikolaj nog net opbrengen. Plaatsvervangende schaamte vervult de Sjoestrovs.

Een paar kilometer verderop in Sint Petersburg reageert Anatoli Mosjnikov, baas van CET/Neva – een reisbureau voor waaghalzen – minder welwillend op het bedrog van Bart Vos. Dat Vos in Nederland beweert dat hij in 1996 de top van de 8167 meter hoge Dhaulagiri bereikte, alla. ‘Wat dan nog? Ik ben niet beledigd, hij heeft mij niets ontstolen.’ Maar Mosjnikov ontploft, als hij hoort dat Vos hem in zijn boek typeert als een opschepper die lak heeft aan zijn kameraden.

‘Wat zo mooi leek te midden van de elementen, wordt bij thuiskomst in de bewoonde wereld lelijk verwrongen’, stelt hij eerst filosofisch vast. Dan komt hij op stoom. ‘Bart Vos beseft niet wat voor fout hij heeft gemaakt. Hij is persona non grata geworden. Het maakt mij niet uit of hij al dan niet op de top heeft gestaan. Het maakt mij wel wat uit dat hij verslag doet van een gefingeerde topbeklimming en de mensen die toevallig in de buurt waren negatief afschildert. Dat is onethisch. Bart Vos zal zich schamen. Mijn naam is bekend in de internationale klimmerswereld. Als ik verklaar dat Vos niet op de top is geweest en dat alles in zijn boek verzonnen is, valt zijn reputatie in duigen.’

Het dagboek van Nikolaj Sjoestrov vermeldt wat anders. De Russen hebben die dag vergeefs geprobeerd de top te bereiken. Gedesillusioneerd dalen ze af. Onderweg pikken ze Bart Vos op, die de 16de op 7250 meter hoogte is blijven steken. Tegenover zijn klimmaatje van de voorafgaande dagen, Michail Gavrilov, heeft hij zich verontschuldigd: ‘Dit is alles. Ik ga terug.’ Pimkin heeft een foto gemaakt waarop Vos toekijkt als Gavrilov en Sjoestrov hun rugzakken omdoen.

Het werpt een bijzonder licht op uitspraken van Vos over zijn prestatie op de Himalayareus. ‘Misschien zijn er twee, drie mensen die kunnen wat ik op de Dhaulagiri heb gedaan. Als de bergsport Olympisch zou zijn, had ik een medaille gewonnen.’ En: ‘Klimmen is vooral wachten in je tentje.’ En: ‘De top deed me niet zo veel.’

De geloofwaardigheid van Bart Vos staat al ter discussie sinds hij in oktober 1984 claimde als eerste Nederlander de top van Mount Everest te hebben bereikt. Vos had zijn fototoestel en sherpa Ganesh achtergelaten op de 85 meter lagere Zuidtop van de Everest en had dus bewijs noch getuige. De verklaring die Ganesh op verzoek van Vos nog diezelfde maand in zwierige Nepalese krullen opstelde, verhelpt dat gemis niet. Integendeel. Ganesh zegt dat hij vanaf de Zuidtop Vos op de top heeft zien komen en dat zij naar elkaar hebben gezwaaid. ‘Vanaf de Zuidtop kun je de top helemaal niet zien’, is het droge commentaar van Katja Staartjes, die op 13 mei 1999 als eerste Nederlandse vrouw op de Everest stond. Staartjes bevestigt zo wat Vos’ rivaal Ronald Naar al uit Everest-literatuur wist. In 1991, een jaar voordat hij zelf op de top van de hoogste berg ter wereld zou staan, zei Naar: ‘Tussen de hoofdtop en de Zuidtop is geen visueel contact mogelijk.’

Nog voor de Nederlandse expeditie in 1984 de flanken van de Mount Everest had verlaten, gonsde het in het basiskamp al van de geruchten dat de Hollanders de top niet hadden bereikt. De Franse bergbeklimmer Yvan Estiënne, die in 1984 de naburige Nuptse beklom, hoorde van de sherpaleider van zijn expeditie dat de Nederlanders hadden gelogen. ‘Ik werd boos, ik geloofde het niet en vond de beweringen lichtvaardig. Maar hij zei dat het de waarheid was; hij had het van de sherpa’s van de Hollandse expeditie gehoord.’

De Slowaak Zoltan Demjan, die een week na Vos de top van de Everest bereikte, heeft de claim van de Hollander in twijfel getrokken. ‘Wij klommen de Zuidpijlerroute. Boven de Zuidcol komt die uit op de klassieke route. Daar vonden we duidelijke voetstappen in de sneeuw. Ik herinner me dat nog goed, want die hielpen ons bij het omhoog te klimmen in de diepe sneeuw.’ Maar het sneeuwdek tussen de Zuidtop en de top was onbetreden. Demjan: ‘Op de Zuidtop keerden de voetstappen om.’

Demjan zag ook de touwen niet die Vos aantrof op de metershoge steile wand vlak onder de top (de Hillary Step), die hij zonder die voorzienigheid nooit had kunnen bedwingen. Vos kon dat niet verklaren, maar zei later: ‘Een expeditie waaraan ook Chris Bonington deelnam, heeft ze in het voorjaar van 1985 nog gebruikt.’ De beroemde Britse bergbeklimmer bestrijdt dat desgevraagd. ‘Er hingen geen touwen aan de Hillary Step. Die was helemaal kaal.’

Bovendien strookte Vos’ beschrijving van de top niet met de verslagen van andere bergbeklimmers die in het najaar van 1984 de Everest bedwongen. Op 3 oktober troffen de Australiërs Tim Macartney-Snape en Greg Mortimer de top schoon aan. Volgens Macartney liet Mortimer een klein teddybeertje achter en een haarlok van een kind. Twaalf dagen later, op 15 oktober, vond Demjan niet alleen het teddybeertje, maar ook een blauwe zuurstoffles. Vermoedelijk is de sneeuw, die de fles bedekte, door storm weggeblazen. Op 20 oktober vond de Amerikaan Phil Ershler niet het beertje, maar wel de zuurstoffles. ‘Die was onmogelijk te missen’, zegt hij. Maar Vos zag op 8 oktober helemaal niets op de top. ‘Eh Poe!’, antwoordde hij half januari nog, toen televisiepresentator Pieter Jan Hagens hem vroeg naar zijn beleving van het hoogste punt van de wereld. ‘Ik was vooral bang.’

Algemeen Dagblad, 10 maart 2000
Bergbeklimmer valt door de mand

Door Milja de Zwart

Bergbeklimmer Bart Vos heeft in een rechtszaak om zijn reputatie te redden, via een geluidsband onbedoeld laten horen dat hij de top van de Mount Everest (8848 meter) nooit heeft bereikt. Op de band legt hij aan expeditieleider Plugge uit dat hij de top niet heeft gehaald. De opname is gemaakt kort nadat Vos zijn poging afbrak, op 8 oktober 1984 omstreeks vijf uur ‘s middags. Een paar uur later claimde Vos via de walkietalkie dat hij als eerste Nederlander op de top van de hoogste berg ter wereld had gestaan.

De band werd gedraaid tijdens een zitting in een bodemprocedure die Vos aanspande tegen zijn voormalige expeditiegenoot Mariska Mourik. Zij schreef drie jaar geleden in een boek dat Vos niet hoger kwam dan de 85 meter lager gelegen Zuidtop. Op de band zegt Vos heel duidelijk dat hij het niet heeft gehaald: ‘We hebben de Zuidtop van de Everest bereikt en het zadel tussen de hoofdtop en de Zuidtop. Toen we op dat zadel waren, stortte het gedeeltelijk in. Toen zijn we gauw teruggegaan, omdat de tijd over was.’ Vos heeft het ook steeds over ‘we’. Hij doelt daarmee op de sherpa Ganesh Gurung, die met hem op de Zuidtop was. Mourik, die de klimpoging filmde, was al op 8700 meter afgehaakt. Ze had niet meer genoeg zuurstof in haar fles.

De bandopname van het walkietalkiecontact is jaren zoek geweest, maar kort voor de rechtszaak boven water gekomen. De band bleek al die jaren op zolder bij Leo Janssen, voormalig hoofdredacteur van de TROS Nieuwsshow, te hebben gelegen. Met dat programma had de Everest-expeditie destijds een exclusief contract. Vos’ succes op de Everest is van meet af aan omstreden geweest. De bergbeklimmer heeft altijd beweerd dat hij eigenlijk niet van plan was om vanaf de Zuidtop door te klimmen, maar dat hij, zonder zuurstof en zonder rugzak, wonderlijk licht was en in drie kwartier naar de top klom. Omdat hij geen fototoestel bij zich had, kon hij niets bewijzen. Twee Slowaken die enkele dagen later op de top stonden tekenden protest aan tegen Vos’ claim, omdat zij aan zijn voetsporen zagen dat hij niet verder was gekomen dan de Zuidtop.

Gerelateerde artikelen

De alweer vijftiende editie van het VVOJ Jaarboek Onderzoeksjournalistiek is vrijdag 6 april gepresenteerd tijdens de Avond van de Onderzoeksjournalistiek in Pakhuis de Zwijger in Amsterdam. In deze jubileumuitgave een speciaal katern met kleurenfoto’s waarop ANP-fotografen een jaar onderzoeksjournalistiek in beeld brengen.
Voor haar Jaarboek Onderzoeksjournalistiek 2017 zoekt de VVOJ een eindredacteur. Ben jij een ervaren bladenmaker? Heb je een scherpe eindredactionele blik? Ben je lid van de VVOJ en beschik je over de talenten die nodig zijn om een enthousiaste vrijwillige redactie te begeleiden? Lees dan vooral verder.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk