Nieuws

Verslag VVOJ Café: “De boodschap is altijd: het ligt aan hullie”

Van de val van het kabinet Balkenende IV tot de handel en wandel van een zakenvrouw. Journalistieke reconstructies vertellen het verhaal achter de schermen aan de hand van documenten en interviews. Hét verhaal? Nee: “Een waarheid vanuit een goed gedocumenteerd perspectief”, aldus Eric Smit tijdens het VVOJ Café maandagavond 27 september in Nieuwspoort.
Panelgasten: Mark Kranenburg (NRC Handelsblad), Jacco Versluis (KRO Reporter), Eric Smit (biografie ‘Nina, de onweerstaanbare opkomst van een power lady’), Marcel Metze (essay ‘Het geheim van Smit’)
Gespreksleider: Miro Lucassen
Datum: 27 september 2010
Locatie: Perscentrum Nieuwspoort, Den Haag
Verslag: Arno Kersten, 28 september 2010
Lege pizzadozen en colablikjes op tafel. Met dat soort geurige details kleurt Eric Smit een reconstructie van een bijeenkomst graag in, vertelt hij tegen het einde van het VVOJ Café over de Alwetende Journalist. “Ik maak gebruik van literaire technieken. Bij een reconstructie beschrijf je situaties waar je zelf niet bij bent geweest. Als meerdere mensen die wel aanwezig waren vertellen dat er pizza werd gegeten en dat de lege dozen op tafel lagen, dan durf ik dat wel op te schrijven.”
Mark Kranenburg van NRC Handelsblad heeft ook oog voor detail. Toen hij een vergadering wilde schetsen, ging hij toch even kijken welk schilderij er in de zaal aan de muur hing. Kijken wat de betrokkenen hebben gezien. Maar er zijn grenzen, vindt hij. Op de dag van het VVOJ Café ligt de nieuwste pennenvrucht van Bob Woodward over de regering-Obama in de winkel. Als een alwetende verteller reconstrueert Woodward in zijn journalistieke boeken allerlei gesprekken en bijeenkomsten waar hij zelf niet bij aanwezig was. “Woodward beschrijft hele dialogen, daar heb ik persoonlijk toch een beetje moeite mee”, aldus Kranenburg.
Toch durft hij in een politieke reconstructie wel op te schrijven wat een minister denkt. Net zoals KRO Reporter een nachtelijke autoweg vanuit de achterbank in beeld brengt en de voiceover over premier Balkenende laat zeggen: ‘Dit was, bedenkt hij zich, het dieptepunt uit zijn politieke loopbaan.’ “Ik was blij onderweg hierheen te lezen dat ook NRC weet wat mensen denken”, grapt Reporter-redacteur Jacco Versluis. “Maar jazeker, die zin durf ik voor mijn rekening te nemen.”
Het euvel bij reconstructies: je krijgt alleen informatie van de bronnen die wel wilden meewerken. Wat als achteraf andere betrokkenen opstaan en claimen dat het anders lag? Dat er geen pizza, maar bami op het menu stond? Oftewel: is iets waar totdat het wordt tegengesproken?
“Zoiets is trouwens wel eens gebeurd”, zegt Kranenburg. “Bij het Bami-akkoord. Dat bleek nasi te zijn.”
Knagende vragen
Achteraf zegt Kranenburg over de reconstructie die zijn krant maakte van de val van het kabinet Balkenende IV: “Ik vind dat we eigenlijk een week te vroeg hebben gepubliceerd.” Want: “Deze reconstructie was niet af, omdat we bepaalde vragen niet beantwoord hebben gekregen. Sommige mensen waren toch niet echt vrij om te spreken of hadden nog niet genoeg afstand. Ik denk dat ons stuk zo’n zestig procent van het hele verhaal is geweest.”
Van die vragen die zijn blijven knagen: Wouter Bos was ten tijde van de kabinetscrisis achter de scherm al bezig zijn opvolging binnen de partij te regelen, heeft dat ook een rol gespeeld? Vermoedens genoeg, maar bewijzen geen. De pest is ook: in Den Haag wordt heel veel juist niet opgeschreven. En dat vergroot weer de afhankelijkheid van sprekende bronnen.
“We hadden verschillende lezingen bij cruciale vragen”, aldus Kranenburg. Wat vooral oprees was een klimaat waarin niemand naar elkaar luisterde en de coalitiepartners elkaar tot op het bot wantrouwden. “Wat wij hadden waren vooral atmosferische zaken, niet de smoking gun.”
Maar ja, zegt Kranenburg eerlijk, hij wist dat KRO Reporter ook met zo’n politieke reconstructie bezig was, en dat NOVA ook nog zat te broeden. Er was enige haast geboden. En dus verscheen het stuk van ruim vierenhalfduizend woorden op zaterdag 27 maart onder de kop ‘Kabinet zonder exit-strategie’. “We hadden nog een zaterdag later kunnen publiceren. Maar meer ook niet.”
Overschrijven
Reporter-redacteur Jacco Versluis was al een tijd druk bezig te spitten voor de uitzending ‘Met de kennis van nu’, uitgezonden op zondagavond 4 april. En zo gaat dat echt: “Op een gegeven moment bevind je jezelf op een ministerie en krijg je een uitgebreide briefing in de handen gedrukt, compleet uitgewerkt met tijdbalk. Die heeft NRC ook gekregen, wordt er dan bij gezegd. En die mocht je dan overschrijven, kopiëren niet. Ook zoiets.”
Versluis maakt er geen geheim van dat Reporter vooraf was benaderd door een van de hoofdpersonen in het drama. Of de redactie het geen goed idee leek om een reconstructie te maken, de bron in kwestie wilde graag praten. Logische vraag dan: heeft die bron dan niet de inhoud van het programma proberen te sturen? “Uiteraard”, zegt Versluis. “De boodschap is altijd: het ligt aan hullie. Zo gaat dat. Dingen die in hun voordeel spelen, worden altijd grof aangezet. En zaken die negatief zijn, worden gedownplayed. Dat weet je van tevoren”
Versluis vervolgt: “Je moet het doen met wat je krijgt aangereikt.” Het gaat erom hoe je de informatie weegt en wat je ermee doet. En of je het bevestigd krijgt uit minimaal één andere bron, zoals de journalistieke vuistregel voorschrijft. Maar met de vraag welk percentage van ‘het complete verhaal’ de reconstructie bevat, kan Versluis niet zoveel. “Of dat nou veertig, zestig of negentig procent is, dat kan ik niet zeggen, want ik weet niet wat die honderd procent is. Voor veel dingen heb je bijvoorbeeld maar één bron, en daar kun je dan niks mee. De spannendste verhalen blijven soms achter in de montagekamer.”
En sowieso, een verhaal stelt zijn eigen eisen. Voor televisie al helemaal. Versluis: “Het verhaal moet spannend zijn, van a naar b lopen, zonder al te veel zijweggetjes. De relevante vraag is: klopt dat wat je brengt honderd procent? Daar gaat het om. Maar we doen geen bijsluiter na afloop met de tekst: de redactie denkt dat deze reportage zeventig procent van de werkelijkheid bevat, goedenavond.”
Bouwwerk
Eric Smit, die een biografie schreef over Nina Storms: “Er is geen absolute waarheid, alleen een waarheid vanuit een goed gedocumenteerd perspectief. Die honderd procent is niet gekend. Het gaat erom dat de reconstructie een deugdelijk bouwwerk is, die inhoudelijk klopt. Maar hoe dicht je bij die honderd procent zit, dat weet niemand.”
De werkelijkheid die je beschrijft is altijd een interpretatie, vindt freelance onderzoeksjournalist Marcel Metze. Daarom moet je je als journalist bewust zijn van de risico’s die je eigen standpunten of vooraannames met zich mee kunnen brengen. “De aard van de vragen die je stelt over het materiaal dat je verzamelt, bepaalt het beeld dat eruit naar voren komt.”
Metze publiceerde eind augustus een essay in de Groene Amsterdammer waarin hij onderzoeksjournalisten oproept meer openheid over hun bronnen en overwegingen te betrachten. Als voorbeeld nam hij de nieuwste boeken van Eric en Jeroen Smit op de korrel, en legt hij uit waarom die niet aan zijn transparantie-normen voldoen, net als trouwens zijn eigen oudere werk.
Versluis kan er niet zo veel mee. “Moet ik dan na afloop van de uitzending melden: ‘Wij spraken de volgende personen op vertrouwelijke basis?’ Klinkt misschien flauw, maar zo werkt het: vertrouwelijk is vertrouwelijk.” De Reporter-reportage begint wel met een opmerking: ‘Dit verhaal is gebaseerd op persoonlijke notities van betrokkenen en vertrouwelijke gesprekken met de hoofdrolspelers.’ “Dat hebben we gedaan om de geloofwaardigheid nog verder op te krikken. Voor het geval mensen zich misschien zouden afvragen: hoe weet jij dat Balkenende dat denkt?”
NRC-redacteur Kranenburg reageert: “Wij hebben er in de krant een beetje een laffe zin bij gezet in de trant van: ‘We hebben met vrijwel alle direct betrokkenen gesproken.’ Maar wat zegt dat? We hebben bijvoorbeeld niet met Balkenende gesproken, terwijl die toch ook direct betrokken was.”
Puzzel
“Mijn pleidooi is niet om je tot in alle details te verantwoorden, maar wel om het publiek meer zicht te geven op het onderzoek”, aldus Metze. Hij verwijst naar een stuk over Enron in The New Yorker getiteld ‘Open secrets’. “De vraag die gesteld wordt: was Enron een puzzel of een raadsel?” Een puzzel suggereert namelijk dat er een compleet verhaal is waarvan je de stukjes in de goede volgorde moet leggen. “Maar een raadsel niet, een raadsel moet je met intelligentie te lijf gaan.” In het geval van Enron, onder meer door onderliggende structuren in de financiële verslaglegging te onderzoeken die het roekeloze gedrag van de bestuurders mogelijk hebben gemaakt.
Smit las Metzes essay als een misplaatste aanval op zijn boek. En dat terwijl hij in elk geval nog de moeite had genomen om 24 pagina’s met voetnoten op te nemen. Maar hij deelt de opvatting dat journalisten hun publiek meer deelgenoot mogen maken van hun onderzoeksmethode. “Waar ik denk ik wel iets tekort in ben geschoten, is vertellen hoe ik mijn bronnen hebt gewogen. Dat heb ik vrij beknopt gedaan.”
Smit speelt met de gedachte om onderliggende documenten die genoemd worden in voetnoten waar mogelijk op termijn via een website met de lezer te delen. “Het staat natuurlijk hartstikke sjiek, die noten, maar als de lezer het document niet zelf kan zien, heb je er nog niks aan.”
Metze: “De mogelijkheid dat je gecontroleerd kunt worden, verhoogt de druk om als journalist op de kwaliteit van je werk toe te zien. Ik denk dat meer transparantie kwaliteitverhogend werkt vanwege de disciplinering die ervan uitgaat.”
Diplomatieke bronnen
Kranenburg denkt trouwens dat die openheid ook wel eens een heilzame werking op de bronnen zou kunnen hebben. Hij zou dat in elk geval verwelkomen. “Met name die anonimiteits-cultus in Nederland is echt verschrikkelijk. Zelfs de prijs van een kop koffie in Nieuwspoort moet haast nog anoniem worden meegedeeld. Ik heb in Brussel meegemaakt dat we net aan de slag in een zaaltje werden voorgeleid aan een rijtje woordvoerders, die werden voorgesteld als ‘diplomatieke bronnen’.”
Maar soms zijn de belangen omgedraaid. Over een niet zo prominent Kamerlid hoorde hij ooit dat een journalist zelf ervoor had gekozen om hem anoniem op te voeren. Dat wekte in elk geval nog de suggestie van een belangrijke bron.
Gerelateerd:
17.09.10 Extra lees- en luistervoer
23.09.10 De nieuwe ‘Woodward’ komt eraan…

Gerelateerde artikelen

Wil je bijgepraat worden door collega’s over hun lokale onderzoeksverhalen? Wil je snel overheidsstukken kunnen vinden en doorzoeken? De verhalen liggen op straat, maar je moet ze wel vinden. Prominente sprekers geven een kijkje in hun keuken op dinsdagmiddag 21 mei in Alkmaar.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk