De Nederlands-Vlaamse Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ) heeft een nieuw tienkoppig bestuur, met daarin nog één Vlaming: MO*-redacteur Jago Kosolosky. Hij wil meer Vlamingen én jonge collega’s de weg wijzen naar het grensoverschrijdende netwerk, zo zegt hij in een dubbel-interview met voormalig bestuurslid Ides Debruyne in De Journalist.
Door Steven Vanden Bussche
De Vlaamse vertegenwoordiging in het nieuwe VVOJ-bestuur valt zo terug van vier naar één bestuurslid. De verhouding Vlamingen/Nederlanders onder de ruim 630 leden bedraagt één tegen tien. Een cultuurfenomeen, denkt Ides Debruyne, directeur van het Fonds Pascal Decroos en oud-bestuurder van de VVOJ. “Vlaamse journalisten zijn heel moeilijk uit hun kot te lokken voor een debat over journalistiek. De redacties staan hier ook iets meer onder spanning. De traditie van cursussen en opleidingen zit er in Nederland meer in. Misschien is dat nu minder, maar vroeger nam men er op vrijdag tijd om bij te benen. Het neemt niet weg dat er ook bij ons positieve dingen gebeuren, met het opleidingsaanbod van De Persgroep en dat van de Mediacademie onder meer.”
Reflecteren over landsgrenzen heen
Debruyne nam dan wel ontslag uit het VVOJ-bestuur, hij blijft geloven in de zin van de organisatie. “Over de landsgrenzen heen reflecteren over journalistiek leidt niet alleen tot een confrontatie tussen twee culturen, maar verhoogt ook de kwaliteit van de journalistiek. Die is in Nederland over het algemeen – ook al is dat moeilijk te meten – iets beter is dan in Vlaanderen.”
“Het probleem is dat veel Vlaamse journalisten denken dat het om een Nederlandse organisatie gaat, terwijl de VVOJ veel Vlaamser is dan je zou denken. Vraag aan Kristof Clerix van MO* maar eens waar hij de tools en attitudes haalt voor zijn onderzoeksprojecten. Dat maakt hem ook tot één van de drie Belgen die aangesloten zijn bij het International Consortium of Investigative Journalists. De VVOJ stimuleert het werken met archieven en het bouwen van een internationaal netwerk. Ook het Fonds Pascal Decroos zou niet zijn geweest wat het nu is, als de VVOJ niet had bestaan.”
Niet enkel voor ‘echte’ onderzoeksjournalisten
Misschien is een ander misverstand dat de VVOJ er enkel voor ‘echte’ onderzoeksjournalisten zou zijn. Ides Debruyne: “De methodes die worden aangebracht, kunnen nochtans voor elke journalist in zijn dagelijkse praktijk van nut zijn. Uiteindelijk wil de VVOJ via ijkpunten tonen wat goede journalistiek is. Dat gebeurt aan de hand van de persprijs De Loep, ons congres, onze mediacafés en het jaarboek. De cases die daar worden behandeld – neem het onderzoek naar wetenschapsfraude van Reinout Verbeke in EOS – kunnen heel inspirerend zijn. En met het netwerk dat je er opbouwt, zorg je voor een gereedschapskist die veel groter is dan wat binnen een redactie bestaat.”
Jago Kosolosky, die nu het nieuwe VVOJ-bestuur vervoegt, meent dat journalisten het ook niet altijd te ver moeten zoeken. “Met enkele muisklikken achterhaalde ik wie er achter Pegida Vlaanderen zit. Diverse media belden me toen om het nummer van die bron te krijgen. Zo moeilijk was het nochtans niet, zelfs niet voor iemand als ik die net niet tot de generatie digital natives behoort. Veel skills zijn basic, het gaat niet om kernfysica, hè.”
Kosolosky wordt bij de VVOJ onder meer verantwoordelijk voor de website. Het is de bedoeling dat daar nog meer expertise wordt gedeeld. “Op de site moeten Vlaamse en Nederlandse journalisten kennis uitwisselen en zo innovatie creëren. Er zijn zoveel journalistieke technieken die nog niet worden aangewend.” Datavisualisatie is volgens hem een goed voorbeeld. “Wordt een verhaal ondersteund door mooie data, dan merken we dat die stukken online veel meer worden gedeeld.”
Geen lonely journalist meer
In de zogenaamde lonely journalist geloven Debruyne en Kosolosky steeds minder. Ides Debruyne: “Alle journalistieke topics hebben ook een internationale dimensie. Als je begint met een verhaal over Europa, dat mondt dat al gauw uit in breder internationaal onderzoek. En daarvoor heb je dus een netwerk nodig.” Dat er net minder van die verhalen worden gebracht, heeft volgens Debruyne te maken met het ‘uitsterven’ van de buitenlandcorrespondenten. “Daar liggen dus kansen voor jonge mensen die lef hebben. Mensen zoals Olaf Koens, die vanuit Rusland stukken verkoopt. De ‘ondernemende journalist’ wordt trouwens ons thema het komende jaar. Ook op lokaal en regionaal niveau overigens. Want ook daar dreigt een democratisch deficit.”
Dit artikel werd eerder gepubliceerd in het februari-nummer van De Journalist, het vakblad van de Vlaamse Vereniging van Journalisten VVJ.