Journalistieke samenwerking tussen verschillende media kent (vrijwel) altijd voetangels en klemmen. En maakt altijd discussie los. Vorige week nog, toen KRO-NCRV Brandpunt Reporter en De Volkskrant geconcerteerd de kernreactor in Petten doorlichtten. VPRO Argos nodigde de makers van beide media prompt uit voor een toelichting in het onderzoeksjournalistieke radio-programma.Want – naast de onmiddellijke impact – betrof het bij dit onderzoekverhaal een marriage of (in)convenience of een van beide kanten welbegrepen belang en dus ‘samen sterk’?
VVOJ-lid en documentairemaker voor VARA Zembla Jos van Dongen zat aan de radio, hoorde het gesprek en kwam op een gedachte: moeten we toe naar een ‘herenakkoord’ als het om gewobde stukken, scoops en samenwerking gaat? Hieronder zijn gedachten, en een oproep.
door Jos van Dongen
Voorpaginanieuws Volkskrant: “Reactor Petten sloot om veiligheidsrisico’s”. Een mooie scoop, voornamelijk gebaseerd op stukken verkregen via de WOB. Prachtig. Zelfs, zo staat in de Volkskrant, in samenwerking gemaakt met Brandpunt Reporter. Nog mooier.
Alleen het blijkt niet zo mooi te zijn. Het was geen WOB van de Volkskrant maar van Brandpunt Reporter. De KRO diende in februari 2014 een WOB-verzoek in en kreeg een half jaar later de stukken binnen. De Volkskrant las deze documenten op de site van het ministerie en begon met het verhaal. De krant belde nog wel met Brandpunt Reporter en vertelde dat ze de documenten wilde publiceren en samenwerken.
We weten allemaal dat de meeste ministeries sinds een aantal jaren de WOB stukken op internet publiceren. Openbaar gemaakt, maar betekent dat wij journalisten, daarvan ook gebruik moeten maken?
Stel je bent freelancer. Je bent bezig met een scoop, een nieuwsverhaal dat je mogelijk goed kunt verkopen. Maar voordat je kunt publiceren heb je meer info nodig. Je besluit om een WOB-verzoek in te dienen. Je raadpleegt specialisten en steekt er tijd in, voor de precieze formulering. Na een slepende beroepsprocedure krijg je eindelijk de WOB-stukken. Maar voordat je het nieuwsverhaal zelf kunt publiceren, staat het al in de krant. Een ‘collega’ journalist heeft op de webpagina van het ministerie de vrijgegeven stukken gelezen en schrijft en publiceert het verhaal. Einde scoop maar ook alle tijd en kosten zijn voor niets geweest. Ik zou me flink genaaid voelen. Het gevolg zou kunnen zijn dat journalisten (freelance of in vaste dienst) de WOB niet meer gaan gebruiken en dat zou een uitholling van onze maatschappelijke functie, het controleren van de macht, kunnen betekenen. Zonde, toch?
Ik pleit voor een journalistiek herenakkoord: VVOJ-leden doen dit niet. Publiceren geen verhalen als eigen scoops die gebaseerd zijn op WOB-stukken van collega’s. Dat is exclusief nieuws van de indiener, die het idee bedacht heeft en tijd en geld erin gestoken heeft. Je kunt natuurlijk wel altijd over de scoop van je collega berichten, maar dat is toch geen samenwerking.
Ik realiseer me dat niet altijd meteen duidelijk is wie de indiener van de WOB is. Maar met wat extra werk is dat te vinden. Desnoods schrijven we bij elk nieuw WOB-verzoek voortaan dat de indiener geen bezwaar heeft dat zijn naam met de stukken op internet komt te staan. En dan kun je in overleg alsnog publiceren over de scoop van je collega.
WOB ze!
Jos van Dongen, Vara/ Zembla
Een ‘herenakoord’ tussen VVOJ-leden om niet te schrijven over openbaar gemaakte stukken totdat één van hen klaar is met zijn/haar publicatie. Dat zou je een sympathiek voorstel kunnen noemen, maar erg realistisch is het natuurlijk niet.
Ik ben de Volkskrant-verslaggever die samenwerkte met KRO-Reporter, in de publicatie van WOB-stukken over de schokkende veiligheidscultuur bij de kernreactor in Petten. In de woorden van VARA-collega Van Dongen: ‘De krant belde nog wel met Brandpunt Reporter en vertelde dat ze de documenten wilde publiceren en samenwerken.’
Om te beginnen:zo achteloos ging dat niet. Inderdaad: de Volkskrant wilde over de openbaar gemaakte stukken publiceren, maar niet op een rattige manier en met respect voor het werk dat Brandpunt Reporter al in het project had gestoken.
Juist om dit goed te doen, kwamen we bij elkaar op bezoek en overlegden we talloze malen om werkafspraken te maken. Hoe formuleren we de gezamenlijke publicatie? Wanneer publiceren we? Wie benadert eventueel nog nieuwe bronnen? Delen we de informatie die daar uit komt? Maken we ieder onze eigen keuzes uit het materiaal? (ja, natuurlijk).
We zijn ook beiden tevreden over hoe dit uitpakte: veel terechte aandacht voor een belangrijk maatschappelijk probleem. De samenwerking verliep in harmonie en bood synergie: diepte-informatie op de Reporter-website en het harde nieuws, een reconstructie en een interview met de NRG-directie in de Volkskrant.
Het ‘herenakkoord’ van Van Dongen was er dus al, alleen op een volstrekt andere manier dan hij bepleit.
Probleem van onderzoeksprogramma’s als Zembla en Reporter, is dat ze niet snel kunnen publiceren. In dit geval werden stukken in juni openbaar op de website van het ministerie van Economische Zaken. Pas eind november had Reporter daar iets mee willen doen.
Sorry, dat is vragen om moeilijkheden. WOB-verzoeken kunnen gedaan worden door burgers, actiegroepen, bedrijven en journalisten. Zodra de stukken worden gepubliceerd, kan elke blogger of website erover berichten en ernaar verwijzen. Het is in de 21e eeuw een illusie dat je zoiets met een herenakkoord bijna zes maanden (!) onder de pet kunt houden, en dat moeten we ook niet willen.
Samenwerken met een medium dat wel snel kan publiceren, is een goed alternatief. Voor TV-onderzoeksprogramma’s binnen de openbare omroep ligt samenwerking met een van de dagelijkse nieuwsrubrieken voor de hand. Of met een krant, als die meer mogelijkheden biedt. Waarbij ruimhartig naar elkaar verwijzen niet alleen fair is, maar ook extra productief. We moeten het vaker doen, echt!
Jeroen Trommelen
Vreemd, dat ik ‘vraag om moeilijkheden” als ik bepleit dat journalisten van elkaars WOB afblijven. Waarom zouden wij bij Zembla nog een WOB indienen? Waarom tijd, geld en energie erin steken als ieder ander, (zonder dat deze tijd, geld en energie erin steekt) de stukken van de site kan halen? Misschien kunnen we beter wachten totdat iemand anders dat doet.
Daarnaast is de indiener van een WOB al weken, maanden met een onderwerp bezig. Deze kan de vrijgekomen stukken veel beter duiden en in perspectief plaatsen dan een journalist die deze ‘eventjes’ van de website plukt. Spelen we hiermee niet in op wat de verschillende ministeries willen?
En trouwens Jeroen, jij hebt het steeds over samenwerking. Punt blijft dat info afkomstig was van de Wob. En de bedenker, indiener, doorzetter etc van deze Wob was Reporter. Ik noem dat geen scoop ‘in samenwerking met’, maar ik zou dat noemen ‘berichten over de scoop van je collega’.
Maar laten we niet terugkijken, maar vooruitkijken en er met elkaar over discussiëren.
Jos van Dongen