Cafe, Nieuws

Verslag VVOJ Café: “Journalistiek is vaak kluitjesvoetbal”

cafemedialogica1De premier komt uit de ministerraad en wordt door journalisten gelijk om een reactie gevraagd: “Wat vindt u van de toestand in Chili?” In Chili is niets gebeurd, maar dat weet de premier niet en hij voelt zich gedwongen om toch maar een reactie te geven. Marc Josten, hoofdredacteur bij HUMAN, haalt die grap niet voor niets aan. Hij illustreert ermee een aspect van medialogica tijdens het VVOJ Café op een stormachtige maandagavond 28 oktober in NRC Café-Restaurant aan het Amsterdamse Rokin.

Sprekers: Marc Josten (HUMAN), Jo Bardoel (Hoogleraar journalistiek en media), Sjoerd de Jong (ombudsman NRC Handelsblad)
Gespreksleider: Nico Haasbroek
Datum: 28 oktober 2013
Locatie: NRC Restaurant Café
Verslag: Arno Kersten

De premier komt uit de ministerraad en wordt door journalisten gelijk om een reactie gevraagd: “Wat vindt u van de toestand in Chili?”
In Chili is niets gebeurd, maar dat weet de premier niet en hij voelt zich gedwongen om toch maar een reactie te geven.
Marc Josten, hoofdredacteur bij HUMAN, haalt die grap niet voor niets aan. Hij illustreert ermee een aspect van medialogica. Een fenomeen waarbij berichtgeving in de media losgezongen raakt van de werkelijkheid, en waarbij politici zich, vaak onder druk van de publieke opinie, laten leiden door die schijnwerkelijkheid. Of er dankbaar gebruik van maken om een punt te scoren.

Josten is verantwoordelijk voor een serie reconstructies onder de naam Medialogica, gemaakt door Argos-TV (HUMAN/VPRO). Eentje, over een uitzending van onderzoeksprogramma Zembla in 2007, is genomineerd voor De Loep 2013, de VVOJ-prijs voor onderzoeksjournalistiek. De Zembla-uitzending, getiteld ‘Moord, doodslag, taakstraf’, passeert vanavond ook nog even de revue. Saillant: de reportage was in 2008 zelf ook genomineerd voor De Loep.
“Uit de Zembla-uitzending kwam naar voren dat je zelfs voor moord een taakstraf kon krijgen. Toen vond justitieminister Hirsch Ballin dat hij de taakstraf-regelgeving wel moest aanscherpen. Alleen bleken de feiten iets anders te liggen”, aldus Josten.

De uitzending, opgeluisterd door de soundtrack uit een griezelfilm, maakte veel los in het land. Rechters kwamen te boek te staan als slappe straffers. Toenmalig VVD-Kamerlid Fred Teeven, nu staatssecretaris, was er als de kippen bij om te hameren op een aanscherping van de regels en kwam met een initiatiefwetsvoorstel die rechters beperkt in het opleggen van taakstraffen. Intussen kwamen door nieuw onderzoek sommige voorbeelden en conclusies van Zembla op losse schroeven te staan. Toch voelde toenmalig justitieminister Hirsch Ballin zich genoodzaakt het beleid aan te scherpen, omdat hij vreesde dat anders de taakstraf zelf onhoudbaar zou worden.

cafemedialogica2Het heeft veel weg van het fenomeen dat in een andere Medialogica-uitzending naar voren komt. Josten laat een fragment zien uit een reconstructie van de media-aandacht rond de moord op Marianne Vaatstra. In de zaak-Vaatstra zochten burgers en media de dader een tijd lang bij het lokale asielzoekerscentrum. “Een Fries doet zoiets niet”, klonk het in de streek. Tegen Omrop Fryslân bekende de officier van justitie dat beeldvorming een rol speelde bij de arrestatie in 1999 van een Irakese asielzoeker, die er niets mee te maken had. “Door de media was hij tot hoofdverdachte gebombardeerd, tot dader. Ik heb die druk zodanig aangevoeld, dat ik het niet meer kon maken te zeggen: hij is voor mij niet meer interessant en we laten hem lopen.”
Omrop Fryslân: Dus u heeft zich laten leiden door de publieke opinie?
“Ja, ik ben nu heel eerlijk en ik zeg dat ook voor het eerst, maar dat is wat er gebeurd is.”
Eind 2012 liep de Friese boer Jasper S. tegen de lamp, en bekende.

Leugen
Media versterken elkaar. Samen versterken ze de beeldvorming en omgekeerd, duidt hoogleraar journalistiek en media Jo Bardoel. Een paar sleutelwoorden die in zijn betoog vaker vallen: commercie, snelheid en internet. “Journalistiek is heel vaak kluitjesvoetbal. Er ontstaat heel snel een beeld, de rest holt er achteraan. Al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel, maar vaak te laat.”

Met media wordt vooral televisie bedoeld, aldus Bardoel. “Ik ben uit 1951, het geboortejaar van de Nederlandse televisie. In de loop der jaren zijn er veel televisiezenders bijgekomen, veelal commerciële. De omloopsnelheid van het nieuws ligt heel erg hoog. Het is een zich steeds versnellende machine.”
“Er is een wisselwerking tussen de publieke mening en berichtgeving in de media”, zegt Josten. “Media gaan dingen opblazen omdat ze graag een primeur willen hebben.”
Sjoerd de Jong, ombudsman bij NRC Handelsblad: “Fouten in het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. De media-aandacht voor Jasper S. was in zekere zin een mea culpa voor de voorgaande twaalf, dertien jaar.” Met een licht afgrijzen: “Ik herinner me een reportage in de Volkskrant met de kop ‘De boer met het grote geheim’.”

De NRC-ombudsman noemt ook een sfeerreportage uit eigen huis in de categorie ‘oud zeer’ (1988). De Jong: “Een traumaatje bij mijn krant is de manier waarop een verslaggever van NRC Handelsblad schreef over het huis van Ferdi E., die verdacht werd van de moord op Gerrit Jan Heijn. De verslaggever beschreef hoe het tuintje eruit zag, dat het rommelig oogde. Hij sprak de buren, die zeiden dat het een rare man was. Dat kwam op de voorpagina van de krant. Grote rel bij de NRC. Want dat deden wij toch niet, over de heg turen in tuintjes?”
En dan die overbodige citaatjes van omwonenden. “Bij dat soort verhalen staan sowieso heel vaak nikszeggende quotes van buren. Het is altijd ‘het was zo’n onopvallende man’ of ‘het was een rare snuiter’. Laat dat alsjeblieft achterwege.”
Bardoel: “Misdaad was lange tijd geen zaak voor serieuze media. Het koningshuis ook niet.”

Onzeker
Hij wil maar zeggen: de tijden zijn veranderd. Niet alleen het aantal media en de snelheid van het nieuws zijn geëxplodeerd, er is nog iets dat meespeelt. Na de moord op Pim Fortuyn in 2002 kregen ‘de media’ het verwijt dat ze vanuit een Ivoren Toren berichtten. Deels kwam die klacht van journalisten en mediabazen zelf.
“De maatschappelijke context speelt een belangrijke rol”, vindt ook De Jong. “Na de moord op Fortuyn zijn media onzekerder geworden over zichzelf. In de eerste plaats vanuit bedrijfseconomisch perspectief. Maar in de tweede plaats ook ideologisch. Missen we niet de stem van het volk? Je kreeg de staat-straatdiscussie bij de NOS.”

Begin 2003 verscheen van de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling een rapport over het fenomeen medialogica. ‘De medialogica houdt journalisten en politici gevangen in een prisoner’s dilemma: omdat iedereen eraan meedoet kan niemand zich eraan onttrekken’, aldus de RMO.
De Jong zit nog een beetje in zijn maag met medialogica. Waar is de logica? Mediaretorica vindt hij een beter begrip. “Dat bekt alleen niet zo, medialogica is wat dat betreft een geweldige term. Retorica: het gaat vaak over beelden neerzetten met de bedoeling het publiek te overtuigen. Het NOS Journaal maakte een item over Nurten Albayrak, die echt tot de grond werd afgebrand, ook met beeld. Op de site hadden ze het héle verhaal staan, maar wie kijkt daar naar?”

Bardoel was gevraagd het RMO-rapport mee te lezen. “Ik heb toen gezegd: er staan een paar dingen in waar je stront mee krijgt, om het even zo te formuleren. Een ervan was een jaarlijkse journalistieke verantwoordingsdag. Die moest eens per jaar plaatsvinden op de derde donderdag in juni, nota bene in Den Haag. Ik vond dat een slecht plan omdat zo de indruk ontstaat dat de journalistiek verantwoording schuldig is aan de politiek.”

Culturele revolutie
In de tien jaar sinds het rapport is er nog iets wezenlijks veranderd: de impact van internet. Eén van de RMO-adviezen was het versterken van de positie van de burger. Volgens Bardoel heeft die in het tijdperk van sociale media veel meer macht gekregen. Bardoel: “Journalisten en media zijn niet meer de baas. Het publiek, de afnemer, is de baas geworden. De wereld van internet is veel horizontaler. Het is een culturele revolutie in de journalistiek.”
Ombudsman De Jong: “De grote opgave is een nieuwe verhouding te vinden met je publiek. Media moeten veel meer het kritisch vermogen van hun publiek aanspreken. Kijk naar The Guardian, die lezers aanspoorde om bonnetjes van politici in hun eigen kiesdistrict door te speuren en opvallende zaken aan de redactie te melden. De meeste Nederlandse krantensites zijn op slot. Dat is achterlijk.”
Bardoel: “In het begin hebben ze die sites open gezet en kwamen er schreeuwers op af. Journalisten van de oude garde reageerden daar vrij paternalistisch op en zeiden: ‘Wat een vullis.’

Tot slot is er de vraag wat journalisten hebben geleerd van hun eigen missers. Josten vraagt het woord. “In de uitzending over bultrug Johannes hebben we doen voorkomen dat de bultrug het tweede item van het NOS Journaal was. Het was in werkelijkheid het vierde item. Op ons wordt natuurlijk extra gelet. We hebben geleerd dat we nog roomser dan de paus moeten zijn.”

Bardoel, glimlachend: “Die uitdrukking is ook behoorlijk sleets geworden.”

Gerelateerde artikelen

Wil je bijgepraat worden door collega’s over hun lokale onderzoeksverhalen? Wil je snel overheidsstukken kunnen vinden en doorzoeken? De verhalen liggen op straat, maar je moet ze wel vinden. Prominente sprekers geven een kijkje in hun keuken op dinsdagmiddag 21 mei in Alkmaar.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk