VVOJ Conferentie 2004
Titel: Bij tegenstand juist doorzetten
Workshop: WOB voor beginners
Voorzitter: Arthur Maandag (Haarlems Dagblad)
Datum en tijd: Zaterdag 20 november, 14.15 – 15.30 uur
Verslaggever: Ron de Joode
Het kost veel tijd, energie, vasthoudendheid en engelengeduld om een beroep te doen op de Wet Openbaarheid Bestuur (WOB). ‘Maar je kunt niet genoeg wobben’, stelde Arthur Maandag tijdens de workshop WOB voor beginners. ‘Zeker als je tegenstand krijgt, moet je juist doorzetten. Dan ben je waarschijnlijk iets op het spoor’, meent de WOB-deskundige, tegenwoordig werkzaam als eindredacteur bij het Haarlems Dagblad. Bij die krant verwierf hij in het begin van de jaren tachtig – samen met zijn toenmalige collega Jan de Roos – landelijke bekendheid met de zogenoemde King Kong-affaire.
Met de WOB in de hand kunnen burgers, maar ook journalisten, actiegroepen, advocaten en belastingadviseurs, inzage krijgen in dossiers. Daarbij gaat het niet alleen om schriftelijke stukken, maar ook om foto’s, bandjes en computerbestanden. Materiaal dat opgeslagen ligt in de archiefkasten van de overheden en overheidsdiensten (‘Den Haag’, ministeries, provincies, gemeenten, waterschappen, openbaar onderwijs, Universiteit van Amsterdam, Commissariaat van de Media en andere organen).
Breekijzer
De WOB kan een breekijzer zijn om informatie af te dwingen. Een WOB-verzoek neemt echter veel tijd in beslag en de overheden kunnen de zaak eindeloos rekken.
In de afgelopen jaren is er veel veranderd aan de WOB, weet Maandag: ‘Overheden perken de openbaar steeds verder in. Zo is het nu onmogelijk om inzage te krijgen in dossiers als er nog intern beraad gaande is. Dat noemen ze dan bestuurlijke intimiteit. En verder verhindert de Wet Bescherming Persoonsgegevens soms dat zaken in de openbaarheid komen. Als er sprake is van inbreuk op de persoonlijke levenssfeer, trek je inderdaad aan het kortste eind. In alle andere gevallen – ook al doen sommige persvoorlichters je anders geloven – is dat niet zo.’ Een WOB-verzoek wordt evenmin toegekend als de eenheid van de Kroon of de staatsveiligheid in gevaar komt. Bedrijfs- en fabricagegevens blijven ook geheim. In sommige gevallen wordt het algemeen belang van de openbaarheid afgewogen tegen andere zaken. Voorbeelden daarvan zijn: betrekkingen van Nederland met andere staten en internationale organisaties, de economische of financiële belangen van de overheid, de opsporing of vervolging van strafbare feiten en de inspectie, controle en toezicht van overheidsorganen.
Briefje
Je kunt zelf een WOB-verzoek indienen of iemand inschakelen. Je begint met een briefje aan het bestuursorgaan (bijvoorbeeld aan het college van B en W of aan de minister van Verkeer en Waterstaat) en vermeldt daarin dat je inzage wilt in rapporten en relevante stukken over een bestuurlijke aangelegenheid. Je sluit af met de opmerking, dat je je ‘voor zover nodig beroept op de Wet Openbaarheid Bestuur’. Overigens hoef je niet te vermelden waarom je die stukken wilt. Maandag heeft voor beginners nog een goede tip. ‘Specificeer je verzoek enigszins; probeer het niet al te ruim te maken. Want voor je het weet krijg je vijftien verhuisdozen en drie kasten vol materiaal. En roept een voorlichter: tja, u wilde toch alles hebben!’
Als de informatie echt lang op zich laat wachten of de overheidsinstantie weigert stukken vrij te geven, kan je naar de rechtbank stappen. De rechter bekijkt onder geheimhouding dan alle documenten en maakt een afweging. Vaak kiest hij overigens de kant van de burger. ‘Het gaat vaak moeilijk, maar uiteindelijk loont het de moeite om door te gaan’, aldus Maandag.