Datum: 19 november 2011
Tijd: 10:45–12:00 uur
Spreker: Toine Verheul
Aantal deelnemers: 15
Verslag: Stef Meijers
Coosto is gespecialiseerd in het indexeren van internetbronnen. Wie praat waarover? Hoe vaak, waar en waarom? Een bruikbare website voor journalisten.
De website werd vorig jaar mede door Toine Verheul groots gelanceerd. Het was echter geen glorieuze start, want in de beginfase was het lastig om klanten te werven.
‘In het begin werkte we onder de noemer web monitoring en hadden we nul klanten. Later veranderden we dit in social media monitoring en hebben we tachtig klanten’, vertelt Verheul.
Coosto indexeert dus sociale media.
‘Onder andere blogs, fora, nieuwssites, Twitter, Facebook, Hyves, Linkedin en videosites.’
Zolang het Nederlands is en het verschijnt op het web, zit het in de database van deze dienst. Door middel van zoekopdrachten kun je in deze brei van data orde aanbrengen. Wat schrijven mensen? Hoe reageren mensen? Is dit positief of negatief? Allemaal vragen waar Coosto een antwoord op probeert te geven.
Een van de aanwezigen reageert: ‘Is dit niet een soort Big Brother? Alles wat je op het web zet, wordt namelijk door jullie opgeslagen.’
‘Nee’, reageert Verheul, ‘je hoort te weten dat alles wat op het web verschijnt openbaar is en daar maken we gebruik van.’
Ook verscheidene overheidsinstituten gebruiken Coosto om de laatste trends op het internet te kunnen volgen. Welke instanties dit precies zijn, wil Verheul niets zeggen.
‘Dat is zo afgesproken. Ik kan wel zeggen dat bijvoorbeeld bepaalde ministeries het gebruiken om te kijken wat er speelt onder de mensen. Woordvoerders kunnen hierop anticiperen en vervolgens de pers goed te woord staan.’
De aanwezigen krijgen ook zelf de gelegenheid om met Coosto te experimenteren. De algemene indruk is dat het zeer bruikbaar kan zijn voor journalisten die op zoek zijn naar bepaalde informatie of personen. De dienst kost echter wel geld. Voor 750 euro per maand kunt u er gebruik van maken.