Bijna tweehonderd onderzoeksjournalisten, programmeurs en hackers verzamelden zich op 9 en 10 mei 2014 in Brussel voor meer dan 45 trainingen, discussies en vooral workshops. Want DataHarvest 2014 is hands on in alle aspecten. Ter plaatse werden nieuwe (al dan niet open) data sets ontsloten, (al dan niet grensoverschrijdende) onderzoeksprojecten gestart en nieuwe verhalen gevonden in meest recent beschikbare Europese documenten. Gewerkt moest er worden. Zie voor de beste tips de twitter feed #DHPLUS.
Europees Ombudsman Emily O’Reilly stelde het in haar openingsspeech zo: “I salute you journalists on your efforts to dig deep into European data and documents. Keep shining a light on the issues that matter to European citizens.” Ze sprak ten voorbeeld haar waardering uit voor één project dat recent door journalisten en programmeurs gepubliceerd werd. “Ik noem ‘de migrant files‘, jullie zijn gaan inventariseren hoeveel mensen om het leven zijn gekomen terwijl ze probeerden de Europese Unie in te komen. Het blijken er sinds de millenniumwisseling al 23.000 te zijn. Schokkende cijfers, die nog niet eerder verzameld waren. Dat doen jullie en dat is nodig.”
Voormalig Ierse ombudsvrouw O’Reilly staat bekend om haar pleidooien voor een proactieve, open en transparante overheid. De dag voor haar speech op de Erasmushogeschool sprak ze nog uitgebreid met de EU-lidstaten over het zogenoemde Open Government Partnership, en ze kondigde aan dat meer lidstaten zich gaan inzetten om zich bij dit initiatief aan te sluiten. Want dat is nog niet voor alle 28 het geval. “Het is een beweging die is opgekomen in Amerika,” zei O’Reilly, ” en het geeft burgers de kans om zich actief met overheidsbeleid en onderwerpen van publiek belang te bemoeien, op basis van openbare data en informatie.”
Hoe het werkt? Landen moeten aan een aantal criteria voldoen om officieel partner te mogen worden. Er moeten actieplannen gemaakt worden over de nationale aanpak van corruptie, over hoe de overheid transparanter te maken, en over het beschikbaar stellen van overheidsdata en -informatie. Zijn die er niet, of zijn ze niet voldoende, dan ook geen goede sier maken met het lidmaatschap. Daarna kunnen burgers op basis van de openbaar beschikbaar gestelde data zich in bepaalde onderwerpen of beleid gaan verdiepen, en dwingen ze zo overheden hele concrete plannen te maken op basis van wat het publiek uit open data haalt dat belangrijk voor hen is.
O’Reilly gaf het voorbeeld van Tanzania, een van de vroege aansluiters bij het initiatief. “Daar is op basis van open overheidsinformatie een website gemaakt die water point mapping heet. Burgers kunnen opzoeken waar schoon water te vinden is, maar ook terug aan de overheid laten weten wat er beter kan bij bepaalde punten, of waar nog informatie ontbreekt. Een actieve manier om de brainpower van mensen te koppelen aan de brainpower van overheden.”
Het aardige, zei O’Reilly, is dat dit soort initiatieven om overheden transparanter te maken niet vanuit die overheden zelf komen. “Burgers en journalisten spelen een belangrijke rol. Maar de grootste drive is de informatietechnologie zelf. “This drive is way ahead of the political curve,” lachte de ombudsvrouw, “because it is all out there now!”
Minpuntje: er zitten geen sancties aan als een land niets doet aan het vergroten van zijn transparantie. Het is een moreel appel, een kwestie van ‘good governance’ en imagoverbetering. Maar je moet toch ergens beginnen, vindt O’Reilly. “Initiatieven als dit zorgen voor een fundamentele wijziging van de filosofie dat overheden de enige bewaarders van overheidsinformatie zijn. Nee, het publiek, de journalistiek, de kritische massa krijgt zo de kans zich actief met overheidsbeleid te bemoeien. Dat op zichzelf is al winst.”
Waarna de aanwezigen uiteengingen voor een volgende ronde workshops om nieuwe datasets aan het daglicht te brengen. Meer tips uit die sessies vind je hier of op de officiele witter feed #DHPLUS, en ook het Global Investigative Journalism Network postte mee.