Titel: How to report on the economic crisis
Datum: 17 november 2012
Tijd: 09:00-10:15 uur
Sprekers: Piet Depuydt en Kaap Koelewijn
Moderator: Paul van der Cingel
Verslag: Pieter Sips
Koelewijn benadrukt dat harde economische argumenten en politieke argumenten uit elkaar moeten worden gehouden. Dat is namelijk een belangrijk spanningsveld.
Depuydt richt zich op het feit dat er meer dan ooit nationale gekleurdheid is. Aan Belgische zijde was men veel minder op de hoogte van het opkomen van de economische crisis dan in Nederland. Dat is het gevolg van ‘nationale bronnen’. Het bronnennetwerk moet uitgebreid worden. De buurlanden zouden beter moeten samenwerken.
Onze politieke focus is nog steeds nationaal, bevestigt Koelewijn. Er moet Europeser gedacht worden over het aanpakken van de crisis, in plaats van als land (Nederland) de verantwoordelijkheid te willen nemen.
Als voorbeeld geeft hij de aanpak van Fortis. De bank kwam onder druk te staan van Nederlandse analisten. De top van Fortis ging die analisten boetes geven, hoewel ze de waarheid spraken. De pers gaat hier te weinig en te traag op onderzoek.
Zijn de analisten de optimale bron voor journalisten?
Analisten denken minder nationaal dan vroeger, zegt Koelewijn. Analisten zijn zeer handig, consultancybureaus ook. Als journalist moet je bedrijven niet bekijken als Belgisch of Nederlands, maar als iets internationaals.
Depuydt beweert dat je de belangrijke informatie niet via analisten zal vernemen. Zij hangen de nodige informatie niet aan de grote klok. Sectorspecialisten zijn belangrijker. Met de komst van het internet zijn er grote databanken met te raadplegen personen per sector. Zelfs Linked In kan daarbij zeer interessant zijn. Je hebt maar één of twee namen nodig om van start te gaan in een bepaald land, beweert Koelewijn.
Wat is de grootste fout die journalisten maken, vraagt een deelnemer.
Ze moeten veel meer facts verwerken, luidt het antwoord. Derivatenspecialisten zouden journalisten kunnen uitleggen hoe belangrijk derivaten zijn. Als journalist moet je meer zeggen dan ‘het deugt niet’. Dan ben je niet meer bezig met fact finding. Er moeten feiten gegeven worden en goede analyses gemaakt worden.
De discussie tussen de aanwezigen komt op gang. Is het een goede tactiek om als journalist een veralgemeend standpunt in te nemen om de aandacht te trekken, om dan verbeterd te kunnen worden door specialisten? De meningen zijn verdeeld.
Er zijn veel pseudospecialisten, beweert Koelewijn.
Hoe maak je het onderscheid tussen echte specialiste en pseudospecialisten? Depuydt vindt dat je een mogelijk zelfbelang van de specialist in kwestie moet opsporen.
Derivaten zijn verzekeringsproducten. Het probleem was dat men derivaten kon kopen zonder een verzekering in handen te hebben. Men moet in het bezit zijn van het te verzekeren product alvorens te verhandelen.
Waarom zou wen een verzekering kopen van iets waarover men geen controle heeft? Derivaten zijn eigenlijk ‘risico’s’ die je kunt kopen of verkopen.
Volgens Koelewijn is er niets mis met derivaten, behalve wanneer je er mee gaat speculeren. Er wordt gevraagd wie nu de echte deskundige is. Zo zijn er mensen die derivaten echt aanprijzen. Volgens Koelewijn gaat het bij voorstanders om belangenvermenging.
Het probleem bij toezichthouders is dat er nationale gekleurdheid is, zegt Depuydt. Een Spaanse verslaggever in Brussel zal een andere verslaggeving doen over de crisis in Spanje. Hij zit in een bevoorrechte positie en kijkt er anders tegenaan. Vlaamse journalisten moet ook in Nederland op zoek gaan naar opinies.
In Nederland worden te weinig kritische vragen gesteld, vindt Koelewijn. waarom zijn we zo braaf in Europa? Elke keer wanneer er iets gebeurd wordt dezelfde Nederlandse analist opgeroepen en daar blijft het bij. Het is meestal dan ook volstrekt voorspelbaar wat hij zal zeggen, zegt hij.
Het probleem Vestia wordt besproken. Er waren achteraf gezien duidelijke signalen dat het zou mislopen, maar toen het gebeurde werd er niets gezegd. Waarom hebben we dat ons laten ontsnappen? Volgens Depuydt is dit niet de juiste vraag.