Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek liet 30 ‘voorspellers’ vooruitblikken op 2018. Wat zal dat jaar de journalistiek brengen? We haalden uit de 30 interviews de voorspellingen en wensen die te maken hebben met data- en onderzoeksjournalistiek.
Bart Brouwers, hoogleraar journalistiek aan de Rijksuniversiteit Groningen en eigenaar van E52: ‘Gedegen onderzoek doen staat in de journalistiek onder druk. We willen altijd net iets te snel naar het volgende onderwerp, terwijl het slimmer zou zijn een onderwerp nou eens heel goed aan te pakken. En met onderzoek bedoel ik niet per se misstanden oplossen, maar zaken goed uitzoeken en goed uitleggen. Dat zou beter zijn dan met twintig partijen dagenlang voor de deur van de Tweede Kamer staan terwijl er niks gebeurt.
Servaas van der Laan, hoofd van Elsevier Weekblads innovatielab: ‘Als media slim zijn, maken ze in 2018 een keuze. We doen niet meer mee aan al die hypes, maar we gaan goede onderzoeksjournalistiek bedrijven. Je moet als medium wel op social media zitten, maar niet je informatie daar vandaan halen. Kijk in de maatschappij, wat speelt er eigenlijk? Ga het land in, spreek mensen, zoek dingen uit, in plaats van verslag te doen van de zoveelste Twitter-fittie. Twitter is een soort valse vriend, want heel veel mensen zitten daar helemaal niet op. De HEMA die het woord ‘kerst’ niet langer op verpakkingen zet, dat lijkt op Twitter ineens een hele grote heisa. Maar de meeste mensen zijn daar helemaal niet zo mee bezig. Media moeten het hoofd koel weten te houden. Laat je niet beïnvloeden door sociale media, blijf bij je eigen goede journalistiek. Dan zal je zien dat mensen dat waarderen.’
Albertine Piels, oprichter van Hackastory: ‘Het is uitermate belangrijk dat er meer samenwerking komt tussen verschillende disciplines op redacties. De newsroom developer doet inmiddels zijn intrede, bijvoorbeeld bij The Guardian, The New York Times, The Washington Post, maar ook bij de Volkskrant en De Standaard. Daar gaan er nog meer van komen in 2018. Maar journalisten moeten wel met hen leren communiceren. Ik zie op redacties vaak nog een eilandje met journalisten, een eilandje met developers en een eilandje met designers. Het wordt steeds belangrijker om vanaf het allereerste begin van een productie met die drie samen aan tafel te gaan zitten. Hoe kunnen we dit idee, met deze inhoud, deze data, video, foto’s of wat dan ook het beste brengen? Als je in 2018 journalistiek wilt maken die past bij het digitale leven van je publiek, zul je moeten samenwerken met mensen die dat digitale leven beter snappen.’
Ad van Liempt, journalist, auteur en programmamaker: ‘Over de nabije toekomst: ik ben heel erg gecharmeerd van Follow The Money. Ik vind het een prachtige nieuwe uitvinding, een voorbeeld van een collectief dat eerst op de inhoud en journalistieke drive is gebouwd en pas veel later met verdienmodellen is gaan werken. Het begint nu te groeien, mensen worden er beducht voor. Als ik een wens mag doen voor 2018 is het de definitieve doorbraak van Follow The Money als bepalende factor in de onderzoeksjournalistiek. Bijvoorbeeld door nog een paar scoops van het type Keizer en nog intensievere samenwerking met bestaande media, waardoor ze meer draagkracht krijgen. Dat zou mooi zijn. Eric Smit heeft op een houtje moeten bijten om zijn ideaal tot stand te brengen. Ik gun het ze van harte.’
Tanja van Bergen, directeur VVOJ: ‘Nieuwsgierigheid wens ik ons toe. Ook nieuwsgierigheid naar mogelijke oplossingen voor problemen, zoals dat bij constructieve journalistiek gebeurt. Onderzoeksjournalistiek zou elementen daaruit kunnen gebruiken. Nu lichten we tegels, we wroeten in de meuk die we daaronder aantreffen, brengen misstanden aan het licht en gaan op zoek naar de volgende tegel. Maar als er te veel tegels zijn en er ligt te veel zooi onder, dan loop je het risico je publiek met deze aanpak totaal wanhopig te maken. Wat ik mooi vind aan constructieve journalistiek is dat het de vraag stelt ‘wat nu?’. Ik zeg niet dat journalisten de taak hebben mensen zingend door het leven te laten gaan. Maar het is wel belangrijk dat de kijker, lezer, luisteraar grip houdt op de wereld om zich heen. Journalistiek zou daaraan moeten bijdragen.’
Tim de Gier, oprichter van podcastplatform Dag en Nacht en redacteur Boeken bij NRC: ‘Ik hoop dat er meer programma’s komen zoals #BOOS van Tim Hofman, een BNN-serie die alleen online wordt uitgezonden. Ik denk echt dat dat een heel goede vorm is. Het ziet er mooi uit, het is goed opgenomen, met een goede presentator, er zitten special effects in, artwork. Het tegenovergestelde vind ik de formatievlog van die drie parlementair journalisten. Dat is gewoon een beetje lullig vloggers nadoen, vloggers belachelijk maken. En jezelf dus ook. Tim Hofman neemt het, met al z’n meligheid, tenminste wel serieus wat hij maakt. Hij gaat op een missie, wil misstanden uitzoeken, mensen confronteren. Eigenlijk is het een soort onderzoeksjournalistiek.’
Nienke Venema, directeur van Stichting Democratie en Media: ‘Ik hoop dat er volgend jaar in de wereld van de filantropie en vermogensfondsen een duidelijker besef komt dat journalistiek moet worden ondersteund. Bedrijfsmodellen staan al jaren onder druk, veel mediabedrijven gaan het niet redden met alleen maar inkomsten uit advertenties en abonnementen. Lange tijd heeft het idee bestaan dat journalistiek en filantropie onverenigbaar waren, omdat giften de onafhankelijkheid van journalistiek in het geding zouden brengen. Maar dat hoeft niet zo te zijn, er zijn genoeg manieren om het proces goed te organiseren.
(…)‘Wat ik belangrijk vind, is dat fondsen juist ook investeren in de infrastructuur rondom journalistiek. Het is misschien aantrekkelijker om artikelen te financieren over een bepaald onderwerp. Dat zie je bijvoorbeeld bij de Gates Foundation, van Bill en Melinda Gates. Zij financieren onderzoeksjournalistiek over thema’s die bij hun missie aansluiten, zoals gendergelijkheid en voedselveiligheid. Zo zijn er ook fondsen die iets met gezondheidszorg doen, of onderwijs, en best journalistieke projecten willen steunen rondom die thema’s. Niets mis mee natuurlijk, mits de procedure zo is geregeld dat de journalistiek zelf onafhankelijk blijft. Maar juist het financieren van platforms, innovatieve ideeën en technologische ontwikkelingen is zo belangrijk voor de toekomst van de journalistiek.
Joost Sneller, Kamerlid voor D66 en woordvoerder media: ‘Ik hoop dat we volgend jaar meer onderzoeksjournalistiek gaan zien. Het is van belang dat macht altijd kritisch wordt gecontroleerd. Dat hebben we afgelopen jaar goed kunnen merken. Of het nou Bas Haan is die in Nederland onderzoek doet naar een bonnetje of het onderzoek van journalisten naar databureau Cambridge Analytica en de Amerikaanse verkiezingen. In deze tijd van verwarring en grote bewegingen zoals globalisering, klimaatverandering, de Russen, de opkomst van China, Trump, is het brengen van nieuws en gezaghebbende duiding belangrijk.
‘Op lokaal niveau bestaat het risico dat media bij gebrek aan redactionele capaciteit persberichten moeten kopiëren, in plaats van onderzoeksjournalistiek bedrijven. Terwijl steeds meer overheidszaken op lokaal niveau worden belegd. Ik heb zelf in de gemeenteraad van Den Haag gezeten. Daar was ik voorzitter van de rekeningencommissie, waar al gauw 2,4 miljard euro per jaar werd gespendeerd. Er waren niet heel veel journalisten die dat kritisch konden volgen. Ik denk dat dat een belangrijk punt voor verbetering is.
‘In het regeerakkoord hebben we dan ook extra geld uitgetrokken voor onderzoeksjournalistiek. En je ziet in gemeenteraden, bijvoorbeeld die van Leiden en Zwolle, dat ze zelf ook inzien dat journalistiek gestimuleerd moet worden. Tegelijkertijd moet de onafhankelijkheid worden bewaard.
Rosan Smits, adjunct-hoofdredacteur van De Correspondent: ‘2018 wordt het jaar van nieuw journalistiek gereedschap. Er is ontzettend veel open bronnenmateriaal dat nog heel weinig wordt gebruikt. Denk bijvoorbeeld aan data van Google Maps, Facebook, satellietbeelden. Van al die data maken wij als journalisten nog vrij weinig gebruik, terwijl ze handvatten bieden om onderzoeksjournalistiek op een betere of andere manier uit te voeren. Bellingcat experimenteert hier natuurlijk erg veel mee, bijvoorbeeld bij het MH17-onderzoek. Het moet geen doel op zich worden, maar ik denk dat de methode zijn nut wel heeft bewezen aan aanvulling op ons journalistieke gereedschap. Om me heen zie ik dat journalisten bezig zijn om zich dit eigen te maken. Dus ik denk dat we daar het komend jaar meer van gaan zien.’
Yordi Dam, datajournalist en oprichter van LocalFocus: ‘Waar ik wel heel erg in geloof is dat robots journalisten in de toekomst kunnen helpen bij het vinden van nieuws in cijfers. Robots zijn niet zo goed in zinnen maken, maar wel in het detecteren van bepaalde patronen. Als je slimme algoritmes loslaat op datasets van CBS, Kadaster of Eurostat, kunnen ze journalisten wijzen op trends of afwijkingen. Het kan een goed hulpstuk zijn bij het maken van toffe cijferverhalen die journalisten anders misschien niet zouden zien.’
‘Ik hoop dat programmeurs in 2018 eindelijk onderdeel van de redactie worden. Bij de nieuwsorganisaties waarmee ik ervaring heb zie ik nog steeds een sterke tweedeling. Een journalist maakt iets en de graphicbouwers of programmeurs zitten ergens op een andere verdieping en geven het uiteindelijk een mooie laag verf. Eigenlijk zouden we die personen vanaf het begin bij het journalistieke proces moeten betrekken. Ik weet dat op een aantal redacties dit al het geval is, maar die zijn op één hand te tellen. Journalisten moeten daarin hun mindset een beetje veranderen. Die andere expertises zijn niet alleen leuke aankleding achteraf, maar kunnen echt iets betekenen voor een verhaal.
Hilde Westerink, zakelijk leider van Rotterdams online tijdschrift Vers Beton: ‘2018 wordt voor mij ook het jaar van de onderzoeksjournalistiek. Dat komt omdat Vers Beton een onderzoeksredactie heeft opgericht. We hebben twee onderzoeksjournalisten die beiden een dossier gaan aanleggen: eentje over de knelpunten bij de verduurzaming van de Rotterdamse haven en eentje over de machtigste en meest invloedrijke niet-politieke Rotterdammers. Wat ons betreft is onderzoeksjournalistiek niet bedoeld om allerlei namen naar boven te halen van mensen die iets fout hebben gedaan. Onderzoeksjournalisten zijn nodig om langdurig in complexe onderwerpen te duiken en die uit te leggen. Het onderzoek naar de machtigste Rotterdammers is bedoeld om inzicht te krijgen in niet-politieke machtsdynamieken in deze stad.
‘Bij het onderzoek naar de verduurzaming van de Rotterdamse haven willen we kijken welke partijen er zijn en welke belangen ze hebben. Door welke omstandigheden komt het dat verduurzaming niet lukt, ondanks dat de wil er misschien wel is? Het eerste doel is complexe onderwerpen begrijpelijk maken, eventuele schandalen zijn bijzaak.