Kenniscentrum, Woo

VVOJ2010 verslag: Grenzeloos graven in de bonnetjes

Titel: Grenzeloos graven in de bonnetjes
Datum: 20 november 2010, 10:45-12:00
Aantal deelnemers: ongeveer 20
Sprekers: Pieter Klein (RTL Nieuws), Prof. Herman Matthijs (Vrije Universiteit Brussel)
Moderator: Miro Lucassen (freelance)
Lees ook het verslag van Richel Bernsen download hier de bijbehorende presentaties van Herman Matthijs en Pieter Klein.
Tekst: Stefan Acke
Follow the money. Het is een veel gehoorde uitspraak binnen de onderzoeksjournalistiek. Maar hoe doe je dat als een organisatie een schimmige of zelfs helemaal geen begroting heeft? De Wet Openbaarheid van Bestuur kan helpen.
Prof. Herman Matthijs (VUB) heeft onderzoek gedaan naar overheidsbegrotingen in Vlaanderen.
Hij merkte algauw dat overheden hun begrotingen zo onleesbaar en onduidelijk mogelijk maken. Door ze technisch onleesbaar te maken, worden ze sneller gestemd.
Een voorbeeldbegroting telde 2.000 pagina’s, aangevuld met 4.500 pagina’s toelichting.
In België is de bijkomende moeilijkheid dat bevoegdheden en begrotingscircuits verspreid zijn over vele regeringen. Ook lokale besturen zijn allesbehalve op elkaar afgestemd.
Er is een toenemende persinteresse voor begrotingen. De bevolking eist duidelijkheid. Een case als de kostprijs van koningshuizen zou tien jaar geleden ondenkbaar zijn geweest. Er zijn controleorganen als het Rekenhof, maar die hebben weinig macht, in tegenstelling tot bijvoorbeeld Frankrijk.
Op de vraag of de rapporten openbaar waren, antwoordt Matthijs positief. Databases hebben veelal echter geen digitale zoekfunctie, wat het zoeken tot een heus titanenwerk maakt.
Ook de oppositie graaft niet in de begroting. Er zijn weinig verkozen met financiële achtergrond. De ambtenarij is in België sterk gepolitiseerd, volgens Matthijs. Ze zijn geen civil servants als in Nederland en blijven vaak jarenlang op hetzelfde postje zitten.
De Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) is hier een onontbeerlijk instrument.
Pieter Klein (RTL Nieuws) vindt de praktijk echter erg stroef. De overheid gebruikt lange procedures, juristerij en allerlei uitzonderingen om documenten niet te moeten geven.
Langs de andere kant noemt Klein journalisten soms erg slordig. Velen weten niet dat een WOB-aanvraag heel specifiek dient te gebeuren. Verder haken ze snel af als het te moeilijk wordt.
Daarom is er op de nieuwsredactie van RTL een WOB-adviseur. Broodnodig, volgens Klein. Bij een niet-deskundige aanvraag ben je voer voor de rechter. Hij raadt aan om in bezwaar te gaan als het verzoek geweigerd wordt.
Na een paar keer wordt de organisatie meestal flexibeler.
Een voorbeeldcase: het WK voetbal. Klein wou via de WOB de financiële afspraken tussen de FIFA en Financiën in handen krijgen. Er werden echter constant documenten ‘vergeten’. Toch blijft hij volharden, de case komt binnenkort voor de rechter.
Dat is meteen ook zijn belangrijkste raad: blijf doorgaan. Ambtenaren zijn (althans in Nederland) civil servants. Die liegen niet graag. Wat ze wel doen, is de informatie cryptisch aanbieden. Dan is het aan de journalist om te volharden en de puzzel te kraken.
Ook de NOS maakt gebruik van de WOB, zij het minder intensief. De WOB-afdeling van de RTL is beter uitgebouwd, geeft een NOS-medewerker zelf toe.
RTL profileert zich meer via de WOB. Zelfs als ze verliezen, sturen ze een persbericht uit. Zo kunnen ze steun krijgen van anderen.
Het is volgens Klein belangrijk dat journalisten aan hetzelfde zeel trekken. Alleen zo worden logge overheidsapparaten gedwongen om mee te werken.

Gerelateerde artikelen

Overheidsorganisaties moeten beter samenwerken met Woo-verzoekers. Stel hun informatiebehoefte centraal, bepaal samen hoe die het beste kan worden vervuld en lever vervolgens ook. Volg voor de samenwerking bovendien een openbare leidraad, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten.

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk