Conferentie, Woo

‘We worden nu al ingehaald’.

Elk metier evolueert, ook de journalistiek. Nieuwe technieken worden ontwikkeld, nieuwe mogelijkheden dienen zich aan. Technieken als Computer Assisted Reporting (CAR) of wobbing, gebruikmaken van de wetten die openbaarheid van bestuur garanderen. Jammer genoeg zitten er tot nu toe nog maar weinig media op de trein van de vooruitgang. Een gebrek aan vertrouwdheid met die nieuwe technieken is daar niet vreemd aan. Er is immers niet voldoende mogelijkheid tot bijscholing en hoofdredacteurs en directies staan niet allemaal te springen om te investeren in de toekomst. Pol Deltour, nationaal secretaris van de VVJ/AVBB, ziet het met lede ogen aan.

Deltour: ‘Die nieuwe technieken openen de poort naar fortuinen aan informatie, die anders niet aangeroerd kunnen worden. Mijn inziens gaat het niet over een bijkomende meerwaarde of een extra hulpmiddel, maar om een absolute noodzaak. Om te beginnen ben je eigenlijk de naam journalist niet waardig als je die schat aan informatie zomaar buiten je bereik laat liggen terwijl je weet dat ze beschikbaar is.

Ten tweede vormen die technieken op dit moment een wapen in handen van de nieuwe media, die meer en meer terrein winnen op de mainstreamjournalistiek. We worden nu al ingehaald door nieuwe media zoals onafhankelijke blogjournalisten, die wel meer en meer gebruik maken van technieken zoals CAR, data mining en dergelijke. Directies en hoofdredacties moeten inzien dat ze op lange termijn zullen worden ingehaald en zullen achterblijven, tenzij ze het moderniseren en bijscholen zelf ter harte nemen en mee op de kar van de vernieuwing springen.’

‘De middelen zijn er, wat ontbreekt is de wil.’


Maar bijscholen en investeren op lange termijn zijn kostelijke aangelegenheden. Dat hoor je in elke discussie over vernieuwing. Deltour ziet dat anders.

Deltour: ‘Als je kijkt naar de winstcijfers, boeren de mediagroepen in Vlaanderen behoorlijk goed. Er is dus om te beginnen al voldoende eigen geld om te investeren. Daar komt nog eens bij dat de Vlaamse Overheid in hun ‘Steun aan de pers’-subsidies fondsen hebben voorzien die specifiek bedoeld zijn voor bijscholing. Waar die middelen heen zijn gegaan, is onduidelijk, want uit de echo’s die wij van de redacties krijgen, blijkt dat er van die bijscholing nauwelijks iets te merken valt. Het zou misschien niet slecht zijn om strenger te controleren op de besteding van die overheidssteun, om te garanderen dat bijscholingsfondsen inderdaad tot voor verdere vorming gebruikt worden.

Alleszins: er zijn middelen om zowel op korte als op lange termijn te investeren in bijscholing, in langdurige projecten en in internationale samenwerking. Het enige wat er nog ontbreekt is de wil om er iets mee te doen.’

Internationale samenwerking tussen journalisten klinkt – zeker nu de EU verantwoordelijk is voor het leeuwendeel van onze wetgeving – voor buitenstaanders als een evidentie. Toch blijven de nieuwsmedia enkel op hun eigen veld spelen en laten ze zo kansen liggen om de mogul Europa te doorgronden. Volgens Deltour is ook daar te merken dat de huidige nieuwsmedia voornamelijk op korte termijn denken. De hoofdredacties houden er niet van om mensen voor een periode niet ter beschikking te hebben.

Deltour: ‘Het is de houding van een moederkloek die haar kuikens altijd dicht bij zich wil hebben en niet op reis wil sturen. Niet voor bijscholing, maar ook niet voor langere onderzoeken. Als het specifiek over Europa gaat, zitten we ook nog met het probleem dat het ons in Vlaanderen ontbreekt aan expertise. De EU is geen gemakkelijke organisatie om in door te dringen en enkel een ervaren en gespecialiseerde journalist kan daar goed in gedijen. Zo hebben we er niet veel en zonder ruimte voor specialisatie gaat daar niets aan veranderen. Maar het is tout court toch absurd dat de Vlaamse nieuwsmedia geen dankbaar gebruikmaken van onze ligging. Brussel is bij wijze van spreken een paar straten verder, maar toch blijft het onbereikbaar. Een enorm onontgonnen terrein op een steenworp afstand. ‘

‘De EU: een enorm onontgonnen terrein op een steenworp afstand’


Voor het publiek is Europa echter nog steeds een ver-van-mijn-bed-show. Het marktgerichte denken van de media staat dus een verdere exploratie in de weg. Daar is een maatschappelijke taak weggelegd, ook voor de journalistiek, om het vizier van het volk te verbreden. De ‘waakhond van de democratie’ moet beseffen dat die taak zich dezer dagen verder uitstrekt dan de Vlaamse grenzen.

Deltour: ‘Ook daar komt nog een puur concurrentieel argument bij, want ook wat Europese verslaggeving betreft, zitten de nieuwe nieuwsmedia in een hogere versnelling. Het niveau van de traditionele nieuwsmedia verlaagt en vervlakt. Op den duur zullen ze meer en meer een grijze massa worden. Wie dan nog op zoek gaat naar diepgang en inzicht, komt automatisch bij de nieuwe spelers terecht. Directies en hoofdredacties moeten investeren op lange termijn, willen ze de fundamenten leggen voor hun marktpositie, maar vooral voor hun journalistieke eigenwaarde.’

Tekst: Joris Van Beckhoven

Gerelateerde artikelen

Overheidsorganisaties moeten beter samenwerken met Woo-verzoekers. Stel hun informatiebehoefte centraal, bepaal samen hoe die het beste kan worden vervuld en lever vervolgens ook. Volg voor de samenwerking bovendien een openbare leidraad, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten.

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk