De Loep, Longlist

Mensenrechten-centrum VU betaald door China

NOS
Robert Chesal (freelance) & Laura Steenbeeke en Thomas Spekschoor (NOS)
masterclass

Een mensenrechtencentrum aan de VU Amsterdam is jarenlang volledig gefinancierd door een Chinese universiteit, ontdekten NOS-journalisten. Dankzij een wob-verzoek dat niet ingewilligd had hoeven worden.

Terwijl China wordt beschuldigd van mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren, nemen twee wetenschappers van het Cross Cultural Human Rights Centre (CCHRC) van de Vrije Universiteit Amsterdam het regelmatig op voor het mensenrechtenbeleid van China. Dat valt op. Een hoogleraar tipt onderzoeksjournalist Robert Chesal. Samen met NOS-redacteur Laura Steenbeeke zoekt hij uit wat er achter de opmerkelijke uitspraken zit.

De journalisten verzamelen de pro-China statements van de CCHRC-medewerkers in de media, pluizen uit door wie en wanneer het centrum is opgericht en welke relatie het heeft met de VU. Daarnaast raadpleegden ze China-deskundigen in binnen- en buitenland. Daaruit bleek dat de controversiële uitingen van de CCHRC ook buiten Nederland al waren opgevallen.

Omdat ze van de informatie die het mensenrechtencentrum en de VU op hun websites vermelden niet veel wijzer worden over de financiering dienen ze een wob-verzoek in bij de VU. Hoewel de VU als bijzondere universiteit niet onder de wob/woo valt, werd het verzoek toch ingewilligd. Het mensenrechtencentrum bleek volledig afhankelijke van één geldschieter: een Chinese universiteit die nauwe banden heeft met de Chinese communistische partij. Uit het contract bleek bovendien dat de CCHRC als tegenprestatie aandacht zou besteden aan de ‘Zuidelijke’ (voor Beijing acceptabele) visie op mensenrechten.

Hoewel de CCHRC-medewerkers en het VU-bestuur aanvankelijk ontkende dat de academische onafhankelijk in het geding was, werd het centrum – na een onderzoek door een onafhankelijke externe commissie – gesloten.

Gerelateerde artikelen

Sinds de inval in Gaza delen Israëlische militairen veelvuldig foto’s en video’s op Instagram, TikTok of Facebook. Op die manier geven ze hun vrienden en familie een inkijkje in de voor anderen ontoegankelijke Gazastrook. Maar waar sommige posts bestaan uit vrolijke groepsfoto’s en selfies, hebben andere beelden een veel duisterder randje. Militairen plunderen huizen, steken voedsel in brand, spotten met de islamitische gebedsoproep, blazen lachend scholen op, spelen vernederend met Palestijnse lingerie of martelen gevangen; ze leggen alles vast én plaatsen het op sociale media.

 

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk