European Investigative Journalism Conference 2008
Panel session: how to look at minorities in Europe
Speakers: Mehmet Koksal and Pascal Verbeken. Moderator: Marleen Teugels
Date: 21 November 2008
Reporter: Bart Biesemans
Audience: 26 journalists
N.B: The first paragraphs are in Dutch, but an English text – practical tips from Pascal Verbeken – follows below!
Hoe schrijf je een non-fictie boek gebaseerd op verhalen van mensen van wie de meerderheid al gestorven is? En hoe praat je met een bevolkingsgroep als die daar zelf geen zin in heeft?
Pascal Verbeken en Mehmet Koksal vertellen hoe zij het aanpakken.
In de stijl van Truman Capote en Tom Wolfe, en naar aanleiding van een boek van Auguste De Winne, reisde Verbeken in 2006 elf maanden Wallonië rond. Schriftelijke bronnen: nul. Mondelinge bronnen: hoogbejaard of dood, en moeilijk te vinden.
In 2007 was ‘Arm Wallonië, een reis door het beloofde land’ klaar. De M.J.Brusse-prijs voor het beste journalistieke boek, een vertaling naar het Frans en een op stapel staande verfilming waren het gevolg.
Verbeken: “Enkele jaren terug las ik ‘La pauvre Flandre’van Auguste De Winne. Het is het reisverslag van een Waalse journalist die in 1901 door Vlaanderen reisde. De Winne geeft een beeld van miserie, kinderarbeid en analfabetisme…
Dat heeft me hard doen schrikken. Ik wist helemaal niet dat Vlaanderen er toen zo slecht aan toe was. En vele Vlamingen met mij, denk ik. Het contrast met Wallonië kon niet groter. Dat was toen de derdegrootste industriële regio in de wereld.
Tienduizenden Vlamingen zijn destijds naar Zuid-België gevlucht, op zoek naar een beter leven. Vandaag is de verhouding tussen de twee regio’s net omgekeerd. Dat heeft me ervan overtuigd dat ik De Winne’s reis opnieuw moest maken.
Maar dan andersom, dit maal. Ik ben voor elf maanden gestopt met werken bij Humo en ben op zoek gegaan naar die eerste generatie Vlamingen in Wallonië.”
“Mijn achterliggende gedachte was dat een verhuis naar Wallonië een hele shock moet geweest zijn. Niet alleen op taalkundig en economisch vlak, maar ook mentaal. Je moet weten dat Vlaanderen een landelijke en christelijke geschiedenis heeft, terwijl Wallonië in 1900 geïndustrialiseerd en rood was.”
“Mijn eerste getuigen heb ik gevonden via hun kinderen. Ik had in alle populaire kranten een oproep laten plaatsen en zo hebben intussen volledig geïntegreerde Walen me in contact gebracht met hun geïmmigreerde ouders of grootouders.
Ik ben ook bij de vakbonden langs geweest. Arbeiders waren vooral actief in de mijnen, staalfabrieken en de glasindustrie. De vakbonden daar waren zeer goed georganiseerd en zo heb ik lijsten met Nederlandstalige namen terug gevonden.
Door ook die mensen te contacteren, had ik na een tijd een grote respons. Dan was het nog slechts kwestie van de beste verhalen eruit te pikken.”
Schrijven over minderheden is niet altijd vanzelfsprekend, dat heeft Mehmet Koksal (31) zelf al kunnen ervaren. Toen hij in oktober vorig jaar verslag wilde uitbrengen over betogende Turkse extremisten bij de Amerikaanse ambassade, mocht hij plots klappen incasseren.
De ´grijze wolven´, zoals ze zich noemden, hadden hem herkend als journalist van Turkse origine en vonden dat hij al te kritisch was geweest voor zijn eigen gemeenschap. Het heeft Koksal er niet van weerhouden actief te blijven als onderzoeksjournalist. Enkele opmerkelijke uitspraken uit zijn betoog:
“Veel leden van de allochtone gemeenschap hebben een verkeerd beeld van wat de media zijn. Vaak zien ze het als een handig reclamemiddel, een gemakkelijke manier om hun boodschap te verspreiden. Dat de media ook kritisch kunnen zijn, aanvaarden ze dikwijls niet.”
“In de media wordt veel te clichématig bericht gegeven over de allochtone minderheden. Mijn boodschap voor journalisten is: stop talking about minorities, talk with them. Dat allochtonen zelf niet willen praten, vind ik geen excuus.
Als je de taal niet spreekt, zoek dan een ‘fixer’. Als die begrijpt waar je naartoe wil als journalist, zal hij veel meer doen dan vertalen. Hij zal je ook de juiste ‘body language’aanleren.”
“Schrijf niet over een thema dat je te na aan het hart ligt. Soms is de lijn zeer dun. Volgens sommigen snij ik in mijn eigen vel door over de Turkse gemeenschap te schrijven, maar dat is niet zo. Alleen wat mijn directe omgeving aanbelangt, mag ik niet aanraken.”
“Als je over een controversieel thema schrijft, stuur dan geen mails. Bel of spreek de mensen persoonlijk aan. Werk ook niet alleen. Zo verdeel je het risico als er wat misloopt.”
Some practical do’s and dont’s for the investigative journalist practice from Pascal Verbeken
1. Check.
2. Doublecheck.
3. Don’t rely on internet sources. Too often the internet is a copy-paste machine that multiplies unchecked information.
4. In order to analyse and investigate one should not only dig into recent facts ans data. Undercurrents in society often have a large history.
5. Do not only focus on scoops. Also try to understand and determinate what made the scoops.
6. First collect all information and data, afterwards choose the most appropriate journalist form to present it.
( reportage, reconstruction, interview-patchwork etc.)
7. Write with an own voice and tone
8. Be prepared for deceptions when you step into the real world, after your journalist studies: on most places journalism is merely commerce, not a noble craft.
9. Steal with your eyes and ears!