Kenniscentrum, Woo

Rondetafel bijeenkomst Onderwijs

Titel: Rondetafel bijeenkomst Onderwijs
Datum: zaterdag 28 november 2009
Tijd: 14.00 – 15.15 uur
Sprekers: Gerard Smit, Peter Burger, Ruth Hopkins
Aantal deelnemers: 15

Tekst: Hassan Amouch

Hoe kunnen we onderzoeksjounalistiek en onderwijs op elkaar afstemmen? Deze vraag stond centraal tijdens de rondetafel van de VVOJ-conferentie in Utrecht. Gastsprekers Peter Burger (Universiteit Leiden), Ruth Hopkins (SvJ Utrecht) en Gerard Smit (SvJ Utrecht) presenteerden elk een project.

Fact checkers
“De ware factchecker is zowel vasthoudend als geduldig”, aldus de makers van de weblog Nieuws Checkers. Onder begeleiding van Peter Burger nemen ze gepubliceerde feiten onder de loep en publiceren de resultaten op de weblog.

Studenten leren eerst hoe nieuws wordt gemaakt en door wie en waarom. Ze kiezen een onderwerp, zoeken bronnen op, raadplegen originele rapporten, controleren de feiten en passen wederhoor toe. Maar dat gaat niet altijd van zelf.

Volgens Burger is het checken van de feiten arbeidsintensief. Beginnende studenten missen ervaring. “Lang niet alle redacties wachten op beginnelingen die hun bellen om feiten te checken. Sommige redacties staan zelfs helemaal niet open voor vragen”, aldus Burger.

Wobbende studenten
Ruth Hopkins experimenteert samen met haar wobbende studenten. Ze heeft acht weken de tijd om ze de nodige technieken bij te brengen Een bijkomend probleem is het onderwijsrooster:

“De wob-pocedures lopen gewoon door terwijl er niemand is op school tijdens de vakanties.”

Risico’s zijn er ook. “Wat te doen als een beginnend student juridische problemen krijgt,” vraagt deelnemer Luuk Sengers.

Hopkins vindt dat de school voorbereid moet zijn op de proceskosten. Hoe het precies gaat, moet nog duidelijk worden.

Na het afronden van een project blijft er altijd informatie over. Hopkins stelt een database voor waar studenten, journalisten en media terecht kunnen.

Een sympathiek idee volgens Harmen Groenhart, docent aan de Fontys Hogeschool Tilburg. Hij wil nog wel weten hoe het wordt ingepast binnen de opleiding: “Gaan we de studenten het wob-proces leren of gaan we ze leren werken met databases?“

Deze discussie speelt ook in België waar Marleen Teugels samen met haar studenten wobt. De onderzoekster staat open voor een soort “digitaal kenniscentrum” voor wobbend Nederland en België.

De “Hunter” methode
Een van de revelaties van de conferentie van dit jaar was ongetwijfeld Mark Lee Hunter. Gerard Smit ontleent zijn methode aan deze Amerikaanse onderzoeker. Zijn laatste publicatie “Story-Based Inquiry. A manual for investigative journalists” legt op een simpele manier de basistechnieken uit. Dat wordt nu al in verschillende landen gebruikt.

De cursussen van Smit zijn net als bij Hunter kort en intensief. Studenten beschikken over een site waar ze een onderzoeksproject kunnen kiezen. De feiten moeten de hypothese ondersteunen. Ze zijn zorgvuldig gecontroleerd.

Er wordt pas aan het verhaal gewerkt als aan alle kwaliteitscontrole is voldaan. Aan het einde leren ze zichzelf en hun onderzoek presenteren.

Maar dat gaat niet altijd soepel. Smit constateert een gebrek aan inhoudelijke kennis bij beginnende studenten. Daarnaast krijgt lang niet iedereen het voor elkaar alle relevante feiten in eigen onderzoek te verwerken en binnen acht weken af te ronden.

Dat ondervindt de Deense student Thomas Estrup. Hij werkt onder begeleiding van Smit aan een project over boeren in Denemarken.

Belangrijkste obstakel is het gebrek aan tijd als gevolg van alsmaar groter worden hoeveelheid feiten naarmate het onderzoek vordert: “Het is nog niet gepubliceerd omdat ik meer onderzoek moet doen en dus meer tijd nodig heb”, zegt hij.

Veel van dit soort problemen kunnen straks opgelost worden met meer vernieuwing in de opleidingen. Samenwerking tussen docenten, studenten, scholen en relevante partners is hierbij onmisbaar.

Aangedragen ideeën tijdens deze rondetafel wijzen in de goede richting. Een pril begin van de lange weg naar de institutionalisering van onderzoeksjournalistiek. Want als het aan de deelnemers ligt, komt er zeker een vervolg ergens volgend jaar.

Gerelateerde artikelen

Overheidsorganisaties moeten beter samenwerken met Woo-verzoekers. Stel hun informatiebehoefte centraal, bepaal samen hoe die het beste kan worden vervuld en lever vervolgens ook. Volg voor de samenwerking bovendien een openbare leidraad, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten.

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk