Datum: 19 november 2011
Tijd: 14:00-15:15 uur
Sprekers: Idris Akinbajo (Nigeria) en Evelyn Groenink (FAIR)
Aantal aanwezigen: 10-15
Verslag: Nathalie Damen
Journalistiek bedrijven in een corrupt land lijkt op het eerste gezicht onmogelijk, maar Idris Akinbajo is onderzoeksjournalist in Nigeria. Hij won dit jaar de Forum for African Investigative Reporters (FAIR) Award met zijn reportage over corruptie in de olie-industrie door de Nigeriaanse overheid. Samen met Evelyn Groenink van FAIR gaf hij een inspirerende workshop in Eindhoven.
Akinbajo begint de workshop met het delen van zijn ervaringen als onderzoeksjournalist in het corrupte Nigeria. Hij schreef een serie artikelen voor de Nigeriaanse krant NEXT, waarmee hij een schandaal aan het licht bracht. Een corrupte minister bleek olievelden te verkopen aan een nationaal bedrijf, waardoor de Nigeriaanse bevolking miljarden dollars misliep.
Iemand uit het publiek vraagt of het mogelijk is om niet corrupt te zijn in Nigeria.
Akinbajo antwoordt lachend: ‘Ja, als je geen geld hebt.’
Achter zijn lach schuilt een enorme vechtlust. De Nigeraan werkte voor zijn onderzoek undercover, werd met de dood bedreigd door onder meer de politie en ondertussen werd geprobeerd de krant waarvoor hij werkte om te kopen. Dat alles weerhield hem er niet van te strijden tegen corruptie.
De Nigeriaanse journalist houdt zich ook bezig met crowdsourcing: www.NigeriaPoliceWatch.com. Op deze website kunnen burgers meldingen doen van corruptie door de Nigeriaanse politie. Ook staan er foto’s en filmpjes op, die laten zien hoe corrupte politieagenten te werk gaan.
‘Iedereen weet toch al dat er corruptie is in Nigeria?’, klinkt het kritisch vanuit de zaal. ‘Ook Nigeriaanse burgers zijn schuldig, bijvoorbeeld door het omkopen van de politie. Waarom tonen we aan dát er corruptie is? We willen er toch iets aan doen?’
Akinbajo: ‘Je kunt corruptie niet bestrijden, je moet terugvechten. Het systeem kun je niet veranderen. Het bestrijden van corruptie begint bij het controleren van corrupte activiteiten.’
Akinbajo is een aantal maanden in Nederland om onderzoek te doen. Hij heeft verschillende gebieden in gedachten waarop Nederland kan samenwerken met Nigeria.
‘We kunnen onderzoek doen naar mensenhandel, prostitutie en illegale migranten en daarnaast meer corruptieverhalen schrijven over Nigeriaanse leiders.’
Vanuit het publiek wordt gevraagd naar de rol van NGO’s bij het bieden van hulp aan de Nigeriaanse pers.
‘NGO’s betalen media om over het werk te schrijven dat zij doen. Het gaat dan om taken waar NGO’s zich mee bezighouden, zoals armoedebestrijding. Journalisten staan onder druk. Ze zijn afhankelijk van uitgevers, die ook corrupt zijn, en hun publiek. Maar de burgers kunnen niet betalen voor berichtgeving’, zegt Groenink.
Ze vertelt dat uit fondsen die voor Nigeriaanse media bestemd zijn, geen geld gebruikt wordt voor onderzoeksjournalistiek. Journalisten mogen alleen berichten over thema’s waar de NGO’s belang bij hebben.
‘Het gevolg is dat mensen in die berichtgeving trappen. Ze denken bijvoorbeeld dat in Nigeria alleen maar arme mensen wonen en zo komt er geen aandacht voor corruptie.’
De organisatie FAIR, waar Akinbajo ook deel van uitmaakt, zet zich in voor corruptiebestrijding. Het is een platform voor onderzoeksjournalisten uit Afrikaanse landen, gevestigd in Johannesburg.
Groenink: ‘Er komen steeds meer van dit soort organisaties. Mensen vormen illegale netwerken om corruptie tegen te gaan door middel van onderzoeksjournalistiek.’
FAIR is volgens Groenink afhankelijk van fondsen. In eigen land is het moeilijk om onderzoeksjournalist te zijn, omdat organisaties journalisten proberen om te kopen zodat ze geen misstanden aan het licht brengen.
‘Hij moet liegen op de radio om toch geld te verdienen’, grapt Groenink over Akinbajo. Ze vervolgt met een serieuze uitspraak: ‘Het leven is hard in Nigeria, je moet wel.’