De telefoontap bij een Telegraaf-journaliste, die de bron van mogelijk gelekte staatsgeheime informatie moest achterhalen, is disproportioneel en druist in tegen het recht op bronbescherming, aldus de rechtbank in Haarlem woensdag. Twee ex-medewerkers van de AIVD, verdacht van het lekken, zijn vanwege het onrechtmatige bewijs vrijgesproken.
In haar uitspraak stelt de rechtbank: ‘Een vrije pers is een noodzakelijke voorwaarde voor het goed functioneren van de democratische rechtstaat. Algemeen aanvaard is inmiddels het recht van journalisten hun bronnen geheim te houden, uitzonderlijke omstandigheden – waarvan in deze zaak niet is gebleken – daargelaten. Het bewust ondergraven van dit recht door het onrechtmatig afluisteren van door de journalist gevoerde telefoongesprekken, met als enig doel het achterhalen van de bron, is dermate in strijd met het recht dat ook de bron zelf een beroep toekomt op de onrechtmatigheid van het daardoor verkregen bewijsmateriaal.’
Meer bij:
Rechtspraak: BN1195 en BN1191; De Telegraaf; de Volkskrant; NOS; Google nieuws
Een ‘wolk van wantrouwen en frustratie’ bij journalisten die een Woo-verzoek hebben ingediend, en eenzelfde ‘wolk van wantrouwen en (incidenteel) spijt’ aan de kant van ambtenaren die ze moeten behandelen. Dat obstakel voor een goed functioneren van de Wet open overheid signaleert Folkert Jensma in het voorwoord van Het Woo witboek, Best practices: van journalisten, voor ambtenaren, dat de VVOJ in samenwerking met de Open State Foundation (OSF) heeft uitgebracht.