In de plannen voor de publieke omroep wordt onderzoeksjournalistiek geruild tegen het ochtendgloren of weggedrukt in de randen van de nacht. Als onderzoeksjournalisten verdwijnen, raken burgers een bondgenoot kwijt, aldus VVOJ-directeur Margo Smit in een opiniebijdrage.
Deze bijdrage werd eerder ook gepubliceerd op NRC.nl
Als journalistiek Hilversum vertimmerd wordt, stuift het stof doorgaans tot aan de landsgrenzen. Weinig beroepsgroepen slagen er zo goed in het volk te laten delen in hun arbeidsperikelen als journalisten van de publieke omroep. Geen wonder, informeren is hun ‘core business’. Ook deze dagen geniet Nederland mee van de blijdschap van Wakker Nederland (mag ons dagelijks per kijkbuis gaan wekken), de sores van Netwerk (straks door twee omroepen gevierendeeld), of de beschaafde nostalgie van de KRO-directie (hoera, Brandpunt komt terug!). Maar één kerntaak van de publieke omroep lijkt in al dat publicitaire geweld door de zijdeur te verdwijnen. Onderzoeksjournalistiek wordt geruild tegen het ochtendgloren of weggedrukt in de randen van de nacht.
Natuurlijk is de Vereniging van Onderzoeksjournalisten VVOJ voorstander van meer kritische en diepgravende journalistieke publicaties. Wij van WC Eend adviseren immers WC Eend. Maar wat merkt de kijker, luisteraar, lezer of zelfs niet-nieuwsconsument daarvan? Wat is er erg aan het kortwieken van Reporter of de stilte op het uitzenduur van Argos? Van het in de afgelopen jaren verkleinen dan wel opheffen van onderzoeksredacties bij kranten of de verschuiving naar infotainment bij tijdschriften?
Dit is er erg aan, beste (niet)nieuwsconsument. Als onderzoeksjournalisten verdwijnen, raken burgers een bondgenoot kwijt. Van oudsher doen serieuze media twee dingen: ze verslaan belangrijke gebeurtenissen en bevragen degenen die macht en invloed uitoefenen. Juist die controlerende taak vergt volharding en beschikking over onderzoekstechnieken. Als kennis om te onderzoeken bij de media verdwijnt terwijl men zelfs bij het Koninklijk Verbond van Nederlandse Baksteenfabrikanten aan ‘public relations’ doet, wie houdt dan na gedegen speurwerk nog de uitspraken en motieven van bedrijven, overheden en belangengroepen tegen het licht?
Neem Almelo, juni 2008. Een horecaondernemer loopt – uit frustratie over het lokale beleid – het stadhuis binnen en gijzelt een wethouder en enkele bezoekers. De man krijgt er een forse straf voor, vraag blijft hoe het zover heeft kunnen komen. Onderzoeksrubriek Zembla schetst later de verhouding tussen burgers, ondernemers en politici. Tijdens een interview met het hoofd binnenstadsontwikkeling grijpt de aangeschoven voorlichter in. Hij kapittelt de ambtenaar, ‘‘Ho, hier wordt een wel heel zwartgallig beeld van Almelo neergezet. Mag dit stukje even overnieuw?” en vervolgt met “Stop! Zet die camera uit! Dit gaan we dus niet doen.” Zonder Zembla had de Almelo-er had niet gezien hoe zijn stad hem (niet) wenst te informeren.
Of neem de legeraankoop van de vorige en deze eeuw tezamen: de Joint Strike Fighter. Prima deal, volgens Defensie. Maar al in 2005 becijfert de ambtelijke top dat er geen geld is voor 85 toestellen: 52 stuks is het maximum. Het geldgebrek mag en komt niet naar buiten, tot Reporter in september 2009 de defensiestukken publiceert: “Het getal 85 wordt gehanteerd voor externe communicatie en als planningsaantal voor de onderhandelingen”. Tot zover de transparantie.
En dan hebben we de departementale woordvoerder die een regionale omroep op speurtocht naar brandveiligheidgegevens toevoegt dat zijn minister bij “zo’n lokaal omroepje” niet reageert. Gelukkig laat betreffend bewindspersoon bij de landelijke publieke omroep nog wel zijn stem horen. Maar waar gaat het hier om? Om klein, om bereik of om antwoorden? Wat als de grote publieke omroepbroer het journalistieke onderzoek straks ook niet meer doet? Blijft de minister dan zwijgen? En komt-ie daar dan mee weg?
De voorbeelden zijn van recente datum en van de publieke omroep. En ze betreffen –helaas- allemaal bestuurders. Maar ze kunnen moeiteloos uit de rijke geschiedenis van de onderzoeksjournalistiek aangevuld worden met (ver)draaiende multinationals, sporters of kunstpausen. Onlangs becijferde Ad van Liempt dat van de 1 miljard euro die de staat terugverdiende na de Zembla-reportage over de bouwfraude 500 seizoenen Zembla gemaakt kunnen worden. Het is maar één indicatie wat onderzoeksjournalistiek – letterlijk – waard is.
Waar de informatievoorziening naar de burger steeds meer via woordvoerders en PR-functionarissen verloopt, heeft de onderzoeksjournalist een schone taak en een onafhankelijke publieke omroep een rol bij uitstek. Henk Hagoort, de baas van de publieke omroep, laat geen gelegenheid onbenut om te beklemtonen dat onderzoeksjournalistiek een kerntaak van Hilversum is. Helaas geeft hij nu de verantwoordelijkheid voor het extra geld dat aan die kwaliteitsjournalistiek besteed zou moeten worden, over aan de omroepdirecteuren. En als die hun belofte om ook in de nieuwe varianten op EO’s Tijdsein of VARA’s Achter het Nieuws diep te zullen graven niet nakomen, heeft de NPO dan nog wel een stok om mee te slaan? Zijn dan niet het geld én de programma’s die zich al jaren bewijzen achter de horizon verdwenen? En wat blijft er dan nog over van de (op dit moment nog terechte) claim dat de publieke omroep een van de hofleveranciers van onderzoeksjournalistiek in Nederland is?
Vorig jaar zette de NPO een mooie advertentie. In het Jaarboek Onderzoeksjournalistiek van de VVOJ, de vereniging die ieder jaar een paar honderd leergierige journalisten bijspijkert op onderzoeksvlak: “De NPO is trots op iedereen die bijdraagt aan de hoogwaardige onderzoeksjournalistiek bij de publieke omroep”. De houdbaarheid van deze advertentietekst is mogelijk een stuk korter dan die van de makers van WC Eend.
Margo Smit, directeur VVOJ,
zelfstandig onderzoeksjournalist,
tot juni 2009 programmamaker bij KRO-Reporter
Links:
Vaarwel Zembla, Goodbye Argos
Hagoort, blijf met je vingers van onderzoeksjournalistiek
Sluipmoord op Zembla
Na het succes van de afgelopen regiobijeenkomsten keert de VVOJ in 2025 terug met drie inspirerende middagen voor regionale en lokale onderzoeksjournalisten! Een unieke kans om je journalistieke vaardigheden te verdiepen en je netwerk uit te breiden.