Uitgelicht

Rechtbank tikt ministerie van VWS op de vingers vanwege aanpak Wob-verzoeken

mark-boss-bQ0UJUDOBxU-unsplash

Het ministerie van VWS moet de manier waarop het sinds de coronacrisis Wob-verzoeken afhandelt aanpassen. Dat heeft de rechtbank bepaald in een zaak die door Nieuwsuur was aangespannen. De manier waarop dat nu gebeurt is niet in overeenstemming met de wet.

VWS hanteert sinds het uitbreken van de coronacrisis in het voorjaar van 2020 een alternatieve manier van afhandeling. Die komt erop neer dat er geen individuele Wobverzoeken met betrekking tot coronakwesties worden behandeld, maar dat de documenten per maand worden beoordeeld en vrijgegeven. Tot nu toe zijn documenten openbaar gemaakt uit de periode van december 2019 tot maart 2020.

De rechtbank keurt dit af en heeft het ministerie opgedragen binnen twee maanden een besluit te nemen op drie wobverzoeken van Nieuwsuur. In een reactie zegt demissionair minister Hugo de Jonge  “goed te kijken naar de uitspraak en wat die voor de werkwijze betekent.”

Meer bij Nieuwsuur.

Update 5 juli:

Een meerderheid van de Tweede Kamer vindt dat minister De Jonge naar de rechter moet luisteren, meldt Nieuwsuur. De Kamerleden roepen hem op de gevraagde documenten over corona vrij te geven. VVD-Kamerlid Ulysse Ellian wil dat het ministerie stopt met “deelplukjes” informatie te geven. “Dat is niet juist, dat hebben hoogleraren ook gezegd. Inwoners in Nederland moeten zich aan de wet houden. Dat geldt natuurlijk ook gewoon voor de overheid.” Oud-Kamervoorzitter Khadija Arib zegt:  “Het is niet aan de macht om te bepalen wanneer wel en wanneer niet informatie ter beschikking wordt gesteld”

 

Gerelateerde artikelen

Bijna de helft van de gemeenten, provincies en waterschappen werpt onnodige drempels op bij de toegang tot overheidsinformatie. Zo is het bij deze lagere overheden niet mogelijk een Woo-verzoek digitaal in te dienen, of alleen na een vragenlijst in te vullen of in te loggen met DigiD. Dat is in strijd met de Wet open overheid (Woo). De Woo verving op 1 mei vorig jaar de Wet openbaarheid van bestuur en moest zorgen voor betere toegang tot overheidsinformatie.

De nieuwe Wet open overheid, die regelt welke overheidsdocumenten openbaar gemaakt moeten worden, had moeten leiden tot een vlottere verstrekking van documenten, maar daar komt nog niets van terecht. In 2021 was de gemiddelde doorlooptijd van een verzoek tot openbaarmaking 161 dagen, sinds de invoering van de Woo is dat 162 dagen. En dat terwijl de de wettelijke termijn is verlaagd van 56 naar 42 dagen.

Dit blijkt uit Matglas, een onderzoeksrapport van de Open State Foundation en het Instituut Maatschappelijke Innovatie.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk