Ja, het moet anders met de VVOJ, maar niet zoals het ODS-rapport beschrijft, vindt Robert Sikkes. Het is het nodig om na te denken over de toekomst van de VVOJ, meent hij. De conferentie heeft een impuls nodig, op langere termijn zijn de financiën wankel. Maar de discussie is door de bestuurs-perikelen stil komen te liggen. Sikkes geeft het debat een aftrap.
Praat mee over de VVOJ. Log in op de website en reageer onderaan dit artikel op de stellingen van Robert Sikkes.
door Robert Sikkes
Ja, het moet anders met de VVOJ, maar niet zoals het ODS-rapport beschrijft. Het is het nodig om na te denken over de toekomst van de VVOJ. De conferentie heeft een impuls nodig, op langere termijn zijn de financiën wankel. Maar die discussie is door de bestuurs-perikelen stil komen te liggen. Voor zo ver ik weet gaat het ook slecht met de aanmelding van kandidaten voor een nieuw bestuur. Misschien is dat te verwachten na een bestuurscrisis: waarom zou iemand zich aanmelden, als er risico is van veel gedoe? Bovendien: welke toekomststrategie is er?
Die discussie is uitgebleven, maar moet hoognodig worden gevoerd. Nu is er geld en ruimte om na te denken, plannen te maken en te investeren. Misschien moeten we eerst een wenkend perspectief formuleren, zodat nieuwe bestuursleden denken: daar heb ik zin in.
Hieronder een poging voor dat perspectief. Als discussiestuk. Wie denkt dat ik in het bestuur wil: nee. Een drukke baan bij een andere vereniging – de Algemene Onderwijsbond, ook een vakorganisatie, maatje groter, maar in de basis wel vergelijkbaar – verhindert dat. Wel wil ik meedenken over vernieuwingen, want daar is het echt tijd voor.
Na het herlezen van alle stukken (ODS-rapport, sheets Evaluatie VVOJ, de brief met voorstellen) kom ik op een aantal punten tot een andere analyse dan ODS en andere voorstellen. In het rapport en de daarop volgende stukken wordt namelijk voorgesteld om ‘onze armslag uit te breiden’ richting hoofdredacties, sponsoren, internationale samenwerking.
Te ambitieus voor een kleine vereniging. Te extern gericht ook, in plaats van aan de leden te denken. Een vereniging is er van en voor de leden, is mijn simpele mening. De leden centraal stellen heeft bij de bond waar ik werk in elk geval gezorgd voor een toename van het ledenaantal. En volgens mij hunkeren de VVOJ-leden vooral naar kennis delen, kennis opdoen, ontmoeting en gesprek. Kernactiviteit voor de meeste leden is de conferentie en die moet van topkwaliteit zijn.
Wanneer je dat als uitgangspunt neemt gaat het maar om één ding: betekenisvolle activiteiten organiseren voor leden. Activiteiten van hoge kwaliteit, die een aantrekkingskracht hebben op een hopelijk grotere groep. Kortom: de leden centraal!
ODS-rapport kiest niet
Het ODS-rapport stipt veel aan maar kiest niet. Het schrijft ergens: minder maar beter, maar wil ondertussen méér. Een groter bestuur met meer mensen die andere kwaliteiten meebrengen (marketing, financiën). ODS wil meer investeren in lobby, in zichtbaarheid naar buiten, maar dat staat haaks op wat een kleine vereniging als de onze kan.
Wij zijn geen pressiegroep, maar een club van vakgenoten die samen ons vak willen verbeteren. De gedachte dat het loskoppelen van de uitreiking van de Loep van de conferentie meer publiciteit oplevert betwijfel ik: zelfs de Tegel krijgt geen overweldigende coverage. De Loep is een van de vele journalistieke prijzen. Ja, wij zijn er allemaal ongetwijfeld trots op als we genomineerd zijn, maar om eerlijk te zijn: het is een incrowdprijs, zoals heel veel prijzen. Wees daarom realistisch: de Loep is een mooi instrument, maar extern van beperkte waarde.
Het woord lobby wordt bovendien gebruikt voor verschillende zaken. Hebben we het over lobby voor meer geld (sponsorwerving), politieke lobby (betere wob, meer open overheidsdata), lobby voor meer ruimte voor onderzoeksjournalistiek (richting werkgevers)? Dat is nogal mistig. Wel stelt het bestuur voor om hoofdredacties, andere organisaties, internationale zusterclubs, sponsoren te gaan bezoeken. Leuk maar het leidt af van waar het om gaat. Een voetbalclub wil voetballen, een VVOJ wil met de leden zorgen voor betere onderzoeksjournalistiek in Nederland.
Wat voor vereniging willen we zijn?
Wat mij betreft een ontmoetingsplaats van onderzoeksjournalisten: met elkaar en voor elkaar de onderzoeksjournalistiek verbeteren. Natuurlijk willen we af en toe onze stem verheffen en roepen: onderzoeksjournalistiek is belangrijk. Dat doen we met de Loep en soms met een bescheiden lobby in het publieke debat. Met 600 leden moet je als organisatie ook je grenzen kennen. Dat doen we door een reeks van activiteiten.
Activiteiten kunnen beter
Eerst maar even naar de analyse van activiteiten van de VVOJ, waarbij centraal staat dat de conferentie het hoogtepunt is. ODS zegt dat er daarna weinig gebeurt. Ten onrechte. Er is een reeks cafés, de dag voor regionale journalistiek. Kan het beter? Ja.
De huidige conferentie is een verzamelpunt geworden van een datadag, de conferentie, de Loep. Dat is veel: wie het allemaal wil meemaken moet drie dagen vrij nemen, eventueel overnachtingen regelen. Dat is naast de conferentiebijdrage kostbaar. Mijn pleidooi is om terug te gaan naar twee dagen. Doe de datadag op een apart moment in het jaar. Kijk ook of er naast regio en data andere themascholingen zijn te plannen (goedkoop voor leden, duurder voor niet leden).
Koppel niet de Loep los, die trekt te weinig aandacht naast alle andere journalistieke prijzen. Naar buiten heeft dat geen uitstraling. Zet het eventueel op een ander moment in het programma., zodat de avondsessie niet helemaal opgaat aan dineren en prijsuitreiking. Kort eventueel in tot anderhalve dag. ODS signaleert terecht dat er sleet zit in de inhoud. Het format is al jaren min of meer hetzelfde. Het moet beter, meer kennis overdracht of kennis delen, betere workshops. Zonder meer waar.
De voorbereiding begint te laat. Mijn ervaring leert dat de voorbereiding van een congres begint één dag na de afsluiting van het vorige. Zodra je intekent moet het volledig programma bekend zijn, dat is nu absoluut niet het geval. Als ik de vroegboekkorting incasseer, heb ik geen idee waarvoor ik betaal.
Kortom: de activiteitenplanning voor leden vraagt een stevige doordenking.
Bestuur kan kleiner
Het bestuur is nu al groot voor een kleine vereniging. Al dat vergaderen slokt tijd op. Het verkleinen van het bestuur zou een beter idee zijn. De gedachte van ODS om het bestuur meer te laten besturen en minder uitvoerend te laten zijn is wereldvreemd: we hebben een kleine vereniging, dat betekent dat het bestuur wel uitvoerende taken moet hebben.
Ik zie meer in een klein dagelijks bestuur (drie, maximaal vier mensen) dat taken heeft als representatie, lobby, beleid, strategie, financiën. Daarnaast een algemeen bestuur van veel actieve leden met een sterk uitvoerend karakter. Dat komt eenmaal, hoogstens twee maal per jaar bijeen voor een vergadering en coördineert de activiteiten (conferentie, cafés, regiodag, datadag, wobdag). Zeg maar: een flinke groep van kaderleden die uitvoerend werk doen met hulp van vrijwilligers.
Lobby
Onze publieke lobbyboodschap is beperkt: meer en beter onderzoek. Daar kan je meerdere haakjes voor zoeken in de actualiteit, maar het is geen onderwerp dat heel breed en sexy te maken is. Wanneer we de VVOJ beter willen positioneren is een klein schrijfclubje voor opiniestukken al een stap voorwaarts, gericht nadenken over politieke processen is voldoende en één lobby-onderwerp per twee of drie jaar kiezen het maximaal haalbare.
Scholing
Terecht zegt ODS dat de VVOJ moet overdenken of ze wel scholing aanbiedt. Kijkend naar de jaarcijfers kunnen we daar kort over zijn: financieel levert het niets op. Inhuur van trainers en de inkomsten vallen vrijwel tegen elkaar weg. Je zou de scholing nog als pr-instrument kunnen zien, maar daar is het te klein voor. Inmiddels zijn er zoveel aanbieders (NVJ, hogescholen, universiteiten, masterclasses financiële journalistiek etc) dat daar geen aandacht naar uit moet gaan. De cafés hebben soms ook een scholingskarakter (kadaster, cbs) en dat is voldoende. De VVOJ zou zich wel als makelaar kunnen opstellen: het aanbod ontsluiten en zichtbaar maken op de website en in ruil daarvoor korting voor de leden bedingen bij de aanbieders.
Financieel
De inkomsten en uitgaven van de VVOJ zijn niet in balans. Laat ik het eens vanuit de AOb benaderen. Daar hanteren we een paar vuistregels, zoals ook bij andere vakbonden.
- De personeelsuitgaven mogen niet hoger zijn dan 70 procent van de contributie-inkomsten.
- Het vermogen moet eenmaal de contributie-inkomsten bedragen om bij grote tegenvallers nog één jaar zonder inkomsten het personeel te kunnen doorbetalen en de service aan leden te kunnen handhaven.
- Sponsorgelden gelden als incidentele inkomsten die alle voor projecten en tijdelijk personeel kunnen worden ingezet.
Op die manier kan je de continuïteit voor langere tijd waarborgen.
Kijk ik met die ogen naar de VVOJ dan zie ik een dramatische scheefgroei. Tegenover personeelsuitgaven voor directie, secretariaat en webredactie (120.000) staan in de meerjarenbegroting slechts beperkt structurele inkomsten in de vorm van conferentie en contributie (42.000).
Op de conferentie wordt bovendien verlies gemaakt (rond de 30.000).
De sponsorgelden redden de VVOJ en zijn voor een kleine club als de onze eigenlijk bizar hoog (180.000) en ik kan me nauwelijks voorstellen dat dat beter kan.
Investeren in een extra medewerker die de sponsorgelden moet opkrikken is daarom niet erg kansrijk. Er wordt gesuggereerd dat we overheidssubsidie zouden moeten aanvragen, ik vind dat een principieel onjuiste gedachte: een vereniging van onderzoeksjournalisten laat zich niet onderhouden door de overheid.
Het vermogen is wel op orde: er is voldoende geld om de activiteiten twee jaar voort te zetten.
Wat moet er wel. Ik zie twee dingen: de VVOJ is extreem goedkoop. Voor € 3,33 per maand, het bedrag van twee goedkope pilsjes, geven wij de leden een conferentie ver onder kostprijs, gratis cafés, een regionale dag, een gratis jaarboek. Dat moet echt anders. Ook richting sponsoren is het een slecht signaal: de beroepsgroep van onderzoeksjournalisten heeft slechts 3,33 per maand over voor hun eigen club.
Voor mij leidt dat tot twee conclusies:
- De contributie moet omhoog
- De conferentie moet kostendekkend
Dat laatste kan inderdaad door minder luxueuze diners, eventueel kortere conferentie (anderhalve dag), jaarboek digitaal, duidelijker afspraken met sponsoren (korting op conferentie maar niet gratis), korting voor vrijwilligers op conferentie (maar niet gratis) en door een inhoudelijke slag: een aantrekkelijker conferentie van een hoger niveau.
Hoeveel de contributie omhoog moet weet ik niet, maar zo veel dat samen met het batig saldo van de conferentie-inkomsten de salarissen betaald kunnen worden.
Conclusie
Alles bij elkaar is er volgens mij maar één route: de vereniging is er van en voor de leden en moet zich dus concentreren op hoge kwaliteit van ledenactiviteiten.
-de conferentie inhoudelijk vernieuwen
-aparte doelgroepdagen (regiodag, datadag, wobdag)
-café (laagdrempelige discussie, scholing bij organisaties waar kennis zit)
-website en nieuwsbrief
Nu er nog veel sponsorgeld is, zijn de volgende maatregelen mogelijk:
- een tijdelijke programmamanager voor ledenactiviteiten, met als eerste doelstelling een inhoudelijke verfrissing en kwaliteitsverbetering van de conferentie, en een tijdig programma.
- Daarnaast een verhoging van de contributie, beperken van kosten van de conferentie en schrappen van het papieren jaarboek.
- Overwegen of er meer (kostendekkende) doelgroepdagen te ontwikkelen zijn voor wob, data, regio of andere onderwerpen.
Misschien is dat een werkend perspectief, waarvoor mensen bereid zijn om in het bestuur te stappen.
Praat mee over de VVOJ. Log in op de website en reageer op het artikel van Robert Sikkes.
Bravo! Uitstekend stuk, waar ik me helemaal in kan vinden. Onderzoeksjournalistiek (of: uitzoekjournalistiek) is nu eenmaal geen breed beoefend genre. Daar past verdieping bij op de eerste plaats, geen verbreding. Wel variatie. En natuurlijk behartigt de VVOJ de belangen van onderzoeksjournalisten, maar daar kun je inderdaad een lenig schrijfclubje voor bedenken, dat op een slimme en strategische manier in actie komt.
De conferentie: zeker voor freelancers zoals ik (volgens mij de afgelopen jaren een sterk groeiende ledengroep) is dit jaarlijkse treffen niet alleen een bron van kennis, maar zeker ook heel inspirerend. Het was op de eerste conferentie in Antwerpen dat de overtuiging groeide dat, als ik als freelancer de nieuwe tijden zou willen overleven, specialisatie en samenwerking nodig waren. En zo gebeurde, met succes. Dankjewel VVOJ! Het is goed een keer per jaar los van de waan van de dag met je vak bezig te zijn. Zonder de conferentie, kortom, zou de VVOJ voor mij veel kleur verliezen. Suggestie: vaste centrale locatie voor de conferentie, bijv. Utrecht en Antwerpen en beperken tot 1,5 dag. Scheelt in de (reis- en verblijf)kosten.
De contributie: inderdaad, die is laag. Verhoging zou ertoe kunnen leiden dat collega’s het lidmaatschap opzeggen. Omdat ze weinig werk hebben en op de centen moeten passen, of omdat ze het bedrag er niet voor over hebben. In het eerste geval ontneem je ze misschien de kans wel aan de slag te komen, in het tweede geval zou het een signaal kunnen zijn dat je de inhoud inderdaad moet opfrissen. Lijkt me een aparte discussie.
P.s.: Zie dat ik een nogal schimmige en anonieme schermnaam heb. De profielinstellingen van ‘quirien’ zijn nu gewijzigd.
Het demissionaire bestuur van de VVOJ is blij met het stuk dat Robert Sikkes geschreven heeft over de VVOJ. Want het is goed dat er onder de leden discussie ontstaat over de toekomst van onze club.
Naar aanleiding van het rapport van ODS heeft het bestuur – toen nog volledig in functie – de eerste helft van dit jaar nagedacht over de koers van de vereniging. Mede gelet op het feit dat de financiële basis van de VVOJ komende jaren onzekerder wordt, formuleerde het bestuur een aantal voorstellen met betrekking tot de koers van de vereniging. Daarbij stond steeds voorop dat het voortbestaan van de VVOJ moest worden gegarandeerd.
Het was de bedoeling op de ledenvergadering van 4 juni met elkaar van gedachten te wisselen over deze voorstellen. Besluiten konden we dan nemen bij de reguliere Algemene Ledenvergadering in november. De betreffende voorstellen zijn te raadplegen op onze site achter deze link. http://www.vvoj.org/2014/05/23/extra-alv-2014-jaarstukken-2013/ (inloggen vereist)
Zoals bekend zijn we in Rotterdam niet toegekomen aan een discussie over de toekomst, trad het bestuur terug en ligt het proces sindsdien stil. Maar dat hoeft helemaal niet te betekenen dat de leden – wij allemaal dus – in afwachting van de ontwikkelingen, geen voorschot kunnen nemen op die koersbepaling. Vandaar dat het bestuur het fijn vindt dat Robert een aftrap doet. Hopelijk is dat het begin van een levendig gesprek, waar de VVOJ beter van wordt dan ooit.
Met vriendelijke groet, namens het VVOJ-bestuur (demissionair).
Heel mooi dat het bestuur daar blij mee is, maar veel discussie is er nog niet. Het enige lid dat reageert is Rineke, dat is mooi, maar meer reacties zijn zeer welkom. Heel eerlijk gezegd: ik geloof ook niet zo in digitale discussie…. maar het is hoplijk een begin van meer. Is het bijvoorbeeld mogelijk om in Kortrijk daar niet alleen de jaarvergadering voor te gebruiken, maar misschien ook een workshop of ronde tafel? Of een toekomstcafé?
groet
Robert
groet
Robert
Wat een goed plan om het hier in besloten kring over te hebben. Dank voor de aftrap Robert en Rineke! Ik ben het in grote lijnen met jullie eens en wil daar het volgende aan toevoegen.
Kort na de oprichting ben ik lid geworden van de VVOJ en ik heb enkele jaren bijgedragen aan het jaarboek en de Loep. De club gaat mij aan het hart omdat het lange tijd een warm bad is geweest. Ik zeg ‚is geweest’, omdat ik merk dat ik me gaandeweg aan het distantieren ben. Eerst dacht ik dat dat aan mij lag, maar nu er een discussie is gekomen vind ik het fijn om mee te kunnen denken.
Dit is de organisatie waar ik bij zou willen blijven horen:
Romporganisatie en contributie
Als basis heeft de VVOJ een betaalde directeur en office assistent om het terugkerende organisatiewerk te doen, de website en nieuwsbrief te onderhouden, financiering te regelen, telefonisch bereikbaar te zijn, om de vereniging te vertegenwoordigen in binnen- en buitenland, de (aspirant) leden waar mogelijk van dienst te zijn e.d. Dit zou gefinancierd moeten kunnen worden uit het lidmaatschap van de leden. De contributie moet dan wel omhoog, ik weet niet met hoeveel, maar minstens 80 euro zou ik er jaarlijks grif voor over hebben.
Incubator
We zullen moeten accepteren dat het steeds moeilijker zal worden om structureel geld te krijgen. Met projectfinanciering kunnen we wel zelf dingen in gang zetten en komen daarmee tegemoet aan de wens van donoren dat het geld is gelinked aan een project met een eindpunt. Dat vereist vooral een entrepreneurial spirit van de leden zelf. De romporganisatie zie ik daarom het liefst als een incubator, een plek waar initiatieven in gang kunnen worden gezet met een startkapitaaltje van de VVOJ (die het bij donoren lospeutert).
Zo zou ik mezelf hard willen maken voor het oprichten van een groot transnational investigative journalism fund. Daar ben ik nu over aan het brainstormen met een paar mensen.
Een ander initiatief zou een Peerby-systeem voor leden kunnen zijn, waarbij – op geautomatiseerde wijze – vragen, verzoeken en voorstellen gedaan kunnen worden waar leden op kunnen reageren. Dat zou gecombineerd kunnen worden met een database waardoor je snel kunt zien welke leden elkaar waarvoor kunnen benaderen en onder welke voorwaarden oid. Als het systeem eenmaal is ontwikkeld, houdt het zichzelf grotendeels zelf gaande. Of zie ik dat verkeerd?
Conferentie, prijs, jaarboek
De conferentie is altijd gezellig en inspirerend (warm bad!). Ik meen dat juist ook voor aspirantleden de conferentie een gelegenheid moet zijn om te warm te gaan lopen voor OJ. Een jaarlijkse bijeenkomst lijkt me daarom prima maar dan wel elke keer op dezelfde centrale plek in Vlaanderen of Nederland en niet langer dan 1 a 1,5 dag. Met als doel: netwerken, elkaar inspireren, ontmoeten, uitdagen enz. Met een eenvoudige maar – op zijn Vlaams – een voedzame maaltijd. Als de kosten voor de conferentie door de leden zelf gedragen moeten gaan worden, zal vanzelf blijken hoeveel geld en vrije tijd we daar voor over hebben, met organisatorische steun uiteraard van de romporganisatie.
Verder stel ik voor om de Loep af te schaffen en over te laten aan de Tegel, die heeft tenslotte ook een afdeling onderzoeksjournalistiek. De Tegel zegt de meeste mensen al weinig, laat staan de Loep. Het is vooral een manier om onszelf een … in de … te steken, maar nuttig en leerzaam voor de promotie van het belang van onderzoeksjournalistiek? Ik waag het te betwijfelen. Dat geldt – sorry dat ik het zeg – ook voor het Jaarboek. De vraag dringt zich op (ook ivm de kosten): is het een kwestie van ‘Nice to have’ of ‘Need to have’?
Training, kennis en website
Veel van de geboden informatie op de conferentie is helaas onvoldoende voor mij om te beklijven. En helaas kom ik daar in mijn eentje na afloop niet aan toe. Ik weet dat er pogingen zijn gedaan om, buiten de conferentie om, trainingen aan te bieden en dat daar te weinig animo voor was. Misschien werkt het beter via een Peerby systeem, waarbij mensen zelf aan de bel trekken ipv iets aangeboden krijgen waar op dat moment geen animo voor is. Dan kunnen de leden zelf in in overleg met de betreffende expert eea zelf regelen.
Tot zover mijn overpeinzingen.
PS de reden dat er nog weinig reacties zijn gekomen, is wellicht omdat de meeste leden niet weten dat deze discussie wordt gevoerd. Het zou ook helpen als er een knop bij deze discussie was waar je op kunt klikken als je op de hoogte gehouden wilt worden van nieuwe reacties.
Janneke Donkerlo
Ik heb alle onderwerpen van het ODS-rapport nog eens op een rij gezet in de vorm van citaten. Wie het rapport vanwege geen tijd, geen zin of anders niet in zijn geheel tot zich wil nemen kan het hier puntsgewijs laten bezinken. Voor het nieuwe bestuur kunnen de citaten een richtsnoer voor beantwoording vormen.
Daar komt-ie:
VVOJ Mijn commentaar
Kanttekeningen bij het ODS-rapport
door VVOJ-lid Fred van Overbeeke
Als onderzoeksjournalisten zijn wij gewend rapporten met kritische blik te onderzoeken. Moeilijker wordt het als wij een rapport over ons eigen functioneren – als organisatie, dat wel – moeten analyseren. Dan is er de neiging het fileermes met terughoudendheid te hanteren, of helemaal thuis te laten. In eigen vlees snijden is niet plezierig. Je legt er ook geen eer mee in. Collega’s kijken je aan: moet dat nou? Zand erover, naar de toekomst kijken, we zien wel waar het schip strandt! Maar is dat verstandig? Ik vind van niet.
De ODS-organisatie die de VVOJ op haar structuur en functioneren onderzocht – let wel, op stevige aandrang van en medebetaling door onze grootste sponsor – is niet van realiteitsbesef ontbloot. Met een zekere scepsis schrijven de onderzoekers: ‘Wij bevelen de aanbevelingen van dit rapport van harte in eenieders aandacht aan. Immers, teveel goede rapporten blijven na te zijn geschreven in een la liggen. Wij hopen ten zeerste dat zoiets deze keer niet zal gebeuren.’
Of dit rapport in een la verdwijnt, zal de toekomst uitwijzen. Ik ben niet optimistisch. Wel probeer ik als VVOJ-lid mijn collega’s die geen tijd of zin hebben het rapport te lezen, op een aantal frappante constateringen te wijzen. Of mag ik zo’n opmerking op blz. 11 van het rapport niet frappant noemen? Ik citeer: ‘Tegelijkertijd is duidelijk dat veel leden in de eerste plaats lid van de VVOJ worden omdat dit een fikse korting op de congresprijs oplevert’. Tjonge, zo diep had ik zelfs niet nagedacht…
Over het jaarlijkse congres wordt in het rapport veel gezegd. Ook over het bestuur en over de leden. Het zijn niet altijd opbeurende opmerkingen, al worden de kritische noten veelal wel vooraf gegaan door een opgewekte zinsnede. In mijn bijdrage hier beperk ik me tot het citeren van in mijn ogen opmerkelijke constateringen in het rapport. Ik ben daarin vrij uitvoerig. Immers, internet biedt ruimte genoeg.
Opmerkingen vooraf
Maar voordat ik begin met citeren uit het ODS-rapport nog een paar opmerkingen. Als hoofddoelen stelt de VVOJ: uitwisseling van kennis en ervaring en het fungeren als pleitbezorger voor meer en betere onderzoeksjournalistiek. Dit zijn precies de doelstellingen die mij hebben gemotiveerd lid te worden. Méér wist ik op dat moment niet van de VVOJ. Maar de afgelopen maanden heb ik die achterstand ingehaald door flink wat jaarverslagen en notulen tot mij te nemen. Ik moet bekennen dat ik enigszins beduusd was na het lezen van sommige feiten, en nóg beduusder toen ik vergeefs zocht naar reacties op de algemene ledenvergaderingen (ALV) die toch de ‘hoogste’ controlerende organen in een vereniging zijn.
Gratis congresbezoek
Wat moet ik er van denken dat het Jaarcongres van 2013 in Zwolle werd bezocht door 339 bezoekers maar dat slechts 178 voor de toegang betaald hadden. Is het dan een wonder dat er op die bijeenkomst 25.000 euro verlies is geleden? Dat is precies het bedrag dat in 2013 door de toen 625 betalende leden van de VVOJ aan contributie werd opgebracht. Die contributie is dus volledig opgegaan aan de door het bestuur gratis toegelaten deelnemers. Dankzij de sponsors die 177.950 euro binnenbrachten konden die douceurtjes geruisloos passeren. Niemand die in de Algemene Ledenvergadering hardop vraagtekens hierbij plaatste en zich afvroeg hoeveel extra cafés bijvoorbeeld voor dat bedrag niet hadden kunnen worden georganiseerd in den lande.
Personeelskosten
Misschien mag ik ook nog even aandacht vragen voor de opmerking van penningmeester Piet Depuyt op de ALV van 16 november 2013 (het ging toen over het jaar 2011) dat er inmiddels dankzij de gulle sponsors een aardige buffer van 150.000 euro was opgebouwd. Daardoor konden de personeelskosten voor minimaal een jaar worden gegarandeerd. Die personeelskosten bedroegen in 2013 115.000 euro per jaar. Niet alleen de directeur en medewerkster worden betaald, ook de webredacteuren ontvangen vergoeding. Voor 2014 is een substantiële verhoging voorzien. Dat is toch een behoorlijke druk op de begroting en ook een bedenkelijk risico. Zie ik dat te somber in? Maar ja, de ODS onderzoekers blijven over de financiën optimistisch, moeten de leden zich dan zorgen maken? Moeten die zich afvragen hoe het in 2016 verder moet als de premium sponsor Adessium wegvalt en een negatief saldo wordt voorzien? Hoe het dan moet met al die vaste krachten?
Wellicht kan het nieuwe bestuur zich nog eens specifiek over de financiële prognose uitlaten? Al was het maar ter geruststelling van mij als notoire misantroop.
Onderzoek als afscheidsgeschenk
Graag beveel ik voorts de onderstaande opmerkingen uit het onderzoeksrapport van ODS in de aandacht van het bestuur aan. Die citaten zijn niet altijd complimenteus voor het zittende bestuur en rechtsvoorgangers. Maar wat doe je er aan als het onderzoek min of meer verplicht is gesteld door je grootste sponsor, die bovendien nog zo aardig is geweest een forse bijdrage aan de onderzoekskosten te leveren. Het is een soort exit-verslag door buitenstaanders die de VVOJ een spiegel voorhouden. Adessium zal dit zeker als waardig afscheidsgeschenk hebben bedoeld. Maar misschien waren ze ook niet helemaal gelukkig met hun begunstigde. Je weet het niet. Ik ben zeer benieuwd hoe het bestuur denkt over hetgeen ze in die spiegel ziet. Vandaar dat ik die opmerkingen hieronder nog eens op een rij heb gezet. De citaten uit het rapport kunnen bij de beantwoording als handvat voor het bestuur dienen.
Uit het rapport van ODS (het integrale rapport staat op de website)
De onderzoekers stellen vast dat er reden is voor tevredenheid want er is door de vereniging veel bereikt. Citaat: ‘Maar elke vereniging of organisatie heeft na verloop van tijd last van een zekere mate van slijtage, van vastgeroeste gewoontes, van verminderde scherpte. De VVOJ vormt daarbij geen uitzondering. Zo wordt het VVOJ-werkprogramma onvoldoende uitgevoerd, is de vereniging onvoldoende zichtbaar in het debat over de onderzoeksjournalistiek en is de financiële gang van zaken, zowel wat inkomsten als uitgaven betreft, onvoldoende doordacht. Ook de langere termijn koers van de vereniging is onvoldoende uitgewerkt en de strategie is niet voor iedereen in de organisatie duidelijk. Daarnaast is de uitvoering van beslissingen die wel worden genomen, niet altijd consequent en controleerbaar.’
Citaat: ‘Uit de lage opkomst op de ledenvergadering blijkt voorts dat de interesse in verenigingszaken bij de leden gering is. Dat is onwenselijk omdat daarmee de leden hun bestuur niet controleren en omdat een belangrijk moment om te overleggen over wat de VVOJ moet bereiken, wordt gemist. Niet de leden maar het bestuur bepaalt daarmee de toekomst van de VVOJ.’
Citaat: ‘Op basis hiervan komen de onderzoekers tot de conclusie dat de VVOJ er thans goed aan doet zich nadrukkelijk de vraag te stellen waar zij naar toe wil, en met het oog op die verder liggende doelstelling kritisch te kijken naar het eigen functioneren. Bovendien moet de VVOJ nu wel degelijk gaan meten wat de effectiviteit is van wat wordt gedaan. De VVOJ moet een aantal basis gegevens beter bijhouden: aantallen bezoekers, aantallen artikelen, aantallen optredens, aantallen uitnodigingen etc. Een impact assessment is geen overbodige luxe, maar vormt de basis om vast te stellen of de VVOJ de doelen die zij zich heeft gesteld, naderbij brengt.’
Congres
De onderzoekers stellen vast dat het congres een grote pluim verdient. Interessant qua opzet, stevig van inhoud, ‘voor elk wat wils’, gezellig, informatief, twee volle netwerk-hoogtijdagen. [-]
Citaat: ‘Toch valt er ook iets af te dingen aan de inhoudelijke variatie en kwaliteit. We noemen:
– Er is behoefte aan meer vernieuwing. Niet steeds dezelfde/vergelijkbare onderwerpen, gezichten, moderatoren en trainers;
– Er zouden meer praktische oplossingen moeten worden aangedragen ten aanzien van de rol (en benarde positie) van freelancers, in plaats van de vaak persoonlijke verhalen;
– Er is teveel aandacht voor datajournalistiek, terwijl sommige van die workshops voor echte specialisten juist weer te licht bleken;
– Onvoldoende aandacht wordt besteed aan de educatieve kant van het congres. Wat moet er nu precies worden overgebracht en hoe? Het feitelijke scholingsgehalte van veel sessies ligt daarmee te laag. Natuurlijk is het een congres voor en door journalisten, maar dat neemt niet weg dat het op een goede manier overbrengen van informatie in de voorbereiding te weinig aandacht krijgt;
– De titels van congres-workshops en -trainingen dekken niet altijd de lading, zoals ook door de enquête bevestigd wordt. Moderatoren modereren soms niet. Vaak lijkt het onderwerp interessanter dan de methode, terwijl die methode nu juist helpt om het een volgende keer zelf goed (of beter) te doen;
– Sommige workshops zijn vooral presentaties van eigen werk of projecten, zonder voldoende oog voor de zeggingskracht daarvan voor de onderzoeksjournalistiek in het algemeen’.
Citaat: ‘In het algemeen is het congres het absolute hoogtepunt van het VVOJ-jaar, het punt waarop dé aandacht is gericht. Daarna valt alles een tijdje stil. De uitwisseling van kennis en ervaring die op het congres plaatsvindt, het enthousiasme dat is gegenereerd, houdt de VVOJ onvoldoende vast tijdens de rest van het jaar. Daarmee kunnen er vragen worden gesteld over de wat langere termijn effecten van het congres. Wat hebben congresdeelnemers – zes maanden later – er echt aan gehad; wat is er terecht gekomen van nieuwe plannen tot samenwerking en uitwisseling. Hoe praktisch waren de aanbevelingen uit de diverse workshops?’
Over de website, Medialab, Youtube-activiteiten van de VVOJ zijn de onderzoekers niet altijd positief. Zij vinden dat de vereniging tekortschiet. Geïnteresseerden vinden details hierover in het ODS-rapport.
Over de cafés zijn de onderzoekers enthousiast, maar… (citaat) ‘tegelijkertijd gaat e.e.a. organisatorisch niet altijd goed en wordt onvoldoende nagedacht hoe de VVOJ te promoten en te profileren. Natuurlijk staat inhoud voorop en straalt goede inhoud af op de VVOJ, maar de VVOJ heeft ook leden en naamsbekendheid nodig. Daarvoor ontbreekt voldoende echte aandacht, en ook de voorbereiding, de uitvoering en zeker de follow-up kunnen beter’.
Scholing
Er bestaat een ruim aanbod aan journalistieke scholingsmogelijkheden via hogescholen, universiteiten, de NVJ en commerciële aanbieders. De vraag is dus gerechtvaardigd welke meerwaarde de VVOJ denk te kunnen genereren door zelf scholing aan te bieden. In diverse discussies en notities heeft de VVOJ zich deze vraag ook zelf gesteld. [-]
Citaat: ‘De onderzoekers zijn er niet van overtuigd dat de VVOJ zelf scholing zou moeten aanbieden. Het secretariaat, en de stafmedewerkster in het bijzonder, heeft nu al nauwelijks voldoende tijd om de reguliere werkzaamheden van het secretariaat alle aandacht te geven. Zonder verlegging van prioriteiten lijkt het dan ook weinig aannemelijk dat er in de huidige situatie en binnen de huidige budgettaire beperkingen mogelijkheden bestaan om scholing te gaan aanbieden. Het creëren van de positie van scholingscoördinator is een groot – in onze ogen te groot – financieel risico, omdat de vraag naar training onzeker is en het op zijn minst een aantal jaren zou duren voor de kosten worden terugverdiend, zo dit al het geval zou zijn. Bovendien is niet aangetoond dat de huidige trainingen geld opleveren, zeker indien de benodigde uren van het secretariaat worden meegerekend’.
De Loep
Onderzoeksjournalisten kennen ‘de Loep’; het winnen van de Loep versterkt de positie van journalisten door vergrote naamsbekendheid en erkenning binnen hun medium. Journalisten worden door de prijs gestimuleerd en aangemoedigd.
Citaat: ‘De onderzoekers zijn echter minder overtuigd van de huidige wijze waarop ‘de Loep’ wordt gebruikt om de positie van de onderzoeksjournalistiek te versterken. De uitreiking heeft in zekere zin een incrowd karakter. Bekende VVOJ’ers reiken een prijs uit voor een publiek van VVOJ’ers. Er is bovendien weinig tot geen interactie met de zaal, waar de ‘gewone’ VVOJ-leden zitten. De uitreiking is in wezen een feestje van de genomineerden, de jury en het bestuur.’ (Het rapport geeft adviezen hoe het pr-gehalte te vergroten)
Onderzoek van het vak
Tot de doelstellingen van de VVOJ behoort ook onderzoek naar de staat van het vak. Sinds 2011 is daar weinig aan gedaan ondanks het feit dat er zoveel contacten zijn met universiteiten en hogescholen. Citaat: ‘Bovendien valt op dat buitenstaanders niet actief worden betrokken bij de beoordeling van de ontwikkelingen. [ – ] Alle onderzoeken die tot op heden door de VVOJ zijn uitgevoerd werden door (ex-)bestuurders gedaan. Naast de vragen die dit oproept over de wijze van aanbesteding van deze opdrachten, lijkt het vooral geen vruchtbare manier om een representatief beeld te verkrijgen van de onderzoeksjournalistiek. Als het bestuur een onderzoek laat uitvoeren om mede op basis daarvan besluiten te nemen over de rol van de VVOJ, is zo’n onderzoek minder waardevol als het gedeeltelijk voortborduurt op discussies die in een eerder stadium door dezelfde personen ook in datzelfde bestuur gevoerd zijn.’
Lobbyactiviteiten
Citaat: ‘De onderzoekers hebben weinig voorbeelden aangetroffen van lobbyinitiatieven die de VVOJ de laatste jaren heeft ontwikkeld, met uitzondering van de lobby voor de WOB. Vele geïnterviewden – inclusief directeur en bestuursleden – zijn het erover eens dat de VVOJ te weinig lobbywerk doet en de leden extern niet actief genoeg vertegenwoordigt. [-] In het werkplan 2013-2015 worden lobbyactiviteiten als prioriteit genoemd. Directeur en voorzitter geven echter aan dat voor lobbyactiviteiten op dit moment te weinig tijd is. [-] De onderzoekers zijn echter niet overtuigd dat het hier zuiver een kwestie van tijd betreft. Veeleer lijkt de vereniging traditioneel het zwaartepunt binnen de groep van onderzoeksjournalisten te hebben gelegd en aarzelingen te hebben om echt actief naar buiten te treden. Schroom voor een dergelijke rol die de vereniging een publieke en meer geprofileerde speler zou maken, lijkt het bestuur parten te spelen. Hierbij speelt wellicht ook een rol, dat lobby als iets wezenvreemds wordt gezien door journalisten. Ze vrezen dat het hun onafhankelijkheid zou kunnen aantasten als ze te dicht bij de macht komen, ook al zou dat zijn om juist de rol van de onderzoeksjournalistiek te behartigen.’
Over de rol die de contacten met Vlaamse collega’s spelen, oordelen de onderzoekers: ‘de samenwerking lijkt niet echt te leven’.
Secretariaat en directeur
Over het secretariaat stellen de onderzoekers dat het over het algemeen naar behoren functioneert, de taken worden met nauwgezetheid uitgevoerd, de financiën worden correct beheerd, het congres wordt professioneel georganiseerd.
Citaat: ‘Wel zijn een aantal zaken voor verbetering vatbaar. Een professionaliseringsslag lijkt nodig.
– Het aanwezigheidsritme van directeur en stafmedewerker leidt tot afstemmingsproblemen en er wordt weinig nagedacht over wie wanneer waarom bepaalde taken zou moeten overnemen. Er bestaat geen duidelijke afbakening van verantwoordelijkheden tussen directeur en stafmedewerker; de directeur is te ‘hands-on’ en dit gaat ten koste van externe taken. Betere en goed verifieerbare afspraken inclusief tijdspaden zijn nog niet gemaakt.
– Hetzelfde geldt voor de rol van de webmanagers en hun verdeling van taken. Wat er van hen verwacht mag worden, in hoeverre zij bredere verantwoordelijkheden buiten de website hebben, bijvoorbeeld voor de meer algemene externe communicatie en hoe het overleg met en aansturen van deze medewerkers in zijn werk moet gaan, is onvoldoende doordacht en vastgelegd.
– De VVOJ heeft simpelweg te weinig ruimte. Er is geen plaats voor stagiairs of voor de webmanager. Dat is jammer en zelfs ongewenst. Stagiairs kunnen een nuttige rol op het secretariaat spelen. De interactie met de webmanager zou verbeteren indien deze regelmatig op het secretariaat aanwezig is. Kortom, er is reden om op zoek te gaan naar meer vierkante meters. [-]’
Financiën
Over de financiën van de VVOJ zeggen de onderzoekers (citaat:) ‘Hoewel de financiële situatie van de vereniging niet zorgelijk is en de vereniging ook zal kunnen voortbestaan zonder de extra financiële hulp van de grote donoren, zijn de financiële middelen thans ontoereikend voor de bestaande ambities. Als gevolg van de krappe middelen worden onderdelen van het werkplan niet uitgevoerd. Tegelijkertijd menen de onderzoekers dat de VVOJ veel te veel waar geeft voor het lidmaatschapsgeld en vrijwilligers op sommige momenten te ruim beloond worden voor hun inzet: bijvoorbeeld met gratis toegang tot het congres. In feite geldt hetzelfde voor de diensten die de sponsors ontvangen van de VVOJ in ruil voor het sponsorbedrag.
Meer specifiek wordt opgemerkt:
– De contributie voor iedere categorie leden is erg laag in vergelijking tot wat de leden voor hun contributie ontvangen, zoals een aanzienlijke reductie op de prijs voor congresdeelname, vrije toegang tot veel relevante informatie, goedkope trainingsmogelijkheden en een gratis jaarboek.
– Verder valt op dat het congres goedkoop is voor leden en dat er relatief weinig vol betalende deelnemers zijn, slechts ongeveer 1/3. De VVOJ lijkt te aardig bij het weggeven van gratis deelname in ruil voor zekere bijdragen: er komen teveel niet-betalende bezoekers die op basis van niet altijd vastomlijnde criteria gratis toegang krijgen. Dit vergroot weliswaar het bereik van het congres maar het verlies dat nu op het congres geleden wordt is simpelweg te groot en dus onhoudbaar.
– De sponsorgelden van niet-premium sponsoren zoals NOS en NRC zijn relatief laag. Ook is het aantal sponsoren beperkt. Bovendien wordt een groot deel van het sponsorbedrag terugbetaald via toegangskaarten voor het congres en in-company presentaties en trainingen. Heronderhandelingen over de sponsorbedragen hebben wel plaatsgevonden maar hebben juist tot een lagere bijdrage geleid en in sommige gevallen tot een grotere beloning voor de sponsoren. [-]’
Het bestuur
Tot slot spreken de onderzoekers zich uit over het bestuur van de VVOJ.
Citaat: ‘Het bestuur geeft blijk van grote betrokkenheid bij de VVOJ. De bestuursleden houden van de onderzoeksjournalistiek en zijn een bron van inspiratie voor hun collega-journalisten. Tegelijkertijd moet worden vastgesteld dat niet goed duidelijk is waar de VVOJ precies heen wil. Het driejarenplan wordt slechts ten dele uitgevoerd en dit leidt weliswaar tot discussie (wellicht mede ingegeven door het moment van dit onderzoek) maar niet tot herziening van de strategie. De echte prioriteiten voor de VVOJ verschillen ook van bestuurder tot bestuurder. Verschillen van inzicht en prioriteit zijn ook gezond maar op een goed moment moet er toch overeenstemming worden bereikt en een besluit worden genomen. Alles is belangrijk maar niet alles is mogelijk. Het bestuur maakt te weinig harde keuzes. Als gevolg daarvan wordt teveel tegelijk gedaan, zowel door bestuur als door het secretariaat, met als gevolg overbelasting en kwaliteitsverlies.’
Citaat: ‘Ook moet worden vastgesteld dat het bestuur te zeer naar binnen gericht is. Lobby, externe communicatie en PR, contacten met hoofdredacteuren, met politici, met directies van mediabedrijven krijgen weinig aandacht. Er lijkt – uitzonderingen daargelaten – een soort schroom te bestaan om met zelfvertrouwen naar buiten te treden. De onderzoekers krijgen bovendien de indruk dat het bestuur te lang delibereert en te weinig knopen doorhakt. [-] Er wordt wellicht te lang en niet effectief vergaderd in relatie tot de uitkomsten. Ook hebben de onderzoekers de indruk dat er te weinig op hoofdlijnen wordt bestuurd en dat niet altijd duidelijk is wat aan de directeur is gedelegeerd. Door de volwaardige deelname van de Directeur aan het Dagelijks Bestuur vervaagt de scheidslijn tussen supervisie en uitvoering. Dat is onwenselijk.’
Citaat: ‘De samenstelling van het bestuur is naar de smaak van de onderzoekers te eenzijdig. Kwaliteiten in de sfeer van marketing en communicatie ontbreken, evenals expertise in overheidsrelaties, in juridische zaken, mediamanagement. Voorts is opvallend dat de VVOJ-bestuursleden en de directeur betaalde VVOJ-projecten verwerven en dat de procedures die leiden tot een besluit van het bestuur om een bepaalde opdracht te gunnen aan een bestuurder of de directeur, niet zeer transparant zijn. Te waarderen valt overigens dat in het jaarverslag openlijk melding wordt gemaakt van de gunning van projecten aan de voorzitter en de directeur.’
Fred van Overbeeke (lid nvj/vvoj)
20 november 2014
Email: fred33@telfort.nl
Beste Robert,
dank voor je mooie voorzet. In veel punten kan ik me vinden. Missen doe ik m.n. de netwerkgedachte. Je beschrijft wel dat er – bijvoorbeeld op het gebied van scholing – al veel aanbieders zijn, maar nog niet hoe we slim gebruik van elkaar kunnen maken. Ik zie ruimte in co-creatie, slimmere netwerkvertakkingen en bundeling van krachten op (deel) onderwerpen met andere partners in het veld.
Misschien aardig om vanavond over verder te praten.
Hartelijke groet,
Maaike Miedema (lid NVJ/ VVOJ)
maaike@maaikemiedema.com