Cafe, Nieuws, Woo

Verslag café: ‘Journalisten hebben juist veel te verbergen’

Telefoonverkeer, e-mail en de verblijfplaats van je gsm worden al geregistreerd. Als de ov-chipkaart wordt ingevoerd, komen daar je reisgegevens nog bij. En bij de kilometerheffing worden straks ook nog alle autotrips nauwkeurig bewaard, om later doorgevlooid te kunnen worden. Opsporingsdiensten wrijven zich in de handen bij deze goudmijn aan gegevens. Wat kan de journalist nog doen om bronbescherming te garanderen? Lees het verslag van het VVOJ Debatcafé op 11 februari 2008.

De VVOJ organiseert geregeld debatcafés, waarin leden elkaar rond een thema ontmoeten. Een overzicht van alle cafés.

Sprekers: Jacob Kohnstamm (voorzitter College Bescherming Persoonsgegevens, maar sprekend op persoonlijke titel), Roger Vleugels (onderzoeker inlichtingendiensten) en Wim van de Pol (schrijver van het boek Onder de tap, over afluisteren in Nederland).
Moderator: Miro Lucassen
Datum: maandag 11 februari 2008
Verslag: Vincent Dekker

De eerste constatering van de avond is meteen een ontnuchterende: in Nederland wordt door overheidsdiensten meer afgeluisterd dan in veel andere landen. Waarom? Mea culpa, mag de journalistiek verzuchten. Volgens Roger Vleugels doen we te weinig aan onderzoek. ‘De overheid krijgt vrij baan. De Kamer corrigeert niet en Nederlanders hebben een sterk ‘ons gevoel’, een te groot vertrouwen in de overheid. En journalisten wobben veel te weinig. In andere westerse landen is het aantal wob-verzoeken per inwoner vaak een veelvoud van wat er in Nederland wordt ingediend. Het verschil? De journalist.’

Goedgelovige journalisten zijn ook volgens Wim van de Pol een deel van het probleem. In Duitsland wordt een parlementair onderzoek ingesteld naar journalisten die voor de veiligheidsdienst hebben gewerkt. Van de Pol: ‘Nederlanders stellen daarover geen vragen…’

Ook Jacob Kohnstamm, die op persoonlijke titel sprak, ziet daarin een oorzaak: ‘We zijn erg sociaal, en mede daardoor afhankelijk van de overheid. We polderen voortdurend en vertrouwen de overheid.’

Journalisten worden zelf ook afgeluisterd, volgens Van de Pol geregeld ook zonder vergunning. Dat roept de vraag op of voor jounalisten niet eenzelfde geheimhoudersregeling moet worden getroffen als voor advocaten en artsen. Dan zouden ‘per ongeluk’ afgetapte gesprekken moeten worden gewist en zou de inhoud ervan niet mogen worden gebruikt in bijvoorbeeld rechtszaken. Jacob Kohnstamm vreest dat zo’n regeling een hoge prijs zou hebben. ‘Je moet dan gaan bepalen wie journalist is en wie niet. Advocaten en artsen zijn herkenbaar aan hun opleiding, journalisten lang niet altijd.’

Vleugels denkt dat het bovendien niet veel uitmaakt: ‘Advocaten worden in de praktijk toch ook afgeluisterd…’

Een schrale troost zou kunnen zijn dat afluisteren uitermate ineffectief blijkt. Vleugels: ‘In Nederland wordt twintig keer zo veel getapt als in Noordrijn-Westfalen, maar het percentage misdrijven dat hier wordt opgelost is slechts een derde van dat in Duitsland.’

Desondanks legt de Nederlandse overheid graag steeds meer databases aan. Of ge- of misbruikt de databases van bedrijven. Zoals nu al van de telecomaanbieders en straks van de OV-bedrijven.

Kohnstamm denkt dat journalsiten daar meer tegen in het geweer moeten komen: ‘ Naarmate er meer gegevensbestanden zijn zullen ze vaker misbruikt worden. De gelegenheid maakt de dief, of het nu om criminelen gaat of de overheid. Je zult dus de politiek moeten motiveren om nieuwe databases te voorkomen.’

Een van de aanwezigen was ook Rop Gonggrijp, een hacker in de goede, ware betekenis van het woord en de laatste tijd nog in het nieuws met de actie ‘Wij vertrouwen stemcomputers niet’. Hij vreest dat de Nederlandse bevolking te makkelijk denkt ‘Zo lang we er ook maar één Maasmeisje mee kunnen voorkomen, moet je alle controle toestaan.’ Gonggrijp: ‘Die mentaliteit moet om als we in Nederland de privacy nog willen redden.’

Gonggrijp deed en passant een oproep aan de onderzoeksjournalisten in de zaal. Onder een deel van de bevolking heerst de gedachte: de overheid mag alles van me weten, ik heb niks te verbergen. “Maar als onderzoeksjournalist heb je wel degelijk wat te verbergen. Voor elk verhaal dat je maakt, bewaar je geheimen. Laat nou eens zien aan je publiek dat jullie voor je publicaties juist wel dingen moeten kunnen achterhouden. Jullie zijn afhankelijk van geheimen, maak dat nou eens duidelijk. ”

In de zaal wil menigeen wel over het belang van privacy gaan schrijven of anderszins berichten, maar: ‘de lezer is niet geïnteresseerd en dus kun je er niet vaak over publiceren’, zo luidt de klacht.

Dat is volgens Kohnstamm de laatste tijd kennelijk niet meer waar: ‘Het afgelopen half jaar heeft het College Bescherming Persoonsgegevens veel meer publicaties aan zijn archief kunnen toevoegen dan in de jaren daarvoor.’

Gerelateerde artikelen

Op vrijdag 21 juni 2024 zijn op de Avond voor de Onderzoeksjournalistiek in Antwerpen de ASN Aanmoedigingsprijs 2023 en De Loep 2023 uitgereikt. Met deze prijzen viert de Vereniging van Onderzoeksjournalisten (VVOJ)  jaarlijks de beste onderzoeksjournalistiek in Nederland en Vlaanderen.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk