VVOJ Café, Woo

Drie jaar na MH17, verslag VVOJ-café

Untitled design(2)

Bijna drie jaar na de vliegramp met de MH17 ontbreekt nog steeds cruciale informatie over de toedracht van deze vliegramp. In het laatste VVOJ-café stond de vraag centraal wat nog gedaan kan worden vanuit de onderzoeksjournalistiek. Wil van der Schans doet verslag.

door WIL VAN DER SCHANS

De avond begint met een bijdrage van Paul de Kuijer, die zijn broer verloor bij de de ramp met de MH17. “Onverwacht ben je in één keer onderdeel van een oorlog”, vertelt De Kuijer voor een publiek van circa dertig VVOJ-leden en andere belangstellenden dat op maandagavond 26 juni naar de Kargadoor in Utrecht is gekomen. “Een oorlog die, zoals alle conflicten, gepaard gaat met een desinformatiemachine.”

Dat maakt het werk van onderzoeksjournalisten en organisaties zoals Belllingcat des te belangrijker, stelt De Kuijer. “De vijand van de waarheid is in dit geval veelvormig, en ik hoop op jullie steun om de waarheid boven tafel te krijgen.”

Samen met Jeroen Akkermans, correspondent voor RTL Nieuws in Berlijn, en Marieke de Hoon, universitair docent internationaal recht aan de Vrije Universiteit Amsterdam, gaat De Kuijer vervolgens door op de kansen die er zijn om ‘de waarheid’ boven tafel te krijgen.

De factor tijd

De factor tijd speelt een belangrijke rol, stelt De Hoon. “Getuigenissen vervagen en dat kan wel een probleem worden bij het strafrechtelijk onderzoek. Uiteindelijk gaat het er daarbij toch om dat er hard feitelijk bewijs komt over persoonlijke betrokkenheid van de daders. De omstandigheden, de wijze van instructie, de manier waarop de opdracht werd geformuleerd, de opzet van het vervoer van de BUK-raket, het zijn allemaal schakels in het eventuele bewijs van betrokkenheid bij de uiteindelijke lancering en het neerhalen van de MH17.

Aan de andere kant levert de tijd wel een voordeel op, relativeert Akkermans. “Naarmate de emoties meer op achtergrond raken, is er meer ruimte voor onderzoek.”

Geopolitiek spel

Het geopolitieke spel maakt de uitkomst wel onzeker. Nederland is voorstander van vervolging van de daders in Nederland, maar de grote vraag blijft of andere landen wel willen meewerken aan het uitleveren van verdachten, zeker als het om hun eigen staatsburgers gaat. Vervolging in Nederland zou in elk geval het tempo er een beetje in houden, legt De Hoon uit, “Bij het optuigen van een Internationaal Tribunaal ben je erg afhankelijk van de politieke wil. Het kan jaren duren voordat er statuten zijn, rechters, advocaten en dergelijke.”

De Kuijer ziet wel dat er bijna altijd oplossingen zijn, maar dat deze vaak pas komen als er een andere politieke wind waait. “Zo is bijvoorbeeld ook het Lockerbieproces pas op gang gekomen nadat Libische leider Muammar Kadaffi in Libië een andere politieke koers ging varen.”

Geloofwaardigheid

Waar kan de onderzoeksjournalistiek nog een bijdrage leveren in het MH17-onderzoek? Dat was de hamvraag van de avond, waarop toch wel enig antwoord kwam. Om te beginnen wezen de panelleden op de rol van Rusland. Het land heeft zijn geloofwaardigheid zelf al flink ondergraven, legde Akkermans, door het scenario van het neerschieten van MH17 door een Oekraïens gevechtsvliegtuig zelf in een later stadium weer te debunken. “De rol van de journalistiek is vooral kritisch blijven kijken, zoek vooral naar de feiten”, zo porde De Hoon de aanwezige journalisten op.

Maar ook de geloofwaardigheid van het JIT-team, dat het strafrechtelijk onderzoek verricht, wordt door meerdere aanwezigen met argusogen bekeken. Akkermans: “De rol van Oekraïne is twijfelachtig. De participatie van de Oekraïense inlichitngendienst is van belang, maar is ook een probleem, omdat een inlichtingendienst altijd andere belangen dient. Dat betekent dat wij er extra kritisch naar moeten blijven kijken.”

Burgerjournalisten

Een aantal burgerjournalisten in de zaal, onder wie Max van der Werff, wijst erop dat vanaf het begin af aan gewezen is naar Rusland als dader, zelfs voordat er enig onderzoek was gedaan. In hun ogen is er te weinig ruimte voor een afwijkende blik op de kwestie. “Ik heb dat eerder meegemaakt, toen ik onderzoek deed naar oorlogsmisdaden van Nederland in Indonesië,” memoreert Van der Werff. Ook nu wordt volgens hem geen ruimte genomen om te twijfelen aan het BUK/Ruslandverhaal. “En dat is toch vreemd. Ik ben ook op de rampplek geweest en zie en hoor daar ook andere verhalen, die het JIT niet meeneemt in zijn onderzoek.” Als voorbeeld noemt Van der Werff andere data bij beelden dan het JIT aangaf, twijfel over de foto van de rookpluim en verklaringen van getuigen die zeggen het gevechtsvliegtuig te hebben gezien.

Akkermans reageert:  “Voor de aanwezigheid van dat gevechtsvliegtuig bestaat geen enkel  ondersteunend bewijs, zoals dat er voor de BUK-raket inmiddels wel is. Hoe betrouwbaar zijn de getuigenverklaringen dan? Zeker nu ook Rusland het scenario naar de prullenbak heeft verwezen.”
“Harde feiten verzamelen blijft noodzakelijk”, benadrukt de Hoop. “Ook journalisten kunnen dat op zo’n manier doen dat het materiaal later strafrechtelijk als bewijsmateriaal gebruikt kan worden. Daarbij maakt echt uit hoe de vondst worden gedocumenteerd, zelfs al zijn het alleen foto’s of video’s. Ik heb een handboek geschreven met richtlijnen daarvoor.”

Mark Rutte

Onderwerp van verder journalistiek onderzoek zou ook de houding van premier Mark Rutte kunnen zijn, vinden veel aanwezigen. Nederland is in elk geval niet open over zijn werkwijze, getuige de slepende WOB-procedure van de Volkskrant, RTL en de NOS. En Rutte is net als alle andere betrokken politici onderdeel van de geopolitieke verhoudingen, waarbinnen vaak andere belangen een hoofdrol spelen. Dat zouden journalisten beter kunnen onderzoeken.

Aansluitend hierop wijzen de burgerjournalisten op de relatie tussen het JIT-onderzoek en het associatieverdrag met Oekraïne. Heet het een invloed op het ander? Het is slechts één van zeker 88 punten die nog kunnen worden onderzocht, zegt Marcel van den Berg. “Het zijn allemaal vragen die in de Tweede kamer gesteld zijn, onderzoeksjournalisten zouden daar ook in kunnen duiken.”

Moreel appel

Of er uiteindelijk antwoord zal komen op de vragen wie de daders waren en of zij opdrachtgevers hadden, hangt volgens de panelleden vooral af van de politieke wil. De Kuijer voegt er een moreel appel aan toe. “Doe vooral zo veel mogelijk feitelijk onderzoek, want al bij één misstap verlies je alle geloofwaardigheid. Als het nodig is om de waarheid boven tafel te krijgen speelt tijd wat mij betreft geen rol.”

Op de foto bij dit artikel: fragment van het schilderij dat Peter Koole maakte van de rouwstoet en dat op de cover van Novaja Gazeta stond. Kijk voor Kooles werk op peterkoole.com.

Gerelateerde artikelen

Overheidsorganisaties moeten beter samenwerken met Woo-verzoekers. Stel hun informatiebehoefte centraal, bepaal samen hoe die het beste kan worden vervuld en lever vervolgens ook. Volg voor de samenwerking bovendien een openbare leidraad, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten.

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk