Cafe, Woo

“Ik ben meer dan een klokkenluider die een misstand aan de kaak stelde”

Eerst is ze een anoniem gezicht in een publiek van veertig journalisten. Tot ze opstaat, naar voren loopt en op de spreekstoel plaatsneemt als de klokkenluider die in 2008 een geruchtmakend rapport over falend toezicht van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) naar buiten bracht… Het eerste VVOJ Café van het nieuwe seizoen, afgelopen maandagavond 23 september in Rotterdam, ging over journalistiek onderzoek naar de voedselindustrie. Lees het verslag.

Sprekers: Norbert Reintjens en Sander Rietveld (beide Zembla), Marcia Nieuwenhuis (Algemeen Dagblad), Marcel van Silfhout (zelfstandig)
Gespreksleider: Nico Haasbroek
Locatie: Centrale Redactie Algemeen Dagblad, Rotterdam
Datum: 23 september 2013
Foto’s en verslag: Arno Kersten

Eerst is ze een anoniem gezicht in een publiek van veertig journalisten. Tot ze opstaat, naar voren loopt en op de spreekstoel plaatsneemt als de klokkenluider die in 2008 een geruchtmakend rapport over falend toezicht van de Voedsel en Waren Autoriteit (NVWA) onthulde. Een onaangekondigde gast uitgenodigd door journalist Marcel van Silfhout, die uitgebreid onderzoek heeft gedaan naar de voedselveiligheid in Nederland en de rol van de toezichthouders. “Het verhaal is in ons midden”, wijst hij.

Anonieme bronnen
5_576Net als vijf jaar geleden liggen voedselveiligheid en de voedingsindustrie vandaag de dag onder de loep. Begin september bracht een uitzending van Zembla over gesjoemel met het Beter Leven-keurmerk, de vleesverwerking en de controle erop veel beroering teweeg. De reportage leunt sterk op belastende verklaringen van anonieme medewerkers en keurmeesters. Dat vindt programmamaker Sander Rietveld sterk aan de uitzending, vertelt hij. “We hebben uiteindelijk behoorlijk veel bronnen uit de vleesindustrie gevonden die ons hun verhaal wilden vertellen.” Toch had hij graag óók feitelijk bewijs op band gehad. “Wat niet is gelukt is dat we zelf tastbaar bewijs op tafel konden leggen. We hebben overwogen met een verborgen camera te werken, maar daar hebben we vanaf gezien. Het is zo moeilijk om ergens binnen te komen.”

De beschuldigingen van anonieme medewerkers kwamen ook Zembla zelf op kritiek te staan: wie waren die bronnen en welke belangen hebben ze? Onterecht, vindt researcher en programmamaker Norbert Reintjens. “Sinds wanneer heb je pas een verhaal als je tastbaar bewijs hebt in de vorm van documenten? Als je twee of meer bronnen hebt die verklaringen afleggen, dan geldt dat journalistiek ook als een vorm van bewijs. We gaan niet over één nacht ijs en hebben uitgebreid onderzoek gedaan voor onze uitzending.”

De bronnen waren er niet op uit om vleesverwerker Vion, mikpunt van kritiek, kapot te maken, stelt Reintjens. “Deze mensen werden puur gedreven door moreel besef. En ze hadden geen enkel vertrouwen in de klokkenluidersregeling van het bedrijf zelf.”
Er waren overigens ook bronnen die, erop gebrand dat de waarheid aan het licht zou komen, wél bereid waren om met naam en toenaam voor de camera te verschijnen, vertelt Reintjens even later. “Daarvan hebben wij gezegd: dat moet je niet willen. Je weet niet wat je over je afroept als je dat doet.”

1_576De reportage kreeg veel aandacht in dagbladen en op tv nog voordat ze was uitgezonden. Tot verwondering en ergernis van Dick Veerman, die in een blog op zijn website de bewijsvoering aan de kaak stelt en tijdens het Café kort in het panel aanschuift voor een discussie met de Zembla-journalisten over de verwerking van varkens- en kalfsvlees.

Geduld
Dit jaar was er ook al heibel over paardenvlees. Dankzij het Algemeen Dagblad kwamen we te weten dat het eten van paardenvlees helemaal niet zonder gevaar is, volgens medewerkers van de NVWA. Die blijken minister Schippers te hebben aangeraden om het publiek te informeren over risico’s die paardenvlees uit landen als Roemenië en Bulgarije met zich mee kan brengen, maar de bewindsvrouw legde die berichten naast zich neer.

“Met name voor zwangere vrouwen zou het gevaarlijk kunnen zijn”, vertelt AD-journalist Marcia Nieuwenhuis. Na een blik van de gespreksleider op haar buik, lacht de hoogzwangere panelgast: “Ja, dat sprak me aan.”

