Er kierde een generatiekloofje door het podium van het Brusselse Beurscafé dinsdagavond 4 mei tijdens het tweede Vlaamse Mediacafé. De jonge freelancer Olaf Koens – kleine ondernemer, immer op zoek naar publicatiemogelijkheden – en buitenlandverslaggever Jorn De Cock, reizende deskjournalist voor De Standaard met vast salaris. Ze konden elkaar wel vinden op de constatering dat een goed verhaal altijd verkoopt.
Tekst: Margo Smit, 5 mei 2010
Koens resideert al enige jaren in Moskou, en bedient van daaruit onder andere de regionale kranten aangesloten bij de Nederlandse Geassocieerde Persdienst (GPD) en het Vlaamse Knack.
‘Er zitten acht Nederlandse journalisten in Moskou, maar geen enkele Belg,’ zei hij, ‘dus schrijf ik maar voor Knack.’
Koens riep de in flinke getale aanwezige jonge journalisten en studenten journalistiek op om als freelancer de wereld in te trekken.
Zijn oproep lag in lijn met zijn pamflet gericht aan de Vlaamse media om, nu vele hun buitenlandposten sluiten, ‘de feiten [over te laten] aan de persbureaus en het wereldwijde leger aan freelancers in [te zetten] om op authentieke, onafhankelijke en doortastende manier aan nieuwsvoorziening te doen.’
Hij deed het zelf, nog onlangs tijdens de aanslagen in de Moskouse metro.
‘Ik ging niet op zoek naar een overlevende, dat deden de collega’s al. Ik ben bij de volgende halte van de metro gaan staan, en constateerde dat de Moskovieten rustig hun kruiswoordpuzzeltje in bleven vullen terwijl ze op een volgende trein wachtten. Dat levert een andere blik op, en die verkoopt.’
Jorn De Cock stelde tegenover de entrepreneur Koens – die ook via zijn eigen website, Twitter en Facebook zijn lezers vindt – de beschouwende reiziger die soms maanden door een gebied trekt.
Maar die daarvoor wel medeorganisator van deze avond Fonds Pascal Decroos nodig heeft om het financieel mogelijk te maken.
‘Ik moet met creatieve ideeën komen bij mijn hoofdredacteur,’ zei De Cock,’ maar dat is voor zo’n serie verhalen als ‘Arabische Dageraad’ niet genoeg.
Het Fonds betaalde mijn onkosten, en zelfs dat niet helemaal. Toch, mijn krant committeerde zich aan de serie, vijf maanden lang, zes dagen per week. En dat is bijzonder.’
Hoezeer moderator Koen Vidal (De Morgen) zijn best deed om de sprekers samen te brengen, het bleven twee werelden op één podium.
Koens betoogde tegen de ‘persagentisering van de buitenlandverslaggeving’, waardoor alle berichten in de verschillende kranten uit dezelfde mal lijken te rollen.
De Cock verweet juist de freelancers in het buitenland een gebrek aan een eigen gezicht. Het zou kunnen komen doordat de freelance salarissen zo ‘schabouwelijk laag’ zijn, opperde De Cock.
‘Dan moeten freelancers wel voor meerdere media tegelijk werken, en kunnen ze zich geen eigen gezicht aanmeten.’
Uit de zaal kreeg hij de vraag wat zijn eigen krant kenmerkte qua buitenlandverslaggeving. De Cock kwam er niet helemaal uit.
Koens beschreef zijn eigen werkwijze.
‘Ik pas wel degelijk mijn taalgebruik wat aan als ik voor Knack schrijf. Maar ik ga ook op zoek naar mogelijkheden om mijn stukken te laten vertalen.
Heeft de grootste krant van Indonesië eigenlijk een Moskou-correspondent? Kan ik mijn stuk dan niet vertalen voor hen? Dat ik dan niet precies met alle nuances van de Indonesische samenleving rekening kan houden omdat ik ze niet ken, is dan jammer. Maar anders hebben ze helemaal geen stuk uit Moskou.’
Het tekende de ondernemer Koens.
‘Elke vrijdagmorgen trek ik een pak aan en ga ik mijn facturen nabellen.’
Inmiddels kan hij het zich veroorloven om binnenkort weer een periode naar de Kaukasus te gaan.
‘Van wat ik verdien kan ik de man betalen die voor mijn –bijzonder goedkope – hotelkamer met een pistool de wacht houdt.’
Beide journalisten hielden een warm pleidooi voor het goede verhaal. Dat is de kurk waarop de media drijven. En de rol van de buitenlandcorrespondent daarin?
De Cock: ‘De correspondent moet er staan op de grote momenten. Maar hij moet vooral boeiende verhalen vertellen over een land op het moment dat niemand dat thuis interesseert.’
Koens: ‘Nu jonge journalisten geen enkel toekomstvisioen hebben op een vaste baan bij een krant, moeten we het maar zelf gaan doen.’
In zijn pamflet stelde hij het zo: ‘Een jonge Vlaamse journalist met een portie lef, een talenknobbel, een beetje commercieel inzicht en vooral doorzettingsvermogen kan in een paar weken tijd een fulltime baan voor elkaar boksen.’
Benieuwd wie uit de goed gevulde zaal tijdens dit door De Buren, de VVOJ en het Fonds Pascal Decroos georganiseerde avond de schoen van Koens zal aantrekken.
Graag laten we jullie weten dat de kaartverkoop voor de VVOJ Conferentie 2024 is geopend. Kom net als vele collega’s uit Vlaanderen en Nederland op 15 en 16 november naar Rotterdam. Het thema is dit jaar Onverschrokken de nieuwe wereld in.