Conferentie, Kenniscentrum, Woo

Wat ze niet kwijt willen

Titel: Wat ze niet kwijt willen
Datum: vrijdag 27 november
Aantal deelnemers: 27
Sprekers: Pieter Klein, Hans Siepel, Frits Bloemendaal

Tekst: Coco Gubbels

Ken uw vijand! is het belangrijkste advies van Pieter Klein: zorg voor dossierkennis en herken de windowdressing dat door de voorlichter wordt neergezet. Als het gaat over voorlichting door de overheid raadt Hans Siepel aan ten allen tijden af te vragen:

‘Wat vertellen ze met niet? Wat zit hier achter?’.

Laten journalisten zich te veel gebruiken om positieve boodschappen te verspreiden en spannen ze zich te weinig in om moeilijk toegankelijke informatie boven wat er te halen?

En hoe reageert de overheid als zij dat laatste toch proberen? Deze stelling stond centraal in de workshop ‘Wat ze niet kwijt willen’. Over één ding was iedereen het eens: wat de overheid wél kwijt wil, wordt ruimschoots van te voren en vaak door henzelf aangeleverd en wat zij niet kwijt willen, wordt buiten bereik gehouden.

Egocentrische bewindscultuur

Hans Siepel legt uit dat de huidige staat van de PR machinerie rond de overheid een mechanisme uit de jaren ’80 is: door marktwerking ontwikkelde het bedrijfsleven marketingcommunicatie, dat de overheid overnam om op die manier de macht op de burger terug te krijgen.

Wat het bedrijfsleven al lang heeft geleerd, is dat het winnen van het vertrouwen van de klant veel oplevert. De overheid loopt wat dat betreft achter en gaat in gezag, vertrouwen en de geloofwaardigheid al 20 jaar bergafwaarts.

Brandingvan de overheid, met marketing en PR is op zich niet erg, maar wel als het een dominante trend wordt met ‘egocentrische bewindscultuur’.

Het panel is niet erg optimistisch over het terugdraaien van het ‘Haagse Spel’. Het voortdurende verdedigen van het eigen fort en de continue inschatting van het eigenbelang is volgens Siepel het grootste probleem. Omdat daarmee het maatschappelijke belang aan de kant wordt gezet en dus de journalistiek haar controlerende functie niet kan
uitoefenen.

Pieter Klein is hierin van mening dat het overtuigen door de politici niet het probleem is, want dat heet politiek bedrijven. Maar men mag ten minste transparantie en uitleg verwachten van diezelfde overheid.

Neem niet alles voor waar aan in politiek én journalistiek

Ook de journalistiek is onderhevig aan de werking van branding en primeurtjes. De druk is hoger geworden, hypes liggen overal op de loer, we hebben te maken met een veranderende informatie-maatschappij, journalisten zijn lui of hebben geen tijd of zijn de inhoud al weer vergeten.

Pieter Klein maant aan tot alertheid en om niet alles voor waar aan te nemen in de politiek en de journalistiek. Journalisten moeten proberen bewuster te werken. Het is een moordende omgeving met te weinig mankracht en dus kan niet alles gecontroleerd worden.

Pieter Klein: ‘En toch is het aan ons om door te bijten en door te graven tot aan de werkelijkheid.’

Siepel beschrijft de huidige situatie als een gevangenschap van bestuur, politiek en journalistiek. Hij ziet dit als een mechanisme dat zowel de politiek als de journalistiek kan ondermijnen. Niets wordt ingestoken vanuit de waarheidsbevindingen, maar vanuit damage control en het afdekken van eventuele missers.

Interviews worden voorbereid, voorlichters kunnen intimiderend optreden en soms krijg je zelfs te horen dat een kop of citaat moet worden aangepast.

De overheid maakt zich niet druk om de ontvanger, maar is gericht op het projecteren van het eigenbelang.

Hoe vind je dan de balans?

Is het echt allemaal kommer en kwel? Is de werkelijkheid niet te achterhalen? Zeker wel, stelt het panel. Dit wetende kies je als journalist een andere strategie: luister naar de voorlichter en laat die zijn verhaal doen, onderzoek de insteek en het belang van de betrokken politici, herken de window dressing van het verhaal.

‘Maar je wil de voorlichter ook te vriend houden,’ is een vraag uit de groep, ‘Hoe vind je dan de balans?’

De overheid zet honderden miljoenen in om hun PR te voeren. Ze bezigen obstructie, intimideren en proberen verhalen te blokkeren. Investeer in je relaties buiten de voorlichters om.

Ga wel naar de persconferenties, maar reageer niet en steek vervolgens een niveau lager in, ga om de voorlichter heen. Wordt geen PR herhaal machine, is het devies van het panel. Door dossierkennis ben je interessanter voor de voorlichter en sta je sterker. En als het moet: WOB’en!

Er wordt ook nog even gelachen in de zaal: journalisten en voorlichters in één bond, dat kan niet, maar Hans Siepel vind een journalist als directeur voorlichting nog veel erger!

Gerelateerde artikelen

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk