Conferentie, Kenniscentrum, Woo

VVOJ2003: Onderzoeksmethodieken

VVOJ Conferentie 2003
Titel: Onderzoeksjournalistiek kan ook in tussendoor-uurtjes
Workshop: De eerste stap is het halve werk: onderzoeksmethodieken
Sprekers: Luuk Sengers (Intermediair), Margo Smit (KRO Reporter)
Voorzitter: Margo Smit (KRO Reporter)
Datum en tijd: Zaterdag 8 november 2003, 9.45 uur
Verslaggever: Gonnie Eggink

Ook als je niet in de gelegenheid bent om hele dagen aan een onderzoeksproject te werken, is het mogelijk om naast de waan van de dag bezig te zijn met onderzoeksjournalistiek. Dat is de opvatting van Luuk Sengers (werkzaam bij Intermediair). Gestructureerd werken is hierbij van het grootste belang. Sengers gebruikt voor het verzamelen van z’n materiaal een ouderwetse klapper en geeft tijdens deze workshop aan hoe hij aan de slag gaat. Een cursus onderzoeksjournalistiek stap voor stap:

Onderwerp: Stap één is het bedenken van een goed onderwerp; bedenk hierbij dat het om een onderwerp moet gaan dat veel mensen raakt: oplichting, fouten, overtredingen, geldverspilling, onveiligheid.

Hypothese: Vervolgens maak je een hypothese of meerdere hypothesen. Hierbij is het van belang te werken vanuit een open mind. Gebruik je fantasie, wees creatief. Loop je bij de een vraag vast, kies dan voor een andere hypothese.

Verzamelen: Stap drie is die van het verzamelen van materialen die een antwoord helpen geven op jouw vragen. Deze informatie orden je op een logische manier waarbij je de volgende indeling aan kunt houden:

  • De plaats van handeling; waar gebeurde het, wat is er bijzonder
  • De personages; wie zijn er bij betrokken en wat weet je over deze mensen. In de regel zijn er twee partijen: de gedupeerden en zij die profijt hebben.
  • De procedures; hoe zou het op papier moeten werken
  • De processen; hoe gaat het in werkelijkheid
  • Specifiek; wat is er bijzonder aan het bovenstaande en wat is illustratief voor het verhaal.

Maak een adresboek: Op een apart formulier houd je van elke betrokkene de naam- en adresgegevens bij, alsook de data waarop je deze mensen gesproken hebt. Ook cv’s en biografieën kunnen hier opgeborgen worden. Bovendien onderzoek je of er connecties bestaan tussen mensen. Haal voordat je gaat interviewen de namen door Google, of controleer ze bij het Kadaster of de KvK. Door dit soort gegevens te bewaren sta je sterker bij de Raad voor de Journalistiek of bij de rechter als je hier zou moeten verschijnen.

Documenten: Naast informatie die je via interviews verzamelt, ga je op zoek naar schriftelijk bewijsmateriaal (Let op: Overtuig je van de echtheid van documenten). Hierbij kun je denken aan krant- en tijdschriftmateriaal maar ook aan ledenlijsten, notulen, uitnodigingen, dagboeken, leverings- en ontvangstbewijzen etc. Vraag interviewkandidaten om schriftelijke onderbouwing van hun belangrijkste uitspraken. Bepaalde documenten (zowel openbare als eigenlijk niet voor de openbaarheid bedoelde) zijn via Google soms eenvoudig te vinden door in de zoekbalk de toevoeging filetype:doc, filetype:pdf, filetype:ppt of filetype:xls te typen naast het trefwoord dat je zoekt. Soms zul je een beroep moeten doen op de WOB.

Chronologie: Het is aanbevelingswaardig een chronologie te maken over je onderwerp. Wil je het verhaal in chronologische volgorde gaan schrijven dan is dit erg handig. Daarnaast kun je sneller onregelmatigheden ontdekken en goed in de gaten houden of en wanneer er bepaalde documenten/uitspraken moeten verschijnen.

Schrijven: Ga je daadwerkelijk aan het schrijven, maak dan een goede bronnenlijst; je moet elke regel kunnen verantwoorden. Houd hierbij ook nog het volgende in de gaten: Is het motief van de dader helder en heeft hij de kans gehad zich te verdedigen? Denk aan een goed evenwicht tussen feiten en sfeerelementen (dit kun je het beste al tijdens de informatieverzamelingfase bijhouden).

Tot slot: De ingrediënten voor een onderzoeksverhaal nog eens op een rij:

  • Onregelmatigheid: Wat?
  • Personages: Wie?
  • Plaats van handeling: Waar?
  • Chronologie: Wanneer?
  • Procedures, processen: Hoe?
  • Motief: Waarom?

Gerelateerde artikelen

Overheidsorganisaties moeten beter samenwerken met Woo-verzoekers. Stel hun informatiebehoefte centraal, bepaal samen hoe die het beste kan worden vervuld en lever vervolgens ook. Volg voor de samenwerking bovendien een openbare leidraad, zodat beide partijen weten wat ze van elkaar mogen verwachten.

Ministeries doen steeds langer over de behandeling van een Woo-verzoek. De Wet open overheid schrijft voor dat iemand die een informatieverzoek doet, binnen 42 dagen een besluit moet ontvangen. Het afgelopen jaar duurde het gemiddeld 172 dagen voor er een besluit was genomen, waar dat in 2022 nog 167 dagen was. Slechts in 17 procent van de verzoeken wordt een besluit tijdig genomen. Dit blijkt uit nieuw onderzoek van Open State Foundation, Instituut Maatschappelijk Innovatie en de Universiteit van Amsterdam.

Sluit je aan bij de vereniging van onderzoeksjournalisten

En vergroot je kennis én netwerk