3_576Eerder al bleek dat paardenvlees gebruikt wordt in producten die bijvoorbeeld rundvlees zouden moeten bevatten. Het onderwerp was opgepikt door de redactionele nieuwsdienst, maar na onderling overleg ging Nieuwenhuis er namens de onderzoeksredactie mee verder. Op 20 februari deed ze een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur. “De wob is m’n favoriete middel, zou ik bijna zeggen. Je moet er wel geduld voor hebben. We wachten nog steeds op een deel van de informatie, op meer munitie. Wat we wel hebben gekregen zijn interne e-mails van NVWA’ers.”

En die waren nog niet naar buiten gekomen. In de krant wordt een passage geciteerd over geïmporteerd vlees uit onder meer Roemenië, waarin gevaarlijke parasieten als trichinella en toxoplasma relatief veel voorkomen: ‘Vlees van deze paarden levert, gezien de ernst van de ziekten bij de mens, een beduidend risico op voor de volksgezondheid als het rauw of onvoldoende verhit wordt geconsumeerd.’

“Als je je wob-verzoek neerlegt bij een ministerie, zullen ambtenaren altijd proberen de minister te beschermen”, aldus Nieuwenhuis. “Ik leg daarom zo’n verzoek als het kan neer bij een inspectie of een toezichthoudend persoon. Ik werd zelfs een keer gebeld door een ambtenaar die ontzettend dankbaar was dat er eindelijk iets gebeurde met zijn rapport dat al een hele tijd in de la lag.”

Uitgebeend
Ook het kritische rapport over het gebrekkige toezicht door de Voedsel- en Warenautoriteit lag lange tijd opgeborgen, een jaar, voordat het door een klokkenluider naar buiten werd gebracht. Dat gebeurde begin 2008. Volgens het rapport ‘Modernisering activiteiten levende dieren en levende producten’ schoot de controle op dierenwelzijn ernstig tekort en werden overtredingen vaak niet bestraft. Varkens in Nood kreeg het in handen via een voormalige VWA-medewerker, die kort daarvoor ontslag had genomen. Het leidde tot Kamerdebatten en verschillende onderzoekscommissies.

4_576Voor Van Silfhout vormt die gebeurtenis een vertrekpunt voor zijn eigen speurwerk, waarbij hij onder de titel ‘Uitgebeend’ het toezicht op onze voedselproductie in historisch perspectief tegen het licht houdt. Dat deed hij op verzoek van de Stichting Maatschappij en Veiligheid (SMV), voorgezeten door Pieter van Vollenhoven. “Toen de paardenvleesaffaire uitbrak besloot ik dat te laten voor wat het is. Ik heb me meer op de geschiedenis van het toezicht gericht, zo je wilt.”

Er is een reportage van Brandpunt in voorbereiding en ook uitgeverij Oostenwind ziet er brood in.

“Ik wil wel vast een tipje van de sluier oplichten”, aldus Van Silfhout. “Het was nogal een fout om in 2003 de Keuringsdienst van Waren onder te brengen bij Landbouw, wat daarna weer is ondergebracht bij Economische Zaken.”

Gevoelig
De journalist trekt zich het lot aan van de klokkenluider, die inmiddels op de stoel naast hem heeft plaatsgenomen. Haar daad richtte niet alleen de spotlights op de vleesindustrie, maar ook het zoeklicht op zichzelf. Toenmalig landbouwminister Verburg schakelde de Rijksrecherche in om te achterhalen wie het document gelekt had en in 2010 moest ze zelfs voor de rechter verschijnen wegens het schenden van een ambtsgeheim.

De voormalige NVWA-ambtenaar kon het niet verdragen dat de misstanden binnenskamers zouden blijven, vertelt ze. “Iedereen reageerde als een lappen pop als ik erover begon. Je gaat je op een gegeven moment afvragen: ben ik er zelf niet te gevoelig voor? Ik ging het bij mezelf zoeken.”

Ze zou het nu opnieuw doen, zegt ze, maar het was geen makkelijke tijd. Eufemistisch: “Het was niet licht. Ik vind het ook verstandig dat Zembla de bronnen niet in beeld bracht. Je gaat eraan kapot.”

Toch is ze er bovenop gekomen. Ze werkt nu in een leidinggevende functie. Dan zegt ze: “Wat ik beslist niet wilde, was dat klokkenluider mijn identiteit zou worden. Ik ben meer dan iemand die ooit eens een keer een misstand aan de kaak heeft gesteld.”

Gerelateerde artikelen

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk