Inzage geven aan geïnterviewden vóór publicatie van een verhaal, of niet? Het is een discussie die ook binnen de Nederlandse journalistiek bij tijd en wijle oplaait. Bekend zijn voorbeelden van conceptteksten die door de geïnterviewde – of diens afdeling woordvoering – geretourneerd worden rood van de vermeende verbeteringen, nuanceringen en promotionele aanvullingen. Gisteren meldde The New York Times dat er nieuwe redactionele afspraken worden ingevoerd die inzage aan banden moeten leggen. Aan het nieuwe redactiebeleid is twee maanden gewerkt, aldus de krant, sinds een verhaal half juli over waartoe inzagepraktijken leiden.
Driekwart van de Woo-verzoeken (verzoek om openbaarmaking van documenten op grond van de Wet open overheid) die bij de ministeries in behandeling zijn, bevindt zich ver over de wettelijke termijnen. Van de 759 verzoeken die medio juni bij de ministeries lagen, waren er 575 al (veel) langer dan zes weken binnen. Zes weken is de termijn waarbinnen een besluit moet worden genomen over een Woo-verzoek. Tot 1 mei heetten deze aanvragen nog Wob-verzoeken